VeiligheidsladderMarkusse

Veiligheid zit in kleine dingen

Datum: 7 februari 2023
Laatst bijgewerkt: 6 juni 2023
Wil je als bedrijf het bewustzijn op het gebied van veiligheid verhogen, dan is de meest voor de hand liggende manier de Veiligheidsladder. Markusse BV uit ’s-Heer Abtskerke nam Cumela en Stigas in de arm om dat te verwezenlijken. Sindsdien gaan de medewerkers van het bedrijf bewuster met veiligheidsrisico’s om en ook opdrachtgevers reageren positief.

In de kantine hangt een groot televisiescherm, waar Jan-Willem de Jonge regelmatig een ander toolboxfilmpje aanzet. Ook ligt er een ordner met aandachtspunten met betrekking tot veiligheid en hebben medewerkers elk een kaartje gekregen met de zogeheten LMRA-checklist. “Het is een Laatste Minuut Risico Analyse Checklist”, legt hij uit. “Sommige medewerkers hebben het kaartje in hun bus of machine liggen, anderen hebben het in de portemonnee. Zodra ze alle vragen van het lijstje met ‘ja’ kunnen bevestigen, kunnen ze veilig aan het werk beginnen.”

Wanneer er te veel regels zijn, denken mensen niet meer na

De Jonge werkt al 22 jaar bij Markusse BV in het Zeeuwse ’s-Heer Abtskerke. Daar is hij onder andere verantwoordelijk voor de certificeringen. Dat zijn er heel wat. Het loon- en grondverzetbedrijf telt namelijk een grote verscheidenheid aan werkzaamheden in groen, grond en infra, van bosbouw tot onderhoud in natuurgebieden tot aan werkzaamheden op het eigen akkerbouwbedrijf. “We hebben daardoor veel verschillende opdrachtgevers en dus veel certificaten nodig”, legt De Jonge uit.

Via die opdrachtgevers kwam het bedrijf ook in aanraking met de Veiligheidsladder. “Drie jaar geleden kregen we voor het eerst vragen van grote aannemers als KWS, Heymans en BAM over onze positie op de Veiligheidsladder. Naar aanleiding daarvan zijn we ons erin gaan verdiepen.”

Focus op gedrag

Markusse nam daarvoor contact op met Cumela en Stigas. “VCA-certificering zorgt ervoor dat bedrijven de veiligheid qua techniek op orde hebben, maar het gedrag van medewerkers, daar waar het bij de Veiligheidsladder om draait, is een ander aandachtspunt”, legt Peter Bredius van Stigas uit. Hij komt geregeld op het Zeeuwse loonbedrijf. “Gedrag gaat vaak om kleine dingen, en het meeste gedrag gaat onbewust, zoals het aantrekken van het veiligheidshesje, verkeersborden plaatsen, valbeveiliging gebruiken, een zaagbroek aantrekken en verlichting voeren”, stelt Bredius vast. Zo stapten de medewerkers van Markusse voorheen rond op een diversiteit aan schoenen, herinnert eigenaar Chris Markusse zich. “Van klompen tot Jolly’s”, zegt hij. “Nu moeten ze allemaal veiligheidsschoenen dragen.”

Gedrag van mensen is echter moeilijk te veranderen. Ga als leidinggevende maar eens verandering brengen in iets wat een medewerker al twintig jaar op dezelfde manier doet en wat ineens als onveilig wordt bestempeld. Hoe je dat? “Dat begint bij ons”, zegt Markusse. “Bij de leidinggevende. Als je er zelf nooit over praat, komt het niet van de grond.” “Dat betekent herhalen, herhalen, herhalen”, valt De Jonge hem bij. “Het moet tussen de oren van de medewerkers gaan zitten.”

“Het zit voornamelijk in kleine dingen”, zegt hij. “Denk aan een pootje eronder als je een wiel eraf haalt. Dat moet ik soms tig keer herhalen voordat de medewerker het ook daadwerkelijk gaat doen, maar dat is de kracht van herhaling. Niemand creëert expres een onveilige situatie. Niemand wil ongelukken, maar het duurt even voordat het gedrag is aangepast.”

Draagvlak creëren

Bij Markusse begon het met het opstellen van gedragsregels op het gebied van veiligheid. Markusse en De Jonge deden dat in samenwerking met Stigas en Cumela. Tegelijkertijd deden ze er een vragenlijst uit naar de medewerkers. Wat vinden zij belangrijk als het gaat om veiligheid? Waar zien zij verbeterpunten? “Daaruit bleek dat sommigen zelfs een uitbreiding van de regels wilden”, zegt De Jonge. “Zo werden roken en telefoongebruik in sommige situaties gezien als ergernis, als onveilig. Die punten hebben we meegenomen in de uiteindelijke gedragsregels.”

“Het is heel belangrijk medewerkers te betrekken bij het opstellen van die gedragsregels”, benadrukt Bredius. “Op die manier creëer je draagvlak”, legt hij uit. Dat is ook de ervaring van Markusse. “Door die enquête gingen medewerkers er zelf over nadenken en wordt het een onderwerp dat wordt besproken op de werkvloer. Het onderwerp gaat bij hen leven en ze zijn eerder bereid de regels ook op te volgen. Omdat je het gesprek met hen aangaat, worden ze zich ook bewuster van de risico’s. Iedereen ziet het belang er dan van in.”

Hoe ouder ze zijn, hoe moeilijker mensen te veranderen zijn

“Ze zien het dan niet meer als iets wettelijks dat moet worden opgevolgd, maar ze begrijpen dat het om hun eigen veiligheid gaat”, voegt De Jonge eraan toe. “Ze doen het voor zichzelf. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: aan het einde van de dag zonder kleerscheuren naar huis.”

Belangrijk is wel dat er niet te veel regels komen, beseffen ze. “Onze medewerkers moeten zelf blijven nadenken hoe ze op een veilige manier kunnen werken. Dat is heel belangrijk. We hebben zoveel verschillende soorten werkzaamheden en elke situatie is weer anders. Overal zijn weer andere veiligheidsrisico’s. Wanneer er te veel regels zijn, denken mensen niet meer na.”

Elkaar durven aanspreken

Wanneer regels toch niet op worden gevolgd of onveilig gedrag niet verandert, is het zaak elkaar erop te kunnen aanspreken. Dat is niet altijd even gemakkelijk, weet Bredius uit ervaring. “Wanneer een jonge werknemer iets moet zeggen van het gedrag van een oudere werknemer met meer ervaring, dan wordt dit niet altijd vriendelijk ontvangen. Een oudere vindt dat al snel ‘gezeur’. Zeker wanneer er veel hiërarchie binnen het bedrijf heerst, zal niet iedereen elkaar durven aanspreken op het gedrag.”

De oplossing is vertrouwen, stellen Markusse en De Jonge. “We zijn een hechte club. Er is onderling vertrouwen. Dat is de basis van het bedrijf. We zijn een vlakke organisatie. Daardoor zijn dingen bespreekbaar en durven werknemers elkaar ook aan te spreken op onveilig gedrag.”

Ze hebben daarbij het voordeel dat hun team veelal uit jonge medewerkers bestaat, stellen ze. “Veiligheid is een specifiek aandachtsgebied op school. Veilig werken leren ze daar al. Ze krijgen daardoor een andere perceptie op wat veilig is en wat niet”, zegt De Jonge.

“Wij zien dat de jongeren de ouderen daarin proberen mee te nemen”, vult Markusse aan. “Ze zijn mondiger en nemen het voortouw. Ze nemen hun nieuwe gedrag mee naar de generatie die er al lang werkt. Ik heb ook het idee dat jonge mensen meer open staan voor gedragsverandering dan ouderen. Hoe ouder ze zijn, hoe moeilijker mensen te veranderen zijn.”

Nu is het de uitdaging om het levendig te houden

Cursussen

Om medewerkers meer bewust te maken, krijgen ze ook trainingen en cursussen aangeboden. Zo kregen medewerkers een zaagcursus om de kennis van de motorzaag op te frissen, een cursus Veilig werken langs de weg of een veiligheidstraining Werken met een hoogwerker. Ook een cursus Feedback geven kwam voorbij. “Daar leren ze op een nette manier aan elkaar te vertellen waar het in hun ogen misgaat. Het is ook belangrijk dat daarbij wordt uitgelegd wat het risico kan zijn als iemand op deze manier blijft doorwerken”, zegt Markusse.

Daarnaast houdt het bedrijf eens per jaar een veiligheidsmiddag. De vorige keer gaf Peter Bredius, hoger veiligheidskundige bij Stigas, enkele toolboxen, onder meer over veiligheid en gedrag. Een veiligheidsdeskundige van KWS legde uit waarom het bedrijf bepaalde veiligheidseisen oplegt. “Zo’n middag wordt door de medewerkers echt enorm gewaardeerd”, merkt De Jonge op.

Ze zouden de Veiligheidsladder en de VCA moeten

Volhouden

Het loon- en grondverzetbedrijf staat nu op de zogeheten Approved Self Assessment-trede van de Veiligheidsladder. Het bedrijf is blij met de trede, maar nu is de uitdaging het vol te houden. “Wanneer het wordt geïntroduceerd, is iedereen er vol van en heeft iedereen het erover”, zegt De Jonge. “Nu is het de uitdaging om het levendig te houden.”

Om dat te bewerkstelligen, heeft het bedrijf een belonings- en sanctiebeleid opgesteld. Wanneer iemand de regels overtreedt, moet hij trakteren, maar wanneer iemand een tip of suggestie heeft hoe veiliger te werken, krijgt hij een waardebon ter waarde van 50 euro.

“Het sluit goed aan op de VCA, dus je blijft er als leidinggevende wel altijd mee bezig”, gaat De Jonge verder. “Ze zouden de Veiligheidsladder en de VCA moeten samenvoegen. Een checklist met regels vanuit de VCA heeft weinig nut als medewerkers geen ander gedrag laten zien.”

Dat het bedrijf bovenop veiligheid en veilig gedrag zit, wordt erg gewaardeerd door opdrachtgevers. “Sommige bedrijven stellen geen tijd te hebben om zich te verdiepen in de Veiligheidsladder, maar het komt nooit uit”, zegt hij. “Wij vinden het belangrijk. Je wilt toch niet dat er iets gebeurt. Daarnaast zijn opdrachtgevers er positief over. Wanneer ik zeg dat we een bepaalde opdracht die middag niet kunnen doen, omdat we dan een veiligheidsmiddag hebben, zal geen enkele opdrachtgever zeggen: wat een onzin. Ze waarderen het juist dat we investeren in veiligheid.”