kentekening

Kentekenplaatplicht

De kentekenplaatplicht is gefaseerd ingevoerd. Alleen geregistreerde (land)bouwvoertuigen kunnen een gele kentekenplaat voeren. Alle nieuwe (land)bouwvoertuigen, die voor het eerst in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2021, moeten direct een gele kentekenplaat voeren. De fabrikant, dealer of leverancier van nieuwe (land)bouwvoertuigen verzorgt de registratie en tenaamstelling en levert het voertuig met een gele kentekenplaat af.

Oudere (land)bouwvoertuigen hoeven niet altijd een gele kentekenplaat te voeren. De volgende (land)bouwvoertuigen, die voor 1 januari 2021 in gebruik zijn genomen, moeten wel een geel kenteken voeren:

  • landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, landbouwaanhangwagens en getrokken werktuigen, die sneller rijden dan 25 km/u
  • (land)bouwvoertuigen met een ontheffing voor overschrijding van de afmetingen
  • (land)bouwvoertuigen die in het buitenland rijden
  • landbouwtrekkers die APK-plichtig zijn

Tot 1 januari 2025 hoeven geregistreerde (land)bouwvoertuigen, die niet sneller kunnen of niet sneller rijden dan 25 km/u, geen kentekenplaat te voeren. Wil je met een voertuigcombinatie sneller rijden 25 km/u, dan moet dus zowel het trekkende als het getrokken voertuig een gele kentekenplaat voeren.

Generieke kentekenplaatplicht

Vanaf 1 januari 2025 moeten alle bestaande (land)bouwvoertuigen die registratieplichtig zijn een kenteken voeren. Niet-geregistreerde landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken moeten dan een witte volgplaat voeren.

Eén kentekenplaat

Elk kentekenplichtig zelfrijdend (land)bouwvoertuig voert één kentekenplaat (GAIK-plaat: geel met blauw NL-logo) aan de achterzijde van het voertuig. Wanneer de kentekenplaat van het voertuig niet zichtbaar is door een werktuig in de driepuntshefinrichting, dan moet  je op het werktuig een witte volgplaat plaatsen. Die moet hetzelfde kenteken hebben als het voertuig dat het werktuig draagt.

Witte volgplaat

Niet-geregistreerde getrokken voertuigen moeten een witte volgplaat hebben. Deze witte kentekenplaat heeft het kenteken van één van de trekkende (land)bouwvoertuigen van dezelfde eigenaar als van het getrokken voertuig. Het kenteken van de witte volgplaat hoeft dus niet gelijk te zijn aan het kenteken van het trekkende voertuig. Het voordeel is dat je de witte volgplaat dus niet hoeft te wisselen als er een andere trekker voor staat.

Blauwe plaat

Historische (land)bouwvoertuigen met een bouwjaar van vóór 1 januari 1978 mogen een donkerblauwe kentekenplaat met witte letters voeren. (Land)bouwvoertuigen die in Duitsland of België rijden, moeten daar twee kentekenplaten voeren. Dat is een extra kentekenplaat aan de voorzijde in de vorm van een witte volgplaat.

Handelaarskenteken

Speciaal voor (land)bouwvoertuigen komt er ook een handelaarskenteken. Dit is bedoeld voor niet-geregistreerde voertuigen, die nooit op de openbare weg rijden, maar toch incidenteel voor onderhoud en repartie over de weg naar een mechanisatiebedrijf moeten rijden. Om met zo'n voertuig te mogen rijden, haal je eerst de handelaarskentekenplaat op bij het mechanisatiebedrijf. Na onderhoud of reparatie breng je de handelaarskentekenplaat weer terug. Dit is best omslachtig; éénmalig registreren is makkelijker.

Voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines wordt een groene handelaarskentekenplaat met de lettergroep LH gebruikt. Voor landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken de lettergroep OA.

Laatst bijgewerkt: 10 september 2024