In artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 staat dat het verboden is om je zodanig te gedragen dat hierdoor gevaar of hinder ontstaat of kan ontstaan. Door modder op de weg kan er gevaar of hinder ontstaan. Het is vaak niet te voorkomen dat (land)bouwvoertuigen die van een akker komen, modder op de weg achterlaten.
Verder speelt artikel 6 een rol, die bepaalt dat het voor iedereen die aan het verkeer deelneemt, verboden is om zich zo te gedragen dat door zijn schuld een verkeersongeval ontstaat met dodelijk of zwaar lichamelijk letsel als gevolg of dat hierdoor ziekte of verhindering van de normale werkzaamheden ontstaat.
Aansprakelijkheid
Wanneer de modder van jouw landbouwtrekker met kipper of oogstmachine valt, ben je aansprakelijk voor de eventuele gevolgen, zoals schade of letsel. Door maatregelen te nemen, kun je die aansprakelijkheid verminderen of voorkomen.
Het is dus belangrijk om het gevaar of de hinder door modder op de weg zoveel mogelijk te voorkomen en de gevolgen te beperken. Neem daarom diverse maatregelen om de risico’s van modder op de weg zoveel mogelijk weg te nemen.
Maatregelen
- Meld 24 uur vóór de werkzaamheden bij de wegbeheerder (vaak de gemeente, provincie of waterschap) dat er overlast kan komen door modder op de weg; vraag bij de wegbeheerder eventueel om modderborden.
- Plaats altijd gele modderborden om weggebruikers te waarschuwen; draag een veiligheidsvest bij het plaatsen van de modderborden.
- Ga zo schoon mogelijk de weg op; steek de meeste modder van de banden of van het voertuig af, voordat je de weg oprijdt.
- Maak de weg schoon; doe dat ook tijdens de werkzaamheden om te voorkomen dat de modder wordt vastgereden. Laat de weg altijd schoon achter.
- Is het werk klaar, haal dan de modderborden weg en meld bij de wegbeheerder dat de werkzaamheden klaar zijn.
Plaatsen modderborden
Het is belangrijk dat je de modderborden op de goede plaatsen neerzet en dat ze goed zichtbaar zijn.
- Plaats de modderborden op 100 m van het vervuilde weggedeelte aan de rechterkant van de weg.
- Buiten de bebouwde kom plaats je borden tussen 1,80 en 3,60 m van de wegverharding.
- Binnen de bebouwde kom plaats je de borden op minimaal 0,60 m van de rijbaan.
- Buiten de bebouwde kom moet de onderkant van het modderbord op minimaal 1,20 m boven het wegdek staan. Te laag geplaatste borden vallen minder op.
- Binnen de bebouwde kom moet de onderkant van het modderbord op minimaal 2,20 m boven het wegdek staan. Zo kunnen voetgangers eronderdoor lopen.
