Half juli vroeg brancheorganisatie Cumela per brief aan demissionair LNV minister Piet Adema om een grotere inzet van dierlijke mest door akkerbouwers toe te staan. Iets wat het ministerie kan regelen. Door dat te doen helpt het ministerie te voorkomen dat de tekorten aan organische stof in de bodem verder oplopen. Zo moesten akkerbouwers dit voorjaar noodgedwongen terugvallen op de inzet van kunstmest. Door hevige regenval konden ze amper de akkers op. Als gevolg daarvan konden ze veel minder dierlijke mest en daarmee organische stof op de akker brengen.
Juist die organische stof houdt de akker in goede conditie en maakt dat gewassen voldoende opbrengsten opleveren. Omdat het organische stof door krappere bemestingsnormen al onder druk staat vroeg Cumela demissionair minister Adema nog voor de zomer ruimte te maken voor de inzet van dierlijke mest. Dit door verruiming van de gebruiksnormen. Alleen dan kunnen akkerbouwers de ruimte die ze nog hebben benutten.
"Wij vroegen het ministerie hier uiterlijk 14 augustus op te reageren", zegt sectievoorzitter Johan Mostert. "Op die manier had de sector nog genoeg tijd gehad om hier gebruik van te kunnen maken. Voor akkerbouwers was het een mooie manier geweest om te werken aan de bodemgezondheid. Die bodem levert topsport en moeten we in topconditie houden. Vergelijk het met Max Verstappen. Die geven we toch ook de allerbeste verzorging." Tegelijkertijd kan het de veehouderij wat lucht geven. Een sector die het laatste seizoen veel plaatsingsruimte inleverde als gevolg van nieuwe regelgeving.
"Daarom vragen we het ministerie van LNV alsnog met een antwoord te komen", zegt Mostert. Die hoopt dat het ministerie nu wel thuis geeft. "Als ze nog vragen hebben of antwoorden willen mogen ze altijd bellen. Wij werken graag mee aan goede oplossingen." Ondanks de teleurstelling over de stilte vanuit het ministerie houdt Cumela vol. "Wij blijven ons inzetten om een antwoord te krijgen."
