Markeringsborden
In de volgende situaties moet je markeringsborden aanbrengen:
- Gedragen werktuigen of lading, die in de breedte meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteken, moet je voorzien van breedtemarkeringsborden.
- Gedragen werktuigen of lading, die in de lengte meer dan 1,00 m voor of achter het voertuig uitsteken, moet je aan de voorkant of achterkant voorzien van een lengtemarkeringsbord.
- Landbouwtrekkers, mobiele machines, landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken, die in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2021 en die breder zijn dan 2,55 m (inclusief lading of verwisselbare gedragen uitrustingsstukken), moet je voorzien van breedtemarkeringsborden.
- Bij rijden in de nacht moet je de markeringsborden aan de voorzijde en achterzijde voorzien van een wit respectievelijk rood licht dat zoveel mogelijk de grootste lengte of breedte aangeeft. Je mag de borden niet meer dan 0,10 m van de buitenkant van het voertuig monteren.
Breedtemarkering
Breedtemarkeringen bestaan uit een vierkant bord van ten minste 0,42 m bij 0,42 m of een rechthoekig bord van ten minste 0,28 m bij 0,56 m of van ten minste 0,14 m bij 0,80 m. De markeringsborden hebben parallel lopende diagonale strepen, die afwisselend wit en fluorescerend of retroreflecterend rood zijn. De strepen hebben een breedte van minimaal 0,07 m tot maximaal 0,10 m.
De breedtemarkering van een (land)bouwvoertuig mag ook bestaan uit een vierkant bord of signalisatiefolie van ten minste 0,28 m bij 0,28 m of tweemaal ten minste drie vlakken van 0,14 m bij 0,14 m. De strepen hebben een breedte hebben van minimaal 0,07 m tot maximaal 0,10 m.
De breedtemarkeringsborden moeten zoveel mogelijk de grootste breedte van het voertuig of van het gedragen werktuig aangeven.
‘s Nachts moet er tenminste één wit licht aan de voorkant en tenminste één rood licht aan de achterkant van de breedtemarkeringsborden zitten. De lichten op breedtemarkeringsborden zijn niet verplicht voor (land)bouwvoertuigen die maximaal 3,00 m breed zijn. Als de breedte van het voertuig meer is dan 3,00 m, dan moet je ’s nachts dus wel lichten op de breedtemarkeringsborden zetten.
De witte en rode lichten op de breedtemarkeringsborden mogen maximaal op 0,10 m van de grootste breedte van het gedragen werktuig of de lading zitten.
Lengtemarkering
De lengtemarkering is een vierkant bord van ten minste 0,42 m bij 0,42 m. Het lengtemarkeringsbord heeft parallel lopende diagonale strepen, die afwisselend wit en fluorescerend of retroreflecterend rood zijn. De strepen hebben een breedte van minimaal 0,07 m tot maximaal 0,10 m.
De lengtemarkering moet zoveel mogelijk de grootste lengte van de voertuigcombinatie aangeven. Het lengtemarkeringsbord moet je aanbrengen tussen minimaal 0,25 m en maximaal 2,30 m hoogte boven het wegdek.
‘s Nachts moet je tenminste één wit licht aan de voorkant en tenminste één rood licht aan de achterkant van het lengtemarkeringsbord voeren.
Zijmarkeringen
Gedragen werktuigen die in de lengte meer dan 1,00 m voor of achter het voertuig uitsteken, moet je aan de zijkant voorzien van een markeringslicht, een oranje retroreflector of oranje opvallende markering. Deze signalering moet je op de zijkant op minimaal 1,00 m van de achterkant of voorkant van het gedragen werktuig plaatsen.