Vanaf 1 januari 2021 wordt er naast de registratieplicht ook de kentekenplaatplicht voor (land)bouwvoertuigen ingevoerd. Na acceptatie van de registratie van je voertuig ontvang je van de RDW een kentekenbewijs op creditcardformaat. Met het kentekenbewijs kun je bij de automaterialenhandel of via sommige mechanisatiebedrijven een gele kentekenplaat laten maken.
Fasering
De kentekenplaatplicht wordt gefaseerd ingevoerd. Tot 1 januari 2025 hoeven geregistreerde (land)bouwvoertuigen, die niet sneller kunnen of niet sneller rijden dan 25 km/u, nog geen kentekenplaat te voeren. Rijd je met een voertuigcombinatie wel sneller dan 25 km/u, dan moeten zowel het trekkende als het getrokken voertuig beiden direct in 2021 een gele kentekenplaat voeren. Vanaf 1 januari 2025 geldt er een generieke kentekenplaatplicht voor alle (land)bouwvoertuigen, ongeacht hun constructiesnelheid of rijsnelheid op de weg.
Praktisch gesproken: wanneer de maximumconstructiesnelheid van de tractor of zelfrijdende machine hoger is dan 25 km/u, dan moet je er direct een gele kentekenplaat op monteren. In de praktijk rijden deze voertuigen namelijk altijd harder dan 25 km/u. Op de infographic van Cumela over de registratieplicht staat daarom een gele kentekenplaat bij alle voertuigen met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 25 km/u.
Let op: dat er nog niet direct een gele kentekenplaat gevoerd moet worden, betekent niet dat de registratie ook later kan. Vanaf 1 januari 2022 moeten alle registratieplichtige (land)bouwvoertuigen zijn geregistreerd bij de RDW en beschikken over een kentekenbewijs. Registratie van bestaande (land)bouwvoertuigen ná 2021 kan alleen nadat het voertuig eerst is gekeurd door de RDW.
Zonder kentekenbewijs bij een tractor of graafmachine mag je er na 2021 niet meer mee op de openbare weg rijden. Samengevat: De generieke registratieplicht voor bestaande registratieplichtige (land)bouwvoertuigen gaat op 1 januari 2022 in en de generieke kentekenplicht op 1 januari 2025.
De gele kentekenplaatplicht voor (land)bouwvoertuigen moet in 2021 direct gevoerd worden door:
- bestaande landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken die sneller kunnen of sneller rijden dan 25 km/u
- (land)bouwvoertuigen die een ontheffing nodig hebben voor overschrijding van de afmetingen, massa’s of aslasten
- (land)bouwvoertuigen die in het buitenland rijden
- landbouwtrekkers die APK-plichtig zijn
- alle nieuwe (land)bouwvoertuigen die vanaf 1 januari 2021 voor het eerst in gebruik worden genomen
Let op: Niet geregistreerde landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken voeren een witte volgplaat als het trekkende voertuig een kentekenplaat heeft.
Vanaf 1 januari 2025 is er een algehele kentekenplaatplicht:
- voor alle bestaande (land)bouwvoertuigen die registratieplichtig zijn,
- en voeren alle niet geregistreerde landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken een witte volgplaat
Eén kentekenplaat
Elk kentekenplichtig zelfrijdend (land)bouwvoertuig voert één kentekenplaat (GAIK-plaat: geel met blauw NL-logo) aan de achterzijde van het voertuig. Per kentekenbewijs kun je ook maar één gele GAIK-plaat laten maken.
Landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines krijgen een gele kentekenplaat die begint met een T, gevolgd door twee letters, twee cijfers en één letter (TBB‑01‑B). Geregistreerde landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken krijgen een gele kentekenplaat die begint met een L, gevolgd door twee letters, twee cijfers en één letter (LBB‑01‑B).
Witte volgplaat
Niet geregistreerde getrokken voertuigen voeren een witte volgplaat. Deze witte kentekenplaat heeft het kenteken van één van de trekkende (land)bouwvoertuigen van dezelfde eigenaar als van het getrokken voertuig. Het kenteken van de witte volgplaat hoeft dus niet overeen te komen met dat van het trekkende voertuig. Voordeel is dat de witte volgplaat niet hoeft te worden gewisseld als er een andere tractor voor staat.
De witte volgplaat op getrokken materieel moet direct worden gevoerd als het trekkende voertuig is voorzien van een gele kentekenplaat. Ook als de kentekenplaat van het trekkende voertuig met aanhangwagen of werktuig zichtbaar is.
Vanaf 1 januari 2025 is er algehele kentekenplaatplicht voor alle bestaande (land)bouwvoertuigen die registratieplichtig zijn. Niet-geregistreerde landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken voeren dan een witte volgplaat.
Let op: met niet geregistreerd getrokken materieel met een witte volgplaat mag er niet harder worden gereden dan 25 km/u.
Gedragen werktuigen
Wanneer de kentekenplaat van de tractor wordt afgeschermd door een werktuig in de driepuntshefinrichting, dan moet er op het werktuig een witte volgplaat worden gemonteerd. Dit moet hetzelfde kenteken zijn als dat van de tractor. Dit is vergelijkbaar met een fietsendrager op een autox.
Kentekenplaatverlichting
Veel bestaande (land)bouwvoertuigen hebben geen kentekenplaatverlichting, behalve de nieuwere tractoren en aanhangwagens. Landbouwtrekkers en getrokken landbouwvoertuigen die vanaf 1 januari 2018 nieuw zijn verkocht, moeten voldoen aan de goedkeuringseisen. Een eis is dat deze nieuwere (land)bouwvoertuigen wel zijn voorzien van kentekenplaatverlichting.
Op bestaande landbouwvoertuigen in gebruik genomen voor 1 januari 2018 en op motorrijtuigen met beperkte snelheid (van voor 1 januari 2021) hoeft daarom geen achterkentekenplaatverlichting te zitten en ook niet naderhand te worden aangebracht
GV-plaat vervangen
Bestaande (land)bouwvoertuigen met een GV-kentekenplaat moeten in 2021 opnieuw geregistreerd worden bij de RDW. Doe je dat niet in 2021, dan is het GV-kenteken vanaf 2022 niet meer geldig. Na registratie in 2021 ontvang je een nieuw kentekenbewijs met hetzelfde GV-kenteken. Als de huidige gele GV-kentekenplaat geen blauw NL-logo (model ‘oud geel’)heeft, dan moet de kentekenplaat worden vervangen door een nieuwe GAIK-plaat.
Twee kentekenplaten
(Land)bouwvoertuigen die in Duitsland en België rijden moeten twee kentekenplaten voeren. Naast de gele GAIK-kentekenplaat aan de achterkant moet aan de voorkant van het voertuig een witte volgplaat worden gevoerd. Er wordt namelijk maar één gele GAIK-plaat per geregistreerd (land)bouwvoertuig afgegeven.
Blauwe plaat
Historische (land)bouwvoertuigen met een bouwjaar van vóór 1 januari 1978 mogen een donkerblauwe kentekenplaat met witte letters voeren. Dit geldt zowel voor de trekkende voertuigen als voor het getrokken materieel. Gele of witte kentekenplaten zijn ook toegestaan voor deze historische voertuigen.
Handelaarskenteken
Speciaal voor (land)bouwvoertuigen komt er ook een handelaarskenteken. Dit is bedoeld voor niet-geregistreerde voertuigen, die nooit op de openbare weg rijden, maar toch incidenteel voor onderhoud en repartie over de weg naar een mechanisatiebedrijf moeten rijden. Dan moet je de handelaarskentekenplaat eerst ophalen bij het mechanisatiebedrijf en bij terugkeer van het voertuig ook weer terugbrengen. Best omslachtig: éénmalig registreren is gemakkelijker en kost uiteindelijk minder tijd.
Voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines wordt een groene handelaarskentekenplaat met de lettergroep LH gebruikt. Voor landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken is dat een groene handelaarskentekenplaat met de lettergroep OA.
Afmetingen kentekenplaat
Er mogen verschillende afmetingen kentekenplaten worden gebruikt.
Voor geregistreerde (land)bouwvoertuigen de modellen 27.1 (geel, langwerpig, 520x110 mm), 27.2 (geel, rechthoekig, 340x210 mm) en 27.10 (geel, model motorfiets, 210x143 mm).
Voor niet-geregistreerde aanhangwagens en getrokken werktuigen de modellen 27.24 (wit, langwerpig, 520x110 mm), 27.25 (wit, rechthoekig, 340x210 mm) en 27.26 (wit, model motorfiets, 210x143 mm).
De donkerblauwe historische kentekenplaten met witte letters op historische (land)bouwvoertuigen mogen langwerpig, rechthoekig of van het model motorfiets zijn.