Houd je bedrijf draaiende: voorkom liquiditeitsproblemen!

Onverwachte ondergrondse netten en aansprakelijkheid

Datum: 14 juli 2020
Laatst bijgewerkt: 4 augustus 2020
Door: Herman Arissen
Bijna dagelijks worden medewerkers van Verzekeringen geconfronteerd met schades aan kabels en leidingen of vragen daarover. Ondanks Klic-meldingen en voorsteken blijven kabels en leidingen namelijk onverwacht opduiken. Hoe zit het ook alweer met de regels en hoe voorkom je een claim?

Je hebt een klus aangenomen om een sloot te verbreden en te verdiepen. Zoals je gewend bent en verplicht bent, heb je een graafmelding gedaan. Je ontvangt al snel daarna de digitale tekeningen van de netbeheerders die ter plaatse een belang hebben. In de bodem van de bestaande sloot ligt een aantal kabels en leidingen en die weet je terug te vinden. Nadat je machinist net is begonnen met zijn graafwerkzaamheden heeft hij een kabel aan zijn bak hangen. Je pakt de tekeningen erbij en daaruit blijkt dat deze kabel een meter van de  sloot vandaan zou moeten  liggen, waar je nog lang niet aan het werk was. Moet je de ontstane schade vergoeden? Je vindt wellicht van niet, maar het antwoord op die vraag is lastiger dan in eerste instantie lijkt.

Netbeheerders  hebben  de  verantwoordelijkheid  om  volledige  en  betrouwbare  informatie  aan  te  leveren  over  de (horizontale)  liggingsgegevens van hun kabels en leidingen op de aangegeven  graaflocatie. De nauwkeurigheid  is wettelijk bepaald op een marge  van maximaal één meter naar beide kanten van de  theoretische  ligging.  In beginsel moet een grondroerder kunnen vertrouwen op de juistheid van de verstrekte gegevens binnen de gegeven marge. Als het net niet op de tekening staat aangegeven of meer dan één meter van de aangegeven ligging ligt, kan de netbeheerder in beginsel schade aan zijn ondergrondse netten niet verhalen op de veroorzaker. Een schade blijft ook voor eigen rekening van de netbeheerder als de tekeningen (nog) niet zijn aangepast na het aanleggen of verleggen van een kabel of leiding. Pas als de netbeheerder kan aantonen dat de grondroerder op de hoogte was of had moeten zijn van het aanleggen of verleggen, kan dit anders komen te liggen.

Afwijkende ligging aantonen
De bewijslast  voor  een  afwijkende  ligging  rust  op  diegene die de schade heeft veroorzaakt, dus op jou als grondroerder of  feitelijk  graver.  In  de  praktijk  is  het  lastig  om  een  afwijkende ligging aan te tonen, met name als je wilt bewijzen dat de  ligging van een net meer dan één meter afwijkt van de verstrekte tekeningen. Het beste is als de afwijkende ligging door de herstellend monteur wordt vermeld op zijn schadeformulier. Je bent echter lang niet  altijd ter plaatse als deze monteur komt. Als je er wel bij bent, is het maar de vraag of  de monteur je laat meewerken aan het invullen van het schadeformulier. Meestal heb je dus geen invloed en de praktijk leert dat een afwijkende  ligging  lang niet altijd wordt  vermeld op het  schadeformulier  van  een netbeheerder of  dat later toch discussie ontstaat. Je moet dus zelf zoveel mogelijk bewijsmateriaal verzamelen, het liefst zo snel mogelijk en ter plaatse. Dat begint met het maken van foto’s, het liefst ondersteund door een vorm van  (geijkte) GPS-meting. Daarnaast kunnen  verklaringen  van de machinist, de  grondwerker  en de uitvoerder dienen als bewijsmateriaal. Probeer dit zoveel mogelijk vast te leggen op het graafincidentenformulier, dat door ieder van hen kan worden ondertekend. Anders kan het later alsnog. Uiteraard zal je ook met behulp van de ontvangen Klic-tekeningen moeten aantonen wat de  theoretische ligging van het beschadigde net is of dat dit niet staat aangegeven.

In meerdere gevallen heeft Cumela Verzekeringen  samengewerkt met  TerraCarta  BV,  dat met  technieken  als  grondradar,  radiodetectie  en  fysiek  opsporen  de  daadwerkelijke ligging  van  kabels en  leidingen  vastlegt. De  rapporten  van TerraCarta  BV  hebben  inmiddels  hun  waarde  bewezen  en worden ook door netbeheerders geaccepteerd.

Betalen of niet?
Stel dat je erin bent geslaagd om de afwijkende ligging overtuigend aan te tonen en ook de netbeheerder erkent dat. Betekent dat per definitie dat een  schade dan niet meer voor jouw rekening komt? Dat  is helaas niet het geval,  zo  leert de praktijk. Daar zijn een aantal redenen voor te noemen. Om te beginnen dienen je tekeningen volledig te zijn. De aanvraag moet ten minste drie en ten hoogste twintig werkdagen voor aanvang van de graafwerkzaamheden zijn gedaan. Het aangegeven polygoon is van groot belang. Je moet controleren of de ontvangen tekeningen volledig zijn en anders moet je contact opnemen met de netbeheerder.  Regelmatig wordt een afwijkende ligging geclaimd, maar dan blijken deze voorbereidingen niet goed te zijn gegaan. Je dient de daadwerkelijke ligging van alle op de Klic-tekeningen aangegeven kabels en leidingen vast te stellen voordat je begint met de graafwerkzaamheden. Bovendien gaat het dan niet enkel om de netten binnen het gebied waarin wordt gegraven, maar  ook  om  een  strook  van  1,50 meter  buiten de  uiterste  insteek  van  dit  gebied.  In  de  praktijk  komt  het regelmatig voor dat het polygoon te klein is gemaakt bij de graafmelding of dat de genoemde strook niet wordt aangehouden. Dan is het dus niet mogelijk om verweer te voeren in verband met een afwijkende ligging.

Als een aangegeven net niet binnen de aangegeven marges wordt  gevonden,  is  dat  geen  vrijbrief  om  te  gaan  graven. Doe je dat wel, dan word je aansprakelijk gehouden voor de ontstane schade. In die gevallen moet je eerst buiten de marges verder zoeken. Als ook dat geen resultaat oplevert, moet je contact opnemen met de netbeheerder. De netbeheerder moet ter plaatse komen om het net op te sporen en/of aan te wijzen. In de praktijk werkt niet elke netbeheerder even goed en  snel mee, om het maar voorzichtig  uit  te drukken, maar ook dat kan je niet vrijpleiten. Overigens kan je niet afgaan op de mededelingen van een willekeurige medewerker van de  netbeheerder.  Bij  de  verstrekte  tekeningen  worden  de gegevens van een contactpersoon vermeld. Met deze medewerker moet je contact opnemen en diens aanwijzingen kan je opvolgen. Het is verstandig om hetgeen besproken is per e-mail  te  bevestigen  aan  de  contactpersoon,  zodat  het  als bewijs kan dienen. De ligging van netten kan afwijken van hetgeen te verwachten  valt,  zowel  in  hoogte  als  zijwaarts. Dat  betekent  dat  je tussen  de  proefsleuven  door moet  (blijven)  controleren  of de ligging niet gaat afwijken door voor te (laten) steken door een grondwerker of door gebruik te maken van detectieapparatuur. Wanneer je dit nalaat en op enig moment de marge van één meter buiten de theoretische ligging wordt bereikt, kan je je niet beroepen op de afwijkende ligging. Je zal de schade moeten betalen.

Ten slotte mag je niet blind afgaan op de tekening. Blijf goed om je heen kijken en gebruik je gezond verstand. Alles wat je ziet en hoort, zal je moeten meenemen in je afwegingen om al dan niet (verder) te graven.

Meldingsplicht
Elke  afwijkende  ligging moet  door  de  grondroerder  onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de graafwerkzaamheden worden verricht worden gemeld aan het Kadaster, ongeacht of er sprake is van schade of niet. In de praktijk gebeurt dit nog steeds lang niet altijd. Toch zijn er voldoende goede redenen om dit  toch  te doen. Zo  is het melden van een afwijkende ligging een wettelijke verplichting. Agentschap Telecom kan in geval van overtreding (forse) boetes opleggen aan de  grondroerder. Daarnaast  kan door  een melding het kaartmateriaal van de netbeheerders worden verbeterd om graafschades  in de  toekomst  te  voorkomen.  Ten  slotte  kan je (bewijs)positie sterker zijn als een schade is ontstaan aan kabels of leidingen. De informatie die je aanlevert aan het Kadaster kan eveneens worden gebruikt om verweer te voeren tegen een schadeclaim van een netbeheerder.

En nu?
Er wordt veel verwacht van de grondroerder of feitelijk graver om schade te voorkomen, zo blijkt uit de dagelijkse schadepraktijk  en  uit  uitspraken  van rechters. Mogelijk  valt  dit (mede) te verklaren uit het feit dat het achteraf altijd gemakkelijk praten is en er altijd wel iets kan worden gevonden wat de schadeveroorzaker anders of beter had kunnen doen. Laat dat ons er niet van weerhouden om zowel de netbeheerder te blijven aanspreken op zijn informatieplicht via het Kadaster als ons uiterste best te doen om schadeclaims in geval van een afwijkende ligging af  te houden.  In elk geval zal je ons daarbij aan jouw kant vinden en staat het je altijd vrij om advies te vragen via de medewerkers van Cumela.

Foto 2016-1

Praktijkvoorbeeld 1
Er moest een duiker onder een weg worden verwijderd. Volgens de tekening lag dwars op de duiker en onder het hart  van de weg  een middenspanningskabel.  De  grondroerder  besloot  om  in  de berm het uiteinde van de duiker  te ondergraven. Door het ondergraven zou de duiker aan de onderkant ruimte krijgen en op een veilige manier kunnen worden weggehaald, ervan uitgaand dat de kabel over de duiker heen zou liggen. Bij de eerste graafbewegingen werd de kabel echter al geraakt. In dit geval kon worden aangetoond dat er sprake was  van  een  afwijkende  ligging  van  ongeveer twee  meter.  Als  de  tekening  juist  was  geweest, was  voor  een  andere  aanpak  gekozen  en  was door middel van het graven van proefsleuven en voorsteken de kabel gemakkelijk gevonden. Toch kon  aansprakelijkheid  niet worden  afgehouden. De  kabel  lag  binnen  het  gebied  waarin  moest worden gegraven en dus had deze kabel van  tevoren  moeten  worden  opgezocht.  In  dat  geval was  de  kabel  niet  gevonden  binnen  de  marge van één meter. Door verder te zoeken of door de netbeheerder in te schakelen, had de schade dan kunnen worden voorkomen. Het beste had dit al in de voorbereidende  fase kunnen gebeuren om tijdverlies en ergernis te voorkomen.

Foto 2016 2

Praktijkvoorbeeld 2
In dit geval was er sprake van een dubbele afwijkende ligging. De mantelbuis lag een behoorlijk aantal meters zijwaarts ten opzichte van de  tekening. Waar de kabel de mantelbuis verliet, liep de kabel echter niet rechtdoor  (zoals  getekend  stond  en  ook te  verwachten  viel), maar  was  wederom sprake  van  een afwijking  van  een aantal meters, waarschijnlijk als gevolg  van  een omleiding bij een jaren eerder uitgevoerde reparatie. De eerste afwijking werd opgemerkt en opgespoord door het graven van proefsleuven,  maar  de  tweede  afwijking (begrijpelijkerwijs) niet meer. De schade is dan ook afgehouden.

Praktijkvoorbeeld 3
Tijdens graafwerkzaamheden werd een waterleiding aangetroffen op een diepte van één meter, die op geen enkele tekening stond aangegeven. De gravende partij traceerde de waterleiding door het graven van proefsleuven en door voor te steken. Toch werd de waterleiding geraakt, toen deze bij een gebouw scherp omhoog kwam en op twintig centimeter (on)diepte bleek te liggen. De netbeheerder koos er niet voor om een schuldvraagdiscussie te voeren, maar zag af van zijn schadeclaim. Lang niet alle netbeheerders nemen op deze manier hun verantwoordelijkheid, maar het helpt zeker om gravende partijen te motiveren om graafschade te voorkomen.

Uitspraak van een rechter
Over  de  verticale  ligging  van  netten  is  niets  vastgelegd in de Wion of enige andere wet. In een uitspraak uit 2011 heeft de Haarlemse  rechtbank aangegeven dat het aanhouden van een marge van 1,50 meter ten opzichte van de door de netbeheerder aangegeven diepteligging voldoende is om aan te nemen dat de baggeraar zorgvuldig heeft gehandeld. De omstandigheden van het geval waren hier echter  bepalend  en  bovendien  zouden  andere  rechters een andere uitspraak kunnen doen.