Toolbox: juist gebruik van zwaailichten

Datum: 5 juni 2020

Laatst bijgewerkt: 22 september 2021

Door: Corina van Zoest-Meester

Zwaailichten gebruik je om te waarschuwen. Als ze onnodig worden gebruikt, gaat de signaleringswaarde ervan verloren. Het gebruik van zwaailichten is beschreven in de Regeling optische en geluidsignalen 2009. De politie geeft je een boete als je het zwaailicht onjuist gebruikt.

Het gele zwaailicht

Doel: aandacht vestigen op het voertuig

Aan:

Als het voertuig onder de speciale voertuigen valt én het voertuig mogelijk niet tijdig wordt opgemerkt door andere weggebruikers.
Als het voertuig een breedteontheffing heeft.
Als je het werkvlak oprijdt of verlaat bij werkzaamheden langs de snelweg (CROW 96a).

Uit:

Als je met het voertuig veilig staat.
Als je goed kunt worden opgemerkt.
Als je over de weg rijdt en het voertuig smaller is dan 2,60 meter

Let op als je langs de snelweg in de berm of het werkvak werkt, mag het zwaailicht niet aan, ook al is het donker (CROW 96a).

Door speciale voertuigen. Dat zijn:

Voertuigen die werken op of aan de weg, bijvoorbeeld stoomwalsen, hoogwerkers, voertuigen voor het maaien van bermen, gladheidbestrijding of sneeuwruimen. Vuilniswagens vallen hier niet onder.
Land- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid die (met aanhangwagen of lading) breder zijn dan 2,60 meter.
Motorvoertuigen die worden gebruikt voor reparatie of berging van voertuigen.
Voertuigen voor het vervoer van ondeelbare lading waarvoor ontheffing is verleend. Als er geen ontheffing is verleend, mag een zwaailamp niet worden gebruikt.
Voertuigen van transportbegeleiders, begeleiding van militaire colonnes en soms de belastingdienst of douane
Hulpverleningsvoertuigen die op een gevaarlijke plek stil staan om hun werk te kunnen doen.

Eisen aan het zwaailicht

Certificering volgens het reglement ECE 65. Dit kan ook een led-flitser zijn.
Het signaal moet te zien zijn op twintig meter afstand van het voertuig (360 graden). Dit wordt gemeten op 1,50 meter boven het wegdek.

Regeling

Het gebruik van zwaailichten is beschreven in de Regeling optische en geluidsignalen 2009. Die kun je vinden via: wetten.overheid.nl/BWBR0025357/2020-01-18.

Het blauwe zwaailicht

Doel: aangeven van een dringende taak.

Door: politie, ambulance en brandweer.

Het blauwe zwaailicht kan aan gaan bij het aanrijden naar een incident. Het voertuig wordt dan een voorrangsvoertuig en moet vrije doorgang krijgen van andere weggebruikers.

Het groene zwaailicht

Doel: aanwijzen van het commandovoertuig

Door: politie, brandweer en ambulance

Een rood zwaailicht is een niet-erkende kleur en wordt in Nederland niet gebruikt.