mestmonster berkhof

Noord-Brabant moet gevolgen uitvoeringsagenda vergoeden

Datum: 16 november 2022
Laatst bijgewerkt: 17 november 2022
Door: Manon Jansen
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant willen volgens hun uitvoeringsagenda Mest af van drijfmest. Zij willen dat in 2030 alle mest wordt bewerkt voordat het wordt toegepast. Dat zou volgens hen emissies reduceren en de kwaliteit van bodem, water en lucht verbeteren. Hans Verkerk vindt dat dit een stap te ver is, omdat emissiearm toegediende drijfmest een goede basismeststof is.

Als de provincie dit doorzet moet er een vergoeding komen voor machines die dan nutteloos worden.

De provincie kiest volgens Verkerk met deze maatregel voor een kostbare route bij het toepassen van mest. “Er is niets mis met drijfmest. Bij de huidige gebruiksnormen is dit al onvoldoende om te komen tot evenwichtsbemesting. Het is dus een zeer goede en daarmee goedkope basismeststof. Onze ondernemers investeren daarin jaarlijks ook miljoenen om met de modernste technieken te komen tot een optimale benutting.”

Consequenties voor de sector

Met dit besluit zorgt de provincie Noord-Brabant ervoor dat de kostbare machines voor het toepassen van onbehandelde mest vanaf 2030 niet meer bruikbaar zijn en in de periode daarvoor steeds minder gebruikt zullen worden. Cumela vindt dat hiervoor een vergoedingsregeling getroffen moet worden. Bedrijven moeten ook de komende jaren nog investeren in nieuwe machines omdat de bewerkingscapaciteit die nodig is om te voldoen aan wat de provincie wil nog lang niet beschikbaar is. Die machines zouden vanaf 2030 waardeloos zijn, dus zal de provincie die korte afschrijvingstermijn moeten vergoeden. Anders investeert er niemand meer en krijgt Brabant juist met verouderde machines te maken.

Een ander punt dat Cumela onbegrijpelijk vindt is dat de provincie ook als doel aangeeft het vervoer van drijfmest te willen verminderen. Met verplichte verwerking zal het transport van mest alleen maar meer toenemen stelt Verkerk. “Volgens dit plan moet de dikke fractie centraal opgewerkt worden. Het verwerken van de dunne fractie kan bedrijfseconomisch vaak ook niet op bedrijfsniveau. Al die mest zal dus van en naar de bedrijven moeten worden vervoerd.”

Tot slot vreest Cumela dat het niet mogelijk zal zijn om de extra mestverwerkingscapaciteit die nodig is voor deze regeling op tijd te realiseren. “De vergunningverlening en het vinden van goed locaties gaat al jaren enorm traag. De kans dat dit nu wel voor 2030 lukt, inclusief de noodzakelijk financiering achten we zeer klein. Want hiermee wordt niet alleen de cumelasector op kosten gejaagd. Ook de veehouderij en akkerbouw gaat dit veel geld kosten. Die zullen dus ook niet willen investeren. Zeker omdat het de vraag is of dit met de Nederlandse hoge grondprijzen is terug te verdienen.”

Van overschot naar schaarste

Volgens de prognose van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) en het Planbureau voor de Leefomgeving ontstaat vanaf 2030 een landelijk tekort aan mineralen uit dierlijke mest. De vraag naar de voedingstoffen uit dierlijke mest wordt nog eens verder aangezet, doordat kunstmest, vanwege onder andere de hoge energieprijzen, schaars wordt.

In de uitvoeringsagenda stelt de provincie Noord-Brabant te verwachten dat zij daarop een uitzondering vormt en in 2030 beschikt over meer waardevolle grondstoffen uit dierlijke mest dan dat zij zelf nodig heeft. Heel optimistisch stelt zij dat dit betekent dat Noord-Brabant ook in 2030 kunstmestvervangers en bodemverbeteraars uit dierlijke mest kan aanbieden aan de andere provincies, waar een tekort is aan deze voedingsstoffen uit dierlijke mest.

Het driesporenbeleid

De provincie wil volgens de uitvoeringsagenda de duurzame benutting van meststoffen bevorderen, waardoor ook de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater verbetert. De focus komt de komende jaren te liggen op het sluiten van kringlopen, het duurzaam toepassen van bewerkte mest in de akker- en tuinbouw, het bevorderen van innovaties, opwekken van biogas en het faciliteren van locatiekeuzes voor mestbewerking. Om dit te bereiken worden drie sporen die parallel aan elkaar lopen gevolgd:

  • Het uitfaseren van  drijfmest en het tegelijk invoeren van een kringloopgedreven systeem.
  • Mestbewerking bij de bron: of zoveel verder weg als nodig, in gespecialiseerde mestbewerkingsinstallaties.
  • Het stimuleren van innovaties.
Route naar 2030

De uitvoeringsagenda mest geeft aan hoeveel mest bewerkt moet worden en op welke manier dat moet gebeuren. Maar wat dit betekent voor de ruimtelijke inpassing van mestverwerkingsinstallaties, dat dit wordt vastgelegd in het plan- Milieu Effect Rapportage Mest. Nu de uitvoeringsagenda is vastgesteld, wordt deze rapportage opgesteld. Dan moet ook duidelijk worden waar er verwerkingsinstallaties komen.