Een opdrachtgever die weet hoeveel stroom er voor een werk nodig is. Dat kan van de elektrische bouwplaats een succes maken. Een tweede oplossing kan extra tijd zijn tussen aanbesteden en het uitvoeren van werkzaamheden, waardoor aannemers zelf bouwstroom kunnen regelen. Twee oplossingen die naar voren komen uit het hoofdverhaal in Grondig 8. De eerste oplossing krijgt al handen en voeten in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Zo maakt die bekend in de loop van november te komen met een hulpmiddel voor het berekenen van de stroomvraag oftewel het vermogen.
Boodschappenlijst voor netbeheerder
In november wordt duidelijk hoe het hulpmiddel eruitziet en hoe het werkt. Het is vooral de bedoeling dat het gemeenten gaat helpen om goede inschattingen te maken van de vraag naar stroom. Met die schattingen kan de gemeente dan weer contact opnemen met de netbeheerder, zodat die de tijd heeft om bouwstroom te regelen.
De rekentool is een eerste stap in de realisatie van het nieuwe proces wat opgesteld werd door de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (zie bijlage). In dat proces krijgen gemeenten en opdrachtgevers een grotere rol. Door dat te doen wordt het makkelijker voor ze om een netaansluiting te regelen. Dit moet weer gaan helpen om al bij de start van de werkzaamheden gebruik te kunnen maken van bouwstroom. Hoewel er alternatieven zijn om stroom op de bouwplaats te krijgen beschouwen aannemers bouwstroom als de meest efficiënte, duurzame en goedkope methode om aan stroom te komen.
Meepraten of meedoen?
De interactieve procesplaat uit de bijlage laat alle stappen van het nieuwe proces zien. Binnenkort wordt dit proces getest in de praktijk. Ben je benieuwd naar de ervaringen? Of wil je meedoen? Neem dan contact op met de Nationale Agenda Laadinfrastructuur.
