Deze week maakte -toen nog- minister Staghouwer bekend dat de derogatieregeling vanaf volgend jaar moet worden afgebouwd. Elk jaar mogen de melkveehouders minder mest van het eigen bedrijf op hun land uitrijden. In 2026 mag dan overal in Nederland nog maar 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt. “Onbegrijpelijk,” stelt Hans Verkerk, beleidsmedewerker mest bij Cumela. “De Nederlandse overheid en Europa hebben de mond vol over kringlooplandbouw, maar nu worden boeren verplicht dierlijke mest te vervangen door kunstmest. Kunstmest waarvoor, zoals we deze zomer al hebben laten zien, enorm veel aardgas nodig is. Terwijl deelnemers aan de vorige derogatie lieten zien dat ze voldeden aan de norm in de nitraatrichtlijn.”
Voor cumelabedrijven die mest uitrijden bij de boeren betekent de afbouw een fors omzetverlies, aldus Verkerk. “Deze bedrijven raken de komende jaren grofweg een derde van de omzet in het mest uitrijden kwijt. Dat betekent dat hun apparatuur minder rendabel wordt en langer gebruikt moet worden om te worden terugverdiend. Daarmee verdwijnt de mogelijkheid om te investeren in de nieuwe technieken die nodig zijn om de stikstofemissies verder terug te dringen.”
Aan de andere kant betekent het wegvallen van de derogatie een enorme uitdaging voor de mestdistributeurs en mestverwerkers. Zij moeten de komende jaren voor een grote hoeveelheid extra mest afzet vinden. Deze hoeveelheid loopt op tot ruim 10 miljoen ton mest extra in 2026. “Dat betekent een enorme druk op de mestmarkt. Uit het verleden weten we dat dit betekent dat de mest naar veel verder weg getransporteerd moet worden met de daarbij behorende verhoging van de kostprijs. Want de transportafstand voor de laatste kilogram bepaalt de prijs. In Nederland zullen de akkerbouwers waarschijnlijk blij zijn. Zij kunnen dan rekenen op goedkope mest, omdat ze zo dichtbij zitten.”
Met het wegvallen van de derogatie wordt volgens Cumela de kringlooplandbouw een utopie. “We zien nu al dat bijvoorbeeld de fosfaattoestand van de bodem achteruit gaat, omdat de gewassen meer fosfaat onttrekken dan er via de mest terugkomt. Europa zegt zich zorgen te maken over de bodem, maar met het wegvallen van derogatie gaan we de bodem uitputten. Deze maatregel gaat volledig voorbij aan de oorspronkelijke reden waarom Nederland derogatie kreeg, namelijk dat onze gronden veel meer produceren dan bijvoorbeeld een droge grond in Spanje waar je nu ook nog 170 kg N mag gebruiken.”
Verkerk hoopt wel dat er de komende twee jaar toch een regeling komt voor het inzetten van bewerkte mest als kunstmestvervanger. “De eerste twee jaar is de teruggang nog beperkt en kunnen we de extra mest nog relatief makkelijk verwerken. Krijgen we dan de gelegenheid om te schakelen naar kunstmestvervangers, dan kan ook de agrarische sector zich daarop instellen en kunnen we wellicht toch meer dierlijke mest gebruiken op de graasdierbedrijven. Ook al is dat dan bewerkt.”
Hoe ziet het nieuwe derogatiebesluit er uit
Als het nitraatcomité het huidige voorstel goedkeurt, dan wordt vanaf volgend jaar de hoeveelheid stikstof die veehouders uit drijfmest mogen aanwenden in stappen verlaagd naar 170 kg N per jaar. (zie tabel). Voor een aantal zogenaamd verontreinigde gebieden geldt dat de verlaging nog iets sneller gaat. Deze gebieden zullen nog moeten worden aangewezen. Ook is er in deze gebieden sprake van aanvullende maatregelen.
In zijn Kamerbrief heeft Staghouwer aangegeven dat er de komende drie jaar een subsidie komt voor de boeren die door de maatregel worden getroffen. Die wordt gekoppeld aan de verplichting om minimaal 80 procent grasland op het bedrijf te houden. Op die manier wil de minister voorkomen dat er massaal grasland wordt omgezet in bouwland. Voor deze regeling is de komende drie jaar 130 miljoen beschikbaar. Daarna zouden de boeren de kosten moeten kunnen dragen vanuit de nieuwe maatregelen waarover nu wordt gesproken in het kader van de vermindering van de stikstofreductie.
Tabel: afbouw derogatie
verontreinigde gebieden | Hoogte derogatienorm in door nutriënten | Hoogte derogatienorm overige gebieden |
2022 |
230 kg/N/ha3 |
250 kg/N/ha |
2023 |
220 kg/N/ha |
240 kg/N/ha |
2024 |
210 kg/N/ha |
230 kg/N/ha |
2025 |
190 kg/N/ha |
200 kg/N/ha |
2026 | Geen derogatie | Geen derogatie |