"Met regelmaat spreek ik leden die te maken hebben met langer wachten op een WIA-beoordeling (na 104 weken arbeidsongeschiktheid)", zegt lamers. "Nu is er duidelijkheid en kan een werkgever met een gerust hart zijn werknemer adviseren om een voorschot op een WIA-uitkering bij het UWV aan te vragen totdat er een definitieve WIA-beschikking binnenkomt."
In samenspraak met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft UWV besloten de voorschotten die betaald zijn onder WIA niet meer terug te vorderen bij de werknemers die te lang hebben moeten wachten op een WIA-beoordeling. Dit omdat de vertragingen in de sociaal-medische beoordelingen fors zijn en als gevolg van de coronamaatregelen ook nog oplopen.
In navolging van het stopzetten van de terugvorderingen krijgen degene die de vorderingen al (deels) terugbetaald hebben het geld weer terug. Ook worden er voorlopig geen nieuwe terugvorderingen meer ingesteld.
Premies voor werkgevers
In de kamerbrief wordt ook ingegaan op gevolgen hiervan voor werkgevers. Zo wordt onder 5.1 Financiële gevolgen voor werkgevers het volgende gedeeld: "De uitkeringen op grond van de WIA, waarop deze brief ziet (WGA-uitkeringen) worden vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (vangnetters) en de Werkhervattingskas (Whk) (overige) gefinancierd. Uitkeringen die vanuit de Werkhervattingskas worden gefinancierd worden voor grotere werkgevers doorbelast door middel van een hogere individuele premie. Hetzelfde geldt voor WIA-voorschotten. Werkgevers die voor de WGA-uitkeringslasten eigenrisicodrager zijn, dragen de lasten van uitkeringen (en voorschotten) zelf."
Verder meldt de brief: "Op deze manier zou het kunnen voorkomen dat individuele werkgevers de lasten voor de kwijtschelding moeten dragen. Dat kan op twee manieren. Publiek verzekerde middelgrote en grote werkgevers kunnen via de individuele werkgeversrisicopercentage een verhoogde individuele premie moeten betalen."
Werkgevers die het eigen risico dragen, kunnen al dan niet via het UWV, een voorschot hebben verstrekt. Voor beide situaties geldt dat in overleg met het UWV is besloten om de lasten die verband houden met het kwijtschelden, niet ten laste te laten komen van individuele werkgevers. De late claimbeoordeling is immers ook niet aan hen te wijten.
Werkhervattingskas-premies 2022
Hetzelfde geldt natuurlijk voor de groep werkgevers als geheel. UWV: "Ook op totaalniveau zal het kabinet zorgen dat de kwijtscheldingen zich niet vertalen in hogere premies. Voor het Aof, waar 25 procent van de kosten van het kwijtschelden neerslaan, geldt dat het kabinet de premie vaststelt, en dat deze niet wordt verhoogd voor de extra uitgaven aan kwijtscheldingen. De resterende 75 procent van de uitgaven komt ten laste van de Whk."
Bij het vaststellen van de Whk-premies voor 2022 (publicatiedatum 1 september) kon UWV met deze extra uitgaven nog geen rekening houden. De Whk-premie voor 2022 wordt door deze uitgaven dus niet beïnvloed. "Voor 2023 gaat het kabinet, samen met UWV, bekijken of de kwijtscheldingen invloed hebben op de Whk-premie en dit, indien nodig, compenseren", stelt UWV.
