De luchtbanden mogen geen beschadigingen vertonen waarbij het karkas zichtbaar is en ze mogen geen uitstulpingen vertonen. Het loopvlak van de banden mag geen metalen elementen bevatten die tijdens het rijden naar buiten kunnen uitsteken.
Profieldiepte
De profilering van de hoofdgroeven van de banden van (land)bouwvoertuigen moet over de gehele omtrek van het loopvlak tenminste 1,6 mm bedragen, met uitzondering van de slijtage-indicatoren.
De band moet zodanig gemonteerd zijn dat dit overeenkomt met de markering op de band, die de draairichting of de binnenkant of buitenkant aangeeft.
De last onder de banden mag niet groter zijn dan de loadindex van de band. Ook moet de snelheidscategorie van de banden overeenkomen met de maximumconstructiesnelheid van het (land)bouwvoertuig.
Spatborden
De wielen of banden van landbouwtrekkers, van mobiele machines en van landbouwaanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u, moeten aan de bovenzijde voor ten minste tweederde deel van de totale breedte van de banden zijn afgeschermd en mogen niet aanlopen.
De banden of wielen van motorrijtuigen met beperkte snelheid hoeven niet afgeschermd te zijn.