Grondroeren en opdrachtgevers: dit zijn de aandachtspunten

Het aannemen van werk
Als je werk voor een opdrachtgever gaat doen, lees dan goed de overeenkomst. En niet alleen de overeenkomst zelf, maar ook de bijlagen die zijn bijgevoegd en de voorwaarden die van toepassing worden verklaard. Voor wat betreft zorgvuldig grondroeren gelden de volgende aandachtspunten:

• Wordt de richtlijn zorgvuldig grondroeren (CROW 500) op correcte wijze toegepast? Worden er geen verantwoordelijkheden ten onrechte verschoven? Heeft de opdrachtgever gedaan wat hij moest in de voorbereidende fase? Worden tijd, geld en middelen aan jou ter beschikking gesteld om het werk goed en veilig te kunnen uitvoeren? Wat gebeurt er als zich onverwachte situaties voordoen en wie draagt dan de kosten?
• Is er sprake van een verschuiving van aansprakelijkheid van de opdrachtgever naar jou, die verder gaat dan de wettelijke bepalingen? Er kan vastgelegd zijn dat schade van de opdrachtgever altijd voor jouw rekening komt en schade van derden kan naar je worden doorgeschoven.
• Welke eisen worden gesteld aan je verzekeringen en aan de verzekeringen van de opdrachtgever? Zijn de eisen redelijk en kan je er aan voldoen? Is het wel logisch dat je de verzekering sluit? Als een opdrachtgever is meeverzekerd op je verzekering, dan kan een schade niet op hem verhaald worden, en dat geldt omgekeerd ook.

Als zaken onduidelijk zijn, stel dan vragen en ga in gesprek met je opdrachtgever. Er is niets mis mee om op een redelijke manier voor je belangen op te komen. Als het nodig is, kan je altijd de hulp inroepen van je brancheorganisatie.

Wat je mag verwachten van de opdrachtgever
In het kader van zorgvuldig grondroeren is het belangrijk om te weten wat je mag verwachten van de opdrachtgever. Het is daarvoor essentieel om op de hoogte te zijn van de CROW-500 richtlijnen. Daarnaast kan je jezelf de volgende vragen stellen voor het aannemen van een grondroerpoject:

1. In welke fase(n) stroom ik in en ga ik aan het werk? Welke rol(len) heb ik?
2. Wat moet mijn opdrachtgever dan voorbereid en geregeld hebben? En is dat ook gebeurd?
3. Worden mij de tijd, de middelen en het geld beschikbaar gesteld om mijn werk goed en veilig te kunnen doen? Kijk daarbij naar zowel de theorie van opdracht, overeenkomst en voorwaarden, als naar de praktijk. En wat doe ik als dat niet het geval is?
4. Treed ik ook zelf op als een zorgvuldige opdrachtgever? Behandel anderen, zoals je zelf behandeld wilt worden. Spreek anderen aan op hun gedrag, maar laat je ook aanspreken.

Werkinstructie
De werkinstructie in het kader van zorgvuldig grondroeren moet worden gegeven door de grondroerder, onder wiens leiding of verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden uitgevoerd. In veel gevallen is dat de (hoofd)aannemer en het is dus lang niet altijd de uitvoerende partij, die daadwerkelijk graaft.

Er is geen vaste vorm voor een werkinstructie. De instructie kan mondeling plaatsvinden, maar het is aan te raden om in ieder geval de gemaakte afspraken vast te (laten) leggen. In ieder geval moeten aan de orde komen de gebiedsinformatie, hoe de netten zijn of worden opgespoord en de wijze waarop gewerkt gaat worden. Daarnaast moeten afspraken gemaakt worden over wat te doen als een schade of een andere onverwachte gebeurtenis plaatsvindt en wie dan aanspreekbaar is.

Al  het uitvoerend personeel moet een werkinstructie krijgen, ook zodra nieuw, vervangend of gehuurd personeel wordt ingezet. Als je een instructie ontvangt, let dan goed op, stel al jouw vragen en ga pas aan het werk als duidelijk is wat je moet doen en dat je het op een veilige wijze kunt doen. Kom je er niet uit met jouw opdrachtgever, neem dan contact op met kantoor of met jouw baas.