Naast (land)bouwvoertuigen mogen gedragen werktuigen geen scherpe of uitstekende delen hebben. Ook lading mag geen scherpe delen hebben. Scherpe of uitstekende delen moet je dan afschermen. Deze voorschriften gelden niet voor scherpe of uitstekende delen die zich meer dan 2,00 m boven het wegdek bevinden.
Voertuigdelen of lading worden als scherp gezien, wanneer ze een afrondingsstraal hebben die kleiner is dan 2,5 mm. Bij de goedkeuring van (land)bouwvoertuigen tellen scherpe delen op meer dan 8 cm van de buitenste rand van een voertuig niet mee. Voorbeeld: een stalen buis rond een cirkelhark, waarbij de tanden op meer dan 8 cm van de buitenkant zitten. Afscherming van de tanden is dan niet nodig. Het idee achter de 8 cm is dat het buitenoppervlak geen naar buiten gerichte delen heeft waaraan voetgangers, fietsers of motorrijders kunnen blijven haken.
Naast het afschermen van scherpe of uitstekende delen, is belangrijk om markeringsborden te gebruiken. De meeste gedragen werktuigen steken meer dan 1,00 m voor of achter het voertuig uit en dan moet er een markeringsbord op zitten. Monteer op een ploeg daarom altijd een lengtemarkeringsbord of op uitstekende gedragen werktuigen altijd markeringsborden. Markeringsborden attenderen andere weggebruikers erop dat er een voertuig rijdt dat afwijkt van reguliere voertuigen. In Duitsland vindt men een goede markering van gedragen werktuigen met scherpe of uitstekende delen belangrijker dan afscherming.