Een bodemanalyse op basis van P-CaCl2 en P-AL vervangt na de jaarwisseling het Pw-getal en gaat vanaf dan bepalen hoeveel mest er nog toegepast mag worden. Op landelijk niveau zou de overgang geen veranderingen teweeg moeten brengen. Of dat zo is moet echter nog gaan blijken, want lokaal blijkt de nieuwe norm grote veranderingen in de toepassingsnormen tot stand te brengen. Voor CZAV reden om zich bij LTO Nederland aan te sluiten en te vragen om aanpassingen van de normen. Navraag leert dat ook Cumela niet blij is met wat hier gebeurt en het ziet als de volgende politieke blunder.
Bodem verder uitputten
"In de oostelijke (zand)gronden zien we dat de klasse-indeling zo gekozen is dat er meer fosfaatruimte beschikbaar komt, maar voor de (jonge) zeekleigronden is de overgang op bedrijfsniveau juist desastreus", aldus de coöperatie. Zij signaleren dat daar de normen zo aangepast worden dat er nog minder mest, fosfaat, toegepast mag worden terwijl het nu al een uitdaging is om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden door de beperkt toegestane mestgift.
De geconstateerde gemiddelde daling is meer dan 15 procent met uitschieters tot 30 kg/ha
"Dit is erg merkwaardig, juist omdat deze gronden gemiddeld tot laag zitten in de fosfaattoestand en laag in het gehalte organische stof. Om de bodemvruchtbaarheid en bodemweerbaarheid op peil te houden, vraagt deze regio juist al jaren om ruimere normen zodat meer organische stof aangevoerd kan worden," zo licht CZAV toe. Om haar beweringen te staven werd de proef op de som genomen. "Van ruim 1.500 hectare zuidwestelijke klei werd de fosfaatruimte onder de nieuwe norm afgezet tegen die in de oude norm. Daarbij is de geconstateerde gemiddelde daling meer dan 15 procent met uitschieters tot 30 kg/ha (van 70 kg P2O5 ruimte naar 40 kg per ha)."
Steeds minder ruimte voor organische stof
Wordt dit doorgerekend voor het complete areaal bouwland klei dan schat CZAV het verlies op 946 ton fosfaat. "Dat komt neer op 270.000 kuub varkensdrijfmest of 500.000 ton compost." De coöperatie vind het niet juist dat er elke vier jaar, in een regio die goed scoort op emissies naar grond- en oppervlaktewater, minder ruimte komt om organische stof aan te voeren. Daarom hoopt de coöperatie nu door het bundelen van de krachten de politiek zover te krijgen dat normen aangepast gaan worden.