Naast de registratie- en kentekenplaatplicht voor (land)bouwvoertuigen, gelden er vanaf 1 januari 2021 ook nieuwe eisen aan voertuigen zoals breedtemarkering, zijafscherming bij bepaalde aanhangwagens en het verdwijnen van de afgeknotte driehoek. De nieuwe regelgeving maakt de invoering van de registratie- en kentekenplaatplicht van (land)bouwvoertuigen mogelijk en ook de APK-plicht voor snelle tractoren vanaf 1 mei 2021.
De grootste wijzigingen komen er in de Regeling voertuigen, waarin alle eisen aan alle soorten voertuigen staan.
Eisen aan remmen
Vanaf 1 januari 2018 moeten alle nieuwe landbouwaanhangwagens (ingericht voor transport, bijvoorbeeld gronddumper of silagewagen) én nieuwe verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (ingericht voor bewerkingen, bijvoorbeeld balenpers) een bewijs van goedkeuring hebben van de RDW. Dit kan een Europese typegoedkeuring, het bewijsmiddel daarvoor is de Certificaat van Overeenstemming (CvO) zijn of een individueel goedkeuringscertificaat (IGC) van de RDW.
Daarnaast moet al het getrokken materieel, dat in gebruik is genomen vanaf 1 januari 2018, voldoen aan de rem-eisen die gelden voor goedkeuring door de RDW. Oftewel alle bestaande aanhangwagens en getrokken werktuigen en gekocht in de afgelopen drie jaar, moeten zijn voorzien van een tweeleiding-remsysteem. Een éénleiding-remsysteem is dus al bijna drie jaar niet meer toegestaan. Enige uitzondering zijn nieuwere aanhangwagens met een technische toegestane maximummassa op de assen van totaal 8.000 kg; deze mogen een oplooprem hebben. Verder moeten alle nieuwe aanhangwagens vanaf 1 januari 2018 voorzien zijn van een losbreekreminrichting."
Alle getrokken materieel dat van voor 2018 dateert hoeft niet aan deze nieuwe eisen voor remmen te voldoen. Alleen wanneer het leeggewicht van de aanhangwagen of het getrokken werktuig groter is dan 3.500 kg moet er een goed werkende reminrichting op zitten. Wat voor soort rem dat moet zijn, is echter niet bepaald.
Voor alle bestaande landbouwaanhangwagens van voor 1 januari 2018 geldt: zo lang het leeggewicht of rijklaar gewicht onder 3.500 kg blijft, ook al komt het totaalgewicht met lading (bijvoorbeeld balen of graafbakken) boven de 3,5 ton uit, hoeven er geen remmen op bestaande aanhangwagens te zitten. Het moeten hebben van remmen hangt hier dus niet af van de toegestane maximummassa van de landbouwaanhangwagen; alleen het leeggewicht is bepalend.
De andere belangrijkste aankomende wijzigingen van de Regeling voertuigen op een rij:
Mobiele machine
Er komt een nieuwe voertuigcategorie mobiele machine. Onder mobiele machine vallen alle nieuwe zelfrijdende werktuigen, die vanaf 2021 voor het eerst in gebruik worden genomen. Bijvoorbeeld nieuwe oogstmachines, zoals hakselaars, maaidorsers en bietenrooiers en nieuwe grondverzetmachines, zoals mobiele graafmachines, wielladers en verreikers. De categorie mobiele machine is de opvolger van de bestaande categorie motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS). De categorie MMBS blijft bestaan, maar hieronder vallen alle bestaande zelfrijdende werktuigen, die nu al in gebruik zijn. De eisen voor mobiele machines staan in het document van de internetconsultatie.
Andere afmetingen
Vanaf 2021 mogen MMBS’en en mobiele machines, die zijn ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden, maximaal 20,00 m lang zijn. Voorheen was dit 12,00 m, maar met name oogstmachines zijn regelmatig langer. MMBS’en en mobiele machines die zijn ingericht voor het vervoer van goederen of personen, mogen nog steeds niet langer zijn dan 12,00 m.
Nieuwe landbouwaanhangwagens voor transport (bijv. kippers, silagewagens) mogen tot en met 31 december 2021 maximaal 3,00 m breed zijn, ook over de opbouw. Oftewel de bak mag buitenmaats nog maximaal 3,00 m zijn. Vanaf 1 januari 2022 worden alleen nog nieuwe landbouwaanhangwagens met een maximale bakbreedte van 2,55 m toegelaten, waarbij de maximumbreedte over de banden wel 3,00 m blijft. Alle bestaande landbouwaanhangwagens mogen 3,00 m breed zijn, zowel over de bak als over de banden.
Trekkerbumper
Nieuw is dat de trekkerbumper formeel wordt toegestaan op een landbouwtrekker. De trekkerbumper wordt omschreven als een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. De onderkant van de trekkerbumper mag maximaal 0,55 m boven het wegdek zitten en niet meer dan 0,50 m voor de tractor uitsteken. De trekkerbumper mag daarbij maximaal 4,00 m voor het hart van het stuurwiel uitsteken. Voor de duidelijkheid: de trekkerbumper is en wordt niet verplicht.
Bumper en zijafscherming
Nieuwe landbouwaanhangwagens voor transport moeten vanaf 1 januari 2018 al zijn voorzien van een stootbalk aan de achterzijde. Dit geldt niet voor dolly’s. Verder moeten nieuwe landbouwaanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u, vanaf 2018 zijn voorzien van zijdelingse afscherming (ook wel fietsenvangers genoemd).
Breedtemarkeringsborden
Een belangrijke nieuwe wijziging is de verplichting voor breedtemarkeringsborden. Op alle nieuwe mobiele machines (vanaf 1 januari 2021), maar ook op alle landbouwtrekkers, landbouwaanhangwagens en getrokken werktuigen, welke in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2018 en breder zijn dan 2,55 m moeten er aan de voor -en achterzijde breedtemarkeringsborden worden aangebracht. Voor MMBS’en geldt deze bepaling echter niet.
Zijmarkering
Verder moeten verwisselbare gedragen uitrustingsstukken die voor of achter het voertuig meer dan 1,00 m uitsteken, aan de zijkant voorzien zijn van een zijmarkeringslicht, een ambergele retroreflector of ambergele opvallende markering, die is aangebracht op een afstand van niet meer dan 1,00 m van de uiterste voor- of achterzijde.
Geen afgeknotte driehoek
Er is vanaf 2021 geen algehele verplichting meer om de afgeknotte driehoek op (land)bouwvoertuigen te voeren. Als de tractor, het zelfrijdende werktuig of het getrokken materieel voorzien is van een kentekenplaat hoeft er geen afgeknotte driehoek meer op te zitten. Voertuigen zonder kentekenplaat, moeten nog wel een afgeknotte driehoek voeren.
Argument voor het loslaten van deze afgeknotte driehoek is dat Europese regelgeving het niet verplicht en dat de kentekenplaat straks de zichtbaarheid van het voertuig vergroot. Ook was het een uitruil om de invoering van de kentekenplaat zo goedkoop mogelijk te maken. Cumela betreurt het verdwijnen van de afgeknotte driehoek, het is namelijk hét kenmerk voor achterop komende verkeersdeelnemers dat er een langzaam rijdend voertuig rijdt.