“In het zuidwesten viel op plaatsen rond de 50 mm regen. Dat betekent dat we op die plekken weer stil staan”, zegt Coen van Kuijk, van Vakutrans BV. “Vorig jaar kregen we te maken met een slecht voorjaar. Dit jaar is nog erger dan vorig jaar.”
Akkerbouwers worstelen
Van Kuijk heeft het over het weer. Hij zag hoe akkerbouwers probeerden in het koude en natte voorjaar gewassen in de grond te proppen. “Met moeite konden ze de aardappelen en uien planten. Als drijfmest toepassen niet lukte grepen ze naar kunstmest om in elk geval nutriënten aan het gewas te geven. Die ruimte lopen we mis. Tarwe groeide door en is nu te lang. Ook die ruimte missen we” Per saldo ziet Van Kuijk dat akkerbouwers veel minder drijfmest toepasten dan een jaar eerder.

Een bittere teleurstelling. Intermediairs hoopten juist op een goed voorjaar. Begin dit jaar waarschuwde Johan Mostert , voorzitter van de sectie meststoffendistributie van Cumela, al dat mestputten leegmaken niet ging lukken. Hij runt in het dagelijks leven het bedrijf Mostert en Van de Weg BV en kent de praktijk ui eerste hand. “Die waarschuwing deed ik op basis van de aangescherpte mestregels. Door die strengere regels verdween veel plaatsingsruimte voor mest op een moment dat de mestputten al veel voller zaten dan de markt aan kan. We vroegen de Nederlandse overheid ons te helpen. Die hulp kregen we niet.”
Druk bij melkveehouders
Zowel Van Kuijk als Mostert zien de grootste druk bij melkveehouder. “Tegelijk weten we dat ook de mestputten van varkenshouders niet leeg zijn”, zegt Mostert. “Ze hebben een goed jaar achter de rug en daardoor financieel wat armslag. Ze kunnen het betalen.”
Tegelijk weten we dat ook de mestputten van varkenshouders niet leeg zijn
Toch ziet Mostert in dit laatste geen geruststelling. “We hebben het over mestafzetprijzen die schommelen rond de € 30 per kuub. De vraag is hoelang dat nog rekent. Als de mest niet weg kan en de mest komt boven de roosters te staan dan komt het dierwelzijn in het geding en moeten veehouders keuzes gaan maken.” Dat betekent schuren leeg laten staan of het vee opruimen. “Ik ken al melkveebedrijven waar dit aan de gang is.”
Koude sanering?
Beide mannen hebben het over een koude sanering. Er komen namelijk nog twee spannende jaren aan. Zo daalt de mestruimte voor bedrijven met een uitzondering voor de toepassing van mest, derogatie, in 2025 naar 200 kg stikstof per hectare om in 2026 op de uiteindelijk 170 kg uit te komen. Grotere afbouwstappen dan in de twee jaar ervoor.
Tekst gaat onder de afbeelding verder
Van Kuijk zegt dat de sector echt hulp van de overheid nodig heeft. “Verwerken of exporteren. Dat zijn de twee mogelijkheden die we hebben. Bij export lopen we dan weer tegen de eisen aan. Onbewerkt mest exporteren kan bijvoorbeeld niet. Aan de andere kant hebben we ook te weinig verwerkingscapaciteit. We staan met onze rug tegen de muur. Ik denk dat de overheid dat nog niet ziet.” Mostert zegt dat meer opslagruimte bouwen voor mest geen oplossing is. “Dan stel je de problemen alleen maar uit.”
Mostert raadt ondernemers aan goed debiteurenbeheer te blijven doen
Toepassen op grasland
De komende weken beperkt de mestafzet zich tot het toepassen op grasland. Daarna volgt de vraag hoe de gewassen in juli en augustus van het land komen. “En de ruimte die akkerbouwers vulden met kunstmest zijn we kwijt”, schetst Van Kuijk. “Het ziet er allemaal niet zo best uit.”
Mostert raadt ondernemers aan goed debiteurenbeheer te blijven doen. “Blijf er strak opzitten.” Van Kuijk is blij dat mestintermediairs net zoals de afgelopen 40 jaar de veehouders kunnen helpen. “De overheid doet het niet.” Tegelijk ziet hij ook de spagaat waarin ze zitten; aan de ene kant een akkerbouwer waar ze grote bedragen aan moeten afdragen en aan de andere kant een veehouder die moet betalen. “Je krijgt een moment dat ondernemers keuzes gaan maken.”