Wat levert het Zeeland op?
“Een bestuurlijke vaststelling waar het doorgaand landbouwverkeer rijdt. Dat geeft ons als sector een plek op de weg en een plek aan tafel als het gaat om verkeers- en vervoersplannen, op gemeentelijk en provinciaal niveau. We worden als sector ook (eerder) betrokken bij actualisaties."
Wij voeren het werk uit met onze (land)bouwmachines
"Als tweede heeft de samenwerking tussen alle Zeeuwse wegbeheerders en de gebruikers - in dit geval leden van Cumela en ZLTO - ervoor gezorgd dat voor enkele gewenste landbouwroutes geld beschikbaar is gekomen vanuit het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3-subsidie; red.). Ten derde krijg je zo als sector een ingang en spreek je met de juiste mensen om bepaalde zaken aan het licht te brengen.”
Wat is er nodig om zo’n netwerk in stand te houden?
“Dat je elkaar van tijd tot tijd ontmoet en spreekt. Hiermee kun je elkaar op de hoogte houden van wat er speelt en vragen stellen. Belangrijk is het dan ook dat wie meedoet er ook is. Wij hebben in Zeeland drie keer per jaar een meeting: twee daarvan digitaal en één ontmoeting fysiek. Dat is trouwens ook belangrijk. Om zaken te kunnen duiden en elkaar écht te begrijpen, zeker als het gaat om verkeerszaken of visies, kun je beter met elkaar om de tafel zitten.”
Hoe belangrijk is het dat er meer van komen?
“Ik vind het niet belangrijk, ik vind het noodzakelijk. Elke provincie kent (land)bouwverkeer. In de minder agrarisch gerichte provincies wordt soms nog gedacht dat elke trekker van een boer is. Waar het om gaat, is dat onze leden in elke provincie behoorlijk actief zijn, of het nu gaat om agrarisch loonwerk, sloten baggeren, maaiwerkzaamheden, grondverzet, onderhoud aan sportvelden of het bouwrijp maken van een nieuwe woonwijk. Wij voeren het werk uit met onze (land)bouwmachines.”
“Wij willen ook veilig op onze werkplek aankomen. Er zijn routenetwerken voor autoverkeer, vrachtverkeer, fietsverkeer en wandelaars, maar geen voor onze sector. Dat is toch vreemd? Juist in een tijd waarin wegbeheerders vaker kijken naar snelheidsbeperkingen, lees: veiligere doorstroming van het verkeer, op hoofdwegen en op parallelwegen.”
Welke wensen hebben de ondernemers in dit gebied nog met betrekking tot verkeersroutes?
“Onze leden gaan voor de veiligste route. Ze rijden niet expres door een dorpskern, een dijk met veel fietsers en / of een veel te smalle parallelweg of fietspad. Als ze dat doen komt dat soms door het gebrek aan alternatief. Het landbouwverkeer moet daardoor verplicht een route binnendoor nemen. Dit veranderen is denk ik wel een van de grootste wensen en dat er beter geluisterd wordt naar de praktische kant van onze ondernemers.”
In algemene zin moeten provincies, en daarmee ook wegbeheerders, het belang van de sector blijven inzien
“Het netwerk betekent niet dat alle knelpunten meteen zijn of worden opgelost. Er zijn dus zeker wensen. In het Kwaliteitsnetwerk Landbouwverkeer Zeeland is er onderscheid gemaakt tussen prioritaire knelpunten en overige knelpunten. De prioritaire knelpunten zijn logischerwijs de belangrijkste. Dat zijn knelpunten die we graag op korte termijn opgelost zien. Helaas werkt het niet altijd zo. Er spelen veel belangen mee en vaak kost een aanpassing ook nog wat geld.”
“Een van de grotere wensen die ondernemers in Zeeland hebben is een goede en veilige Oosterscheldeverbinding. In dit geval kijkt de Provincie naar Rijkswaterstaat en andersom. Zo kan het dat we al jaren bezig om de Oosterscheldekering toegankelijk te krijgen voor landbouwverkeer.”
Welke bedreigingen zie je voor het netwerk?
“In algemene zin moeten provincies, en daarmee ook wegbeheerders, het belang van de sector blijven inzien. Aanpassingen kosten geld, maar iedere inwoner van Nederland, of het nu in Zeeland, Utrecht of in Groningen is, heeft belang bij een veilige route voor onze sector om op locatie te kunnen komen om ons werk te blijven uitvoeren. Als wij veilig van A naar B kunnen rijden betekent dit dat de veiligheid in het verkeer voor iedereen geborgd is en dat wij ook op een duurzame manier ons werk (voor de maatschappij) kunnen uitvoeren.”
Welke kansen liggen er nog als er meer van dit soort netwerken komen?
“Olievlekwerking. Als meerdere provincies het oppakken dan kun je provincies die het nog niet in kaart hebben, laten zien wat de voordelen ervan zijn.”
Heeft de invoering van het kenteken veranderingen meegebracht?
“Zeker weten. Met besluitvorming komt het neer op de letter van de wet. Ook al is de praktijk weerbarstiger. Voorheen mochten we officieel maar 25 km/u rijden. Iedereen wist dat we een stuk harder reden maar wettelijk gezien rijden trekkers 25 km/u en als je harder rijdt dan 25 km/u ben je in overtreding. Dat we volgens de wet 40 km/u mogen rijden biedt de kans om samen met wegbeheerders te onderzoeken of landbouwverkeer op de hoofdrijbaan afgewikkeld kan worden.”
“Ondanks het kenteken heerst er bij wegbeheerders nog best wel wat onwetendheid als het gaat om wat (land)bouwverkeer precies inhoudt. Dat maakt het zo belangrijk, en tegelijkertijd constructief, om als wegbeheerders en branche periodiek met elkaar het netwerk te bespreken, actueel te houden en bij te werken waar nodig.
Is er nog iets over dit onderwerp wat je kwijt wil?
“Het vaststellen van een routenetwerk voor doorgaand (land)bouwverkeer in een provincie is alleen waardevol wanneer alle wegbeheerders in de provincie hieraan meedoen. Dat betekent niet dat alle gemeenten tijdens elk overleg aanwezig moeten zijn, dan wordt het wat druk en stroperig, maar zij moeten wel met het netwerk instemmen en dit ook gebruiken voor hun gemeentelijke verkeers- en vervoersplannen. Bovendien zie je als je routes letterlijk in kaart brengt soms de onlogica direct naar voren komen. Iemand op de trekker weet dit wel, maar een ambtenaar vaak niet. Vaak wordt dan ook duidelijk dat voor een bepaald verkeersprobleem twee wegbeheerders samen moeten gaan afstemmen wat er moet gebeuren.”

De bedrijvenadviseurs van Cumela
Tobias Barth maakt onderdeel uit van een team van acht bedrijvenadviseurs. Samen onderhouden ze het contact met de leden in hun regio. Zo heeft ieder lid van Cumela een eigen adviseur en daarmee een aanspreekpunt. Cumela biedt op die manier persoonlijke ondersteuning en houdt de verbinding met de leden in stand. Wist je dat de adviseurs ook regelmatig de telefoon van de Ondernemerslijn opnemen? Wil je verder praten over een onderwerp? Bel gerust met je eigen adviseur.