Kwaliteitsnet Landbouwverkeer

Kwaliteitsnet landbouwverkeer steeds nuttiger

Datum: 1 februari 2019
Laatst bijgewerkt: 12 februari 2020
Een kwaliteitsnet landbouwverkeer is een aaneengesloten net van wegen waarop landbouwverkeer zich over grotere afstanden vlot en veilig kan verplaatsen. Het draagt daarmee bij aan de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Knelpunten worden continu geïnventariseerd en met voorrang opgelost. Elk landbouwperceel moet namelijk bereikbaar zijn.

Landbouwverkeer is (relatief) onveilig, want landbouwvoertuigen worden gemaakt voor het verrichten van werkzaamheden op het land, maar moeten zich wel verplaatsen via de openbare weg. Veel wegen waarvan landbouwers en loonwerkers intensief gebruikmaken, zijn niet geschikt voor een veilige afwikkeling van het landbouwverkeer. Dat geldt zeker voor de drukkere landbouwroutes waarop ook veel fietsers rijden.

Wegbeheerders vinden landbouwverkeer vaak een probleem. Gemeenten hebben liever geen landbouwverkeer in hun woonkernen. Waterschappen hebben liever geen landbouwverkeer op hun smallere 60-kilometerwegen. Provincies en Rijkswaterstaat hebben landbouwverkeer liever niet op hun 80-kilometerwegen en ook niet op hun smallere parallelwegen, waar vaak veel (groepen) fietsers rijden. Wegbeheerders zien dus het liefst dat landbouwverkeer op de wegen van collega-wegbeheerders gaat rijden. Dat is natuurlijk geen oplossing en vraagt om actie.

Voordelen kwaliteitsnetwerk
Op 8 juli 2011 hebben Provinciale Staten van Zeeland het Kwaliteitsnetwerk Landbouwverkeer Zeeland ingesteld. Dit netwerk is nu dus bijna acht jaar in gebruik. Ook buiten de provincie Zeeland zijn inmiddels een aantal landbouwnetwerken ontwikkeld. Landbouwverkeer afwikkelen met behulp van een kwaliteitsnetwerk heeft een paar belangrijke voordelen:

  • Door tijdens de opzet en na ingebruikname van het netwerk input te blijven vragen van de belanghebbenden creëer je draagvlak en begrip.
  • Vanwege het intensieve contact komen zienswijzen al in een vroeg stadium aan de orde, wat leidt tot minder vertraging in de procedures.
  • Er regelmatig samen naar kijken, zorgt voor structuur in de aanpak en grip op de knelpunten. Dit is een uitermate efficiënte manier van werken.

Zeeland is een agrarische provincie, dus rijdt er veel agrarisch verkeer. De verwachting is ook dat het landbouwverkeer in de komende jaren verder zal toenemen. Twee ontwikkelingen vormen hiervoor de basis: de schaalvergroting in de landbouw en de tendens naar specialisatie en nieuwe producten. Tegelijkertijd neemt, met name in de zomer, het auto- en fietsverkeer op het platteland toe, dit vanwege het toenemende aantal toeristen dat Zeeland bezoekt.

Aanpak
Begeleid door een verkeerskundig adviesbureau hebben vertegenwoordigers van de betrokken wegbeheerders en van Cumela en ZLTO het netwerk van landbouwroutes in kaart gebracht. Per eiland is op een kaart van het gebied door loonwerkers en landbouwers ingetekend waar ze knelpunten en verkeersonveilige situaties ervaren. Hierbij hebben ze ook zoveel mogelijk rekening gehouden met verkeersintensiteiten en toekomstige ontwikkelingen (bijvoorbeeld de bouw van een graanontvangstpunt). In aparte bijeenkomsten hebben de vertegenwoordigers ook gekeken naar zaken als ruimtelijke ordening, landschap, milieu, economie, recreatie en toerisme.

In zo’n aanpak is het belangrijk om los te komen van de eigen belangen en te stoppen met denken in termen van eigen wegen, maar de belangen van de weggebruikers en de inwoners (woonkernen) centraal te stellen. Dat wil zeggen: gezamenlijk problemen inventariseren, die vervolgens ook gezamenlijk analyseren en gezamenlijk gebiedsgewijs zoeken naar de beste oplossing. Hier hebben de partijen dus overlegd op basis van een zogenaamd poldermodel. Een belangrijk voordeel van deze manier van aanpakken, is dat er een breed draagvlak ontstaat voor de resultaten.

Kwaliteitsnet Landbouwverkeer

Knelpunten bespreken en aanpakken
Binnen het vastgestelde netwerk hebben de deelnemers vervolgens de belangrijkste probleempunten vastgesteld. Op basis van objectieve criteria hebben ze een prioriteitenlijst gemaakt en hebben ze bepaald welke knelpunten ze als eerste zouden kunnen oppakken. Zo is een knelpuntenlijst ontstaan. Om ervoor te zorgen dat deze knelpuntenlijst up-to-date blijft, moet de lijst met regelmaat worden besproken. In Zeeland is daarvoor de coördinatiegroep logistieke landbouwroutes opgericht. Deze groep bestaat uit de drie grootste wegbeheerders (Waterschap Scheldestromen, Provincie Zeeland en Rijkswaterstaat) plus een vertegenwoordiger van zowel Cumela als ZLTO. Deze groep overlegt twee tot drie keer per jaar, waardoor het nieuwe knelpunten aan de lijst kan toevoegen en opgeloste knelpunten van de lijst kan afhalen.

Wetsvoorstel kentekening landbouwvoertuigen
Op dit moment (februari 2019) ligt er een wetsvoorstel voor registratie en kentekening van (land)bouwvoertuigen te wachten op behandeling. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, heeft dat een paar zeer positieve gevolgen voor het landbouwverkeer. De maximumsnelheid voor gekentekende (land)bouwvoertuigen wordt dan formeel verhoogd naar 40 kilometer per uur. Dat betekent dat er meer wegen kunnen worden opengesteld voor landbouwverkeer. Als landbouwverkeer meer gebruik mag maken van rondwegen rond woonkernen dan zal de verkeersveiligheid en leefbaarheid in die plaatsen verbeteren. In een landbouwnetwerk zijn eventuele wijzigingen prima in te passen. Als het kenteken er komt, zal de RDW (afdeling Ontheffingen) de afgifte van breedteontheffingen centraal gaan verzorgen. Het is natuurlijk nuttig dat de wegen waarop een vrijstelling voor de breedte is gegeven ook netjes op elkaar aansluiten. Ook hier kan een netwerk voor brede landbouwvoertuigen handig zijn.

POP3-regeling gebruiken voor landbouwnetwerk
Oplossen van knelpunten in een wegennet kost geld. Dat staat los van het feit of de knelpunten zich in een netwerk bevinden. Een netwerk kan wel leiden tot verbetering van de leefbaarheid op het platteland. Om de leefbaarheid te bevorderen, heeft de Europese Unie zogenaamde POP3-gelden beschikbaar gesteld. Sommige provincies overwegen om deze gelden (deels) te gebruiken voor het verbeteren van het landbouwnetwerk. Daarmee lossen ze meer en sneller knelpunten op en verkleinen ze het concurrentievervalsende effect van de POP3-regeling, want van een landbouwnetwerk kunnen zowel agrariërs als loonwerkers gebruikmaken.

Meer netwerken opzetten
Het Zeeuwse netwerk was het eerste, maar inmiddels al lang niet meer het enige landbouwnetwerk. Ook zeventien gemeenten in West- en Midden-Brabant hebben gezamenlijk de knelpunten voor het landbouwverkeer in kaart gebracht. Het begeleidende verkeersbureau heeft geadviseerd om gezamenlijk een netwerk voor landbouwverkeer op te zetten en periodiek regionaal overleg (twee keer per jaar) met de diverse belanghebbende partijen te organiseren om knelpunten en oplossingen te bespreken. Deze aanpak is inmiddels ook bestuurlijk besproken en vastgesteld. Wanneer blijkt dat ook in West- en Midden-Brabant het instellen van een landbouwnetwerk nuttig is, kan de rest van de provincie volgen. Dat is een heel mooi vooruitzicht.

Een kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer is geen wondermiddel, maar wel een prima hulpmiddel om structuur en grip op verkeerszaken te krijgen. Bovendien bevordert het de verkeersveiligheid. Het is de investering in tijd en geld daarmee meer dan waard.