Afgraven

Invasieve exoten vragen zorgvuldig berm- en slootwerk

Datum: 24 november 2023
Laatst bijgewerkt: 24 november 2023
Door: Herma van den Pol
Dankzij wegen kunnen we ons snel van A naar B verplaatsen. Bermen en watergangen vervullen eenzelfde rol voor planten en dieren en krijgen daardoor steeds meer waardering. Helaas blijkt het ook een ideale manier voor invasieve exoten om zich te verplaatsen. “Herkennen, vastleggen en communiceren”, daarmee kunnen we het beheersbaar maken, zegt Joyce Penninkhof, senior adviseur van Probos. Verdwijnen zullen veel exoten namelijk niet meer.

Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, grote waternavel, watercrassula en knolcyperus hebben met elkaar gemeen dat ze oorspronkelijk niet in Nederland voorkwamen en dat je ze nu overal ziet. De knolcyperus burgerde zelfs zo goed in dat deze nog wel bij de quarantaineplanten staat, maar vaak niet meer bij de exoten.

Invasieve exoten concurreren met inheemse planten en dieren en tasten zo de biodiversiteit aan

Elk jaar komen er nieuwe exoten bij, planten en dieren die de cumelasector tegenkomt in het werk dat ze doet. Met name in bermen en watergangen heeft de sector ermee te maken. Naast nieuwe exoten heeft er alle schijn van dat exoten beter overleven. Dit kan het resultaat zijn van de hogere temperaturen en zachte winters. “Ik schat echter in dat toegenomen globalisering in de vorm van transport, handel en toerisme de belangrijkste bron is van het toenemende aantal exoten”, zegt Penninkhof. Zij denkt dat klimaatverandering hierin een kleinere rol speelt.

Grote problemen

Van die exoten ontwikkelt slechts een heel klein aantal zich tot een zogenaamde invasieve exoot. Hoewel het om een kleine groep gaat, zijn de problemen die ze veroorzaken groot. Zo concurreren ze met inheemse planten en dieren en tasten ze daarmee de biodiversiteit aan. In het water zijn ze ook nog eens een gevaar voor de waterkwaliteit (zie het kader over de rivierkreeft).

Wil Nederland exoten beheersbaar maken, dan gaat het om een kostbaar proces. Zo lukt weghalen doorgaans maar deels. Om te voorkomen dat de planten daarna weer net zo veel terugkomen, volgt daarom nog een pakket aan maatregelen. Die vormen een groeiende kostenpost voor de maatschappij. Zo sloeg bijvoorbeeld het waterschap Aa en Maas recent alarm omdat het weghalen van grote waternavel alleen al 200.000 euro per jaar kost, ruim de helft van het budget voor de bestrijding van exoten.

Er hangt ook een prijskaartje aan het bestrijden of beheersbaar maken van de invasieve exoot

Ook Cumela merkt dat het hier gaat om een letterlijk groeiend probleem. “We hebben al heel lang te maken met invasieve exoten”, zegt Gerben Zijlstra, gespecialiseerd in dit onderwerp bij Cumela. “En de problematiek neemt toe”, stelt hij vast. Inmiddels staan er 33 soorten planten op de Europese Unie-lijst. Dat houdt in dat er een Europees verbod staat op handel in en bezit, kweek, transport en import van deze planten. De reuzenberenklauw staat hier bijvoorbeeld bij, maar de Japanse duizendknoop niet. Het beheersbaar houden van de reuzenberenklauw is daarmee een Europese verplichting, terwijl dit voor de duizendknoop nog niet geldt. Wel stelde Nederland een eigen handelsverbod in voor nog twaalf planten, waaronder de duizendknoop.

Eigendom

“Juist omdat er geen bestrijdingsverplichting geldt voor bijvoorbeeld Japanse duizendknoop zijn terreinbeheerders op zichzelf aangewezen”, zegt Zijlstra wanneer hij ingaat op de praktische problemen in het veld. “Dit beïnvloedt wat ze gaan doen”, zegt hij. Er hangt namelijk ook een prijskaartje aan het bestrijden of beheersbaar maken van de invasieve exoot. “Bij de aanpak van muskusratten werkt het omdat dit centraal wordt aangepakt. Het ontbreken van die landelijke aanpak maakt dat elke terreineigenaar dat zelf moet regelen. Niet elke terreineigenaar ziet namelijk de noodzaak of heeft het geld daarvoor beschikbaar.”

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zit nu veel meer boven op preventie

De derde reden dat de haarden met exoten toenemen, is meer praktisch. “Er is vaak geen goede manier om de planten aan te pakken”, stelt Zijlstra vast. “Er vinden veel onderzoeken en pilots plaats, maar dat heeft nog niets opgeleverd.”

Ervaring opdoen

Juist daarom is het belangrijk een verdere toename van invasieve exoten te voorkomen. Positief noemt Penninkhof daarin de verbeterde aanpak van nieuwe exoten. “We hebben van het verleden geleerd. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zit nu veel meer boven op preventie”, weet hij. Dat komt volgens de adviseur ook omdat er meer aandacht voor is en iedereen alerter is op nieuwe exoten. Via het Kennisnetwerk Invasieve Exoten, waar ze bij betrokken is, probeert ze mee te helpen kennis en krachten te bundelen. Mede met behulp hiervan stelden we de tabel op deze pagina’s samen.

Het aanpakken van de invasieve exoten is een flinke uitdaging, juist doordat ze allemaal hun eigen verspreidingswijze hebben

Hoewel ze hier alweer een aantal jaren bij betrokken is, blijkt er nog steeds verbetering mogelijk. “Ik was bijvoorbeeld gastspreker bij een evenement voor bodemprofessionals. Van tevoren dachten zij dat dit voor hen misschien minder relevant was, maar toen ik eenmaal met de presentatie bezig was, kwamen ze zelf tot de conclusie dat ze via de grond die ze voor werk aan kabels en leidingen verplaatsen onbedoeld ook planten als de duizendknoop verspreiden. Zo zie je dat er nog steeds gescheiden werelden zijn”, zegt Penninkhof.

Samenwerken

Het aanpakken van de invasieve exoten is een flinke uitdaging, juist doordat ze allemaal hun eigen verspreidingswijze hebben. Zo plant een Japanse duizendknoop zich niet voort via de bloemen, maar via de wortels en stengels. Die wortels kunnen wel twee meter diep zitten en zijn ijzersterk. Grote waternavel veroorzaakt problemen in het water, maar de wortels zitten in de oever. Breek je een stukje af, dan kan daar weer een nieuwe plant uit ontstaan. Berenklauw verspreidt zich dan wel weer via de bloemen en deze plant moet je niet aanraken. Watercrussala voelt zich weer goed thuis in nieuw aangelegde gebieden.

Wat goed werkt tegen invasieve exoten is samenwerken. “Een gebiedsgerichte aanpak helpt”, zegt Penninkhof. “In Noord-Brabant trekken verschillende terreineigenaren samen op om dit aan te pakken”, geeft ze als voorbeeld. In een aantal provincies, zoals Gelderland en Utrecht, kunnen terreineigenaren een beroep doen op financiële ondersteuning voor het opstellen van beheersplannen en bestrijding. Zijlstra juicht dit toe. “Liever had ik dit jaren geleden al gezien, want nu kost het veel meer moeite om de haarden te beperken. Ik hoop dat we die lessen meenemen voor andere planten die nog gaan komen.”

Zorgplicht invullen

In de huidige situatie heeft de cumelasector vooral een zorgplicht, stelt Zijlstra. “Zorg dat jij en je medewerkers de planten en dieren herkennen. Voorkom dat je ze per ongeluk verspreidt. Tref je ze aan, meld het dan bij je opdrachtgever en weet wat de RAW en de handelingskaders hierover regelen. Voorkom vooral (per ongeluk) verspreiding van exoten. In het slechtste geval kan het je veel geld gaan kosten. Vergelijk het met de omgang met verontreinigde stoffen.”

Penninkhof vult daarop aan de invasieve exoten door te geven in waarnemingen.nl en telmee.nl. “Herkennen, vastleggen en communicatie, dat is de basis. Ik ben me er bewust van dat het wat vraagt van mensen die in de berm werken. Je wordt zo bijna een halve ecoloog. Toch zie ik ook dat bermeigenaren op zoek zijn naar kwaliteit en assertieve onderhouders. Je kunt daarmee jezelf onderscheiden. Uiteindelijk gaat het hier om de dooradering van het landschap die lang ondergewaardeerd was.”

Overzicht belangrijkste invasie soorten