mestuitrijden

Teleurstelling over extra kalenderlandbouw

Datum: 1 december 2021
Laatst bijgewerkt: 2 december 2021
Door: Maurice Steinbusch
Cumela is blij dat er in de definitieve plannen voor het 7e Actieprogramma flinke aanpassingen zijn gedaan. Blijdschap is er vooral over het grotendeels verdwijnen van 1 oktober als datum dat gewassen geoogst zouden moeten zijn. Teleurstelling is er dat er vooral bij de bemesting nieuwe kalenderregels bij komen.

In de definitieve plannen voor het 7e Actieprogramma die Minister Schouten afgelopen vrijdag 26 november aan de Tweede en Eerste Kamer heeft gestuurd zijn  flinke aanpassingen doorgevoerd.  De plannen zijn aangepast na twee Tweede Kamerdebatten en de ingediende wijzigingsvoorstellen (moties) door de politiek. Ook hebben de ongeveer 3.650 ingediende zienswijzen en gesprekken met de sector in de afgelopen maanden haar rol gespeeld. Cumela vindt dat de effecten van de plannen voor loonwerkers onverminderd groot zijn ook na de aanpassingen.

1 oktober vervalt
Een belangrijke aanpassing is dat de voor (loonwerk)sector desastreuze maatregel om uiterlijk 1 oktober een vanggewas op zand en löss in te zaaien grotendeels van de baan is. Dit had betekend dat op deze gronden feitelijk alle gewassen voor deze geoogst zouden moeten zijn. Er komt nu een nog nader vast te stellen lijst met zogenaamde winterteelten. Hieronder zullen volgens een eerste aankondiging bijvoorbeeld gewassen als suikerbieten, zetmeelaardappelen en verschillende groenteteelten vallen. Na deze gewassen vervalt dan de verplichting om na de teelt een vanggewas te zaaien.

Minder bufferzones
Een tweede belangrijke aanpassing betreft de verplichte bufferzones langs oppervlaktewater. In tegenstelling tot het eerdere plan waarin Waterschappen aangeven, waar geen bufferzones hoeven te liggen, wordt nu de omgekeerde route gevolgd. Op basis van een nog op te stellen leidraad bepalen Waterschappen waar ze wel zinvol zijn. Dit betekent dat er minder plaatsingsruimte voor mest verloren gaat ten opzichte van de eerdere plannen. Dit voorkomt volgens beleidsmedewerker Maurice Steinbusch dat er een grote extra druk ontstaat op de mestmarkt met de prijsopdrijvende effecten die horen bij een verstoorde markt.

Voorjaars- en najaarbemesting ingeperkt
De versoepelingen die de minister heeft doorgevoerd betekenen echter ook dat ze elders regels aanpast om in de modellen toch een verlaging van de stikstofbelasting te halen. De belangrijkste aanpassing is dat ze de bemesting op bouwland in het voor- en najaar wil inperken.  Vanaf 2023 verschuift de uitrijdperiode in het voorjaar voor bouwland van 15 februari naar 15 maart. Wel komt er ook hier weer een uitzondering voor gewassen die echt eerder bemest moeten worden. Hierover is advies gevraagd aan de Commissie Deskundigen Meststoffen (CDM).

De najaarsbemesting wordt per 2024 voor bouwland beperkt tot maximaal 60 kg N/ha uit dunne fractie dierlijke mest en drijfmest.

Dit zijn maatregelen die zeer zuur zijn voor de loonwerksector stelt Maurice Steinbusch, beleidsmedewerker Agrarisch loonwerk van Cumela. “Het is mooi dat de 1 oktober regel van de baan is. Zonder verandering was dat gewoon einde oefening voor veel teelten." “Alleen wordt nu de ene datum ingeruild voor een andere datum,” foetert Twan Gubbels, die als sectiebestuurder Agrarisch Loonwerk bij de gesprekken betrokken was. “Opeens komt het ministerie met een vervangende maatregel voor de voor- en najaarsbemesting, waar tijdens de overleggen nooit over gesproken is.  Dit is dus duidelijk geen onderhandelingsresultaat tussen overheid en bedrijfsleven.”

Hij is wel blij dat  er voor de  voorjaarsbemesting nog wel een lijstje komt met gewassen waar bemesting mogelijk is voor 15 maart. Wat Cumela betreft staan er in ieder geval wintergranen en bieten op. Wat Steinbusch en Gubbels vooral irriteren is dat er opnieuw voor een verdere vorm van kalenderlandbouw is gekozen. “Op zich is 15 maart in veel jaren geen verkeerde datum omdat je vaak toch niet eerder het land op kunt. Maar er zijn ook droge jaren dat het land wel in de eerste weken van maart bekwaam is. Daar moet je als landbouw van profiteren om zo vroeg mogelijk te kunnen zaaien of poten. Maar dan moet je de goede omstandigheden ook kunnen benutten.”

Maatwerkroute
Een oplossing hiervoor zou nog de maatwerkroute kunnen zijn waarvan de sectie Agrarisch loonwerk groot voorstander is. Dit is de route die het gezamenlijk bedrijfsleven heeft opgesteld als alternatief voor de maatregelen uit het 7e actieprogramma. Daarin komt juist ruimte voor goede landbouwkundige praktijk. Boer en tuinder kunnen hierin bewust kiezen voor een andere route dan de generieke route van het ministerie. De minister heeft de gelegenheid gegeven aan de sector om de maatwerkaanpak in de komende maanden nader uit te werken. Halverwege 2022 besluit LNV of de maatwerkroute ingevoerd kan worden in 2023. “Deze krijgt daarmee een volwaardige plek in het 7e Actieprogramma voor de maatwerkaanpak geboden”, benadrukt Steinbusch.

Meest geschikte maatregel op de meest zinnige plek
In de maatwerkaanpak kan de boer of tuinder de meest geschikte maatregelen kiezen op de meest zinnige plek waarbij veel meer wordt uitgegaan van doelen dan van generieke maatregelen “Wat betreft grondwater is bijvoorbeeld de insteek om N-Min in de bodem te gaan bepalen. Oppervlaktewater wordt per geografisch gebied bekeken om te zien waar het water nog niet voldoet aan de Kaderrichtlijn Water. Is er actie nodig dan komen maatregelen waaruit een agrariër best passende oplossing kan kiezen. Dit stimuleert veel meer het  vakman- en ondernemerschap. Bovendien kom je dan ook niet terecht in de generieke maatregelen die eigenlijk niet aansluiten bij de landbouwpraktijk. We willen als loonwerkers namelijk bijdragen aan het telen van goede landbouwgewassen die daarmee extra nutriënten onttrekken en daarmee schoner water genereren Dan doen we op het goede moment,  als het weer het toelaat en de bodem bekwaam is ”, aldus Gubbels.

De komende dagen gaat Cumela via deze website uitgebreidere overzichten verstrekken om uit te leggen wat het 7e Actieprogramma nu concreet betekent als je als loonwerker actief bent in akkerbouw, melkveehouderij en andere sectoren en teelten.