buro

NOW regeling aangepast

Datum: 27 mei 2020
Laatst bijgewerkt: 23 januari 2024
Door: Jacqueline Tuinenga
De huidige NOW regeling wordt op een aantal punten aangepast zodat tegemoet wordt gekomen aan “weeffouten” die in de regeling waren geslopen door de snelheid van invoeren.

De bedoeling van de nieuwe regeling is dat bedrijven die vanwege de specifieke positie waarin ze zitten door bijvoorbeeld seizoenspieken of een overgang van onderneming voorafgaand aan deelname aan de NOW,   minder snel tussen “wal en schip” zullen belanden. Ook bedrijven die aanvankelijk niet in aanmerking zouden komen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW, kunnen door de wijzigingen mogelijk alsnog recht hebben op een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden maart t/m mei op grond van de eerste tranche van de NOW. Deze regeling geldt voor alle bedrijven die na 1 maart hun omzet met meer dan 20 procent zagen teruglopen.

1. Loonsombepaling voor seizoensbedrijven
Minister Koolmaas van Sociale Zaken heeft afgelopen week in de brief over de verlenging van het steunpakket Economie en banen aangekondigd dat ondernemingen die gedurende de winterperiode veel minder personeel in dienst hebben, toch de mogelijkheid krijgen om  via de NOW een loonkostensubsidie aan te vragen. Dit is mogelijk doordat hij in de regeling een alternatieve rekenmethode opneemt om de subsidiehoogte vast te stellen. Deze houdt in dat een stijging van de loonsom in maart t/m mei mee kan worden genomen in de hoogte van de subsidie bij vaststelling, mits de loonsom in de periode maart t/m mei 2020 hoger is dan driemaal de loonsom van januari. In deze rekenmethode wordt de hoogte van de loonsom in de maanden april en mei altijd gemaximeerd op het niveau van maart. Deze maatregel werkt ook gunstig voor andere aanvragers met een hogere loonsom in maart t/m mei dan in januari.

Aanvragers met een 0-loonsom in januari 2020 of geen loonsom in januari 2020 en november 2019, die een loonsom in maart t/m mei 2020 hebben, kunnen mogelijk alsnog voor de NOW in aanmerking kunnen komen. Als zij eerder een afwijzende beschikking hebben ontvangen, zullen zij door het UWV worden benaderd. In de nieuwe regeling wordt in dit geval gekeken naar de loonsom in maart. Het voorschot blijft ongewijzigd en wordt vastgesteld op basis van de oorspronkelijke methode, maar bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt naar de loonsom van  maart gekeken in plaats van januari. Dit is dus gunstig voor ondernemers die een lage loonsom hebben in januari. Vaststelling vindt voor iedere aanvrager plaats na afloop van de subsidieperiode(s), de aanvraag om vaststelling zal dus in geen geval eerder dan 7 september kunnen worden ingediend bij UWV (zie hieronder punt 6).

 

2. Langer openstellen aanvraagtijdvak
Er zijn twee nieuwe mogelijkheden voor aanvragers van een tegemoetkoming op grond van de NOW: de mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei en de mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen. Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW mogelijk alsnog succesvol een aanvraag doen. Dit geldt bijvoorbeeld voor bedrijven die in januari veel minder mensen in dienst hebben als bijvoorbeeld in maart of april  Als gevolg hiervan is het aanvraagtijdvak voor de eerste tranche van de NOW langer open gesteld, namelijk tot en met 5 juni 2020.

De hiervoor genoemde nieuwe mogelijkheden voor aanvragers zullen overigens terugwerken tot de 20 mei 2020, waardoor werkgevers vanaf dit moment op deze mogelijkheden een beroep kunnen doen. Ook werkgevers die meenden eerder geen recht te hebben op een tegemoetkoming op grond van de NOW hebben hierdoor voldoende tijd om alsnog een aanvraag in te dienen.

3. Bepaling relevante loonsom en omzet in situaties van overgang van onderneming
De regels in de NOW rondom omzet- en loonsombepaling sluiten niet altijd helemaal aan op de concrete situatie waarin een bedrijf zich bevindt. In de uitvoering van de NOW is gebleken dat zich met name rondom een onderneming die een andere onderneming heeft overgenomen sprake kan zijn van een niet-representatieve omzet- of loonsombepaling. Hiervoor wordt de regeling op twee punten aangepast. 1) de standaardregel voor omzetbepaling en 2) de loonsombepaling. Wil je hier over meer weten vraag dan bij de Ondernemerslijn om meer informatie.

4. Grens overleggen accountantsverklaring
Zoals eerder toegezegd zou de minister nog duidelijk maken onder welke grens een accountantsverklaring niet wordt vereist. Gekozen wordt om twee grenzen te hanteren, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de reguliere grens van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking. Voor de NOW wordt een accountantsverklaring verplicht gesteld voor bedrijven die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van €100.000,- of meer. Om te voorkomen dat een aanvrager een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan €125.000,-, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vast te stellen subsidie van €125.000,- of meer een accountantsverklaring vereist. Ondernemingen die een voorschot van minder dan €100.000,- hebben ontvangen zijn zelf verantwoordelijk om in te schatten of de subsidie op €125.000,- of meer wordt vastgesteld, waardoor ook zij een accountantsverklaring nodig hebben. Om ze daarbij te ondersteunen zal er een online een tool beschikbaar komen aan de hand waarvan een redelijke inschatting gemaakt kan worden of een accountantsverklaring al dan niet benodigd is.

Samen met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants worden de inhoud en richtlijnen voor de accountantsonderzoeken vastgesteld, middels een accountantsprotocol en standaarden. Naar verwachting zal de meerderheid van de bedrijven overigens geen accountantsverklaring nodig hebben, omdat voor veel bedrijven sprake is van subsidiebedrag onder de €125.000,- of een voorschot onder de €100.000,-.

Dat betekent echter niet dat er in situaties waarin geen accountantsverklaring nodig is geen controle plaatsvindt. De werkgever is verantwoordelijk voor de informatie die hij bij de aanvraag en de vaststelling van de subsidie verstrekt. De werkgever dient met betrekking tot de omzet en de loonsom een zodanig controleerbare administratie te beheren, dat achteraf gecontroleerd kan worden of een subsidie terecht is verstrekt. Ook heeft de werkgever de verplichting onverwijld melding te doen indien duidelijk is dat hij niet langer aan de vereisten voldoet.

De verzoeken tot vaststelling waarbij geen accountantsverklaring is vereist worden steekproefsgewijs gecontroleerd.

5. Dertiende maand filteren uit de loonsom
Als de werkgever in januari een dertiende maand heeft uitgekeerd, vertekent dat in feite representativiteit van de referentiemaand januari.

De regeling wordt hierop aangepast; een eventuele dertiende maand wordt uit de loonsommen ‘gefilterd’. UWV zal bij de vaststelling van de subsidie de extra periode salarissen, zoals een dertiende maand, uit de loonsommen halen. Hiermee wordt voorkomen dat werkgevers enkel vanwege de betaling van een dertiende maand in januari de NOW-subsidie moeten terugbetalen bij vaststelling.

6. Openstellen mogelijkheid tot indienen van een aanvraag om vaststelling
Aanvankelijk was beoogd dat verzoeken om vaststelling vanaf 1 juni 2020 gedaan konden worden. Inmiddels is duidelijk dat het niet wenselijk is dat het aanvraag- en vaststellingsproces elkaar overlappen. Daarom wordt bepaald dat vaststelling van de eerste subsidieperiode (maart, april, mei2020) kan worden aangevraagd vanaf 7 september. Tot en met 31 augustus hebben werkgevers immers de mogelijkheid een aanvraag voor de tweede tranche te doen. Indien er voor beide tijdvakken een NOW-aanvraag is ingediend, kan vaststelling aangevraagd worden na afloop van beide tijdvakken.

De voor de aanvrager relevante aanvraagtermijn voor de subsidievaststelling van 24 weken na afloop van het gekozen omzettijdvak wordt niet aangepast, behalve dat voor die aanvragen om vaststelling waarvoor een accountantsproduct is vereist een verruiming van de aanvraagtermijn plaatsvindt naar 38 weken. Dit om een piekbelasting bij accountants zoveel mogelijk te voorkomen. Door verlenging van de aanvraagtermijn kan de accountantsverklaring voor de NOW veelal ook met de reguliere jaarrekeningcontrole meelopen, hetgeen efficiënter en effectiever is.