Voor de registratie van (land)bouwvoertuigen is het voertuigidentificatienummer (VIN) essentieel. Zonder het VIN kan de RDW géén kentekenbewijs voor je (land)bouwvoertuig afgeven. Bij de aanvragen komt het te vaak voor dat er geen juist VIN wordt vermeld. Het VIN kan onvolledig zijn of er wordt een nummer van een voertuigonderdeel opgegeven. Als de voertuiggegevens onvolledig of onjuist zijn, krijg je een e-mail van de RDW met het verzoek om foto’s van het ingeslagen VIN, van het constructieplaatje (typeplaatje) en van het gehele voertuig van de zijkant.
Foto VIN
De ervaring leert dat de RDW heel vaak moet vragen om deze foto’s, waardoor de verwerking van de registratie een stuk langer duurt. Daarom heeft de RDW besloten dat een foto van het VIN een vast onderdeel van de registratieaanvraag is. Vanaf maandag 21 juni 2021 moet je bij de registratieaanvraag een foto van het VIN meesturen. Dit kan een foto van het constructieplaatje met VIN erop zijn of een foto van het ingeslagen VIN in het chassis. Belangrijk is dat het VIN op de foto goed leesbaar is.
De foto kan alleen bijgevoegd worden bij registratie van individuele voertuigen via de website van de RDW. Bij de bulkaanvraag hoeft en kan er geen foto van het VIN worden meegestuurd.
VIN vinden
Het VIN (chassisnummer) kan op twee plekken op het (land)bouwvoertuig staan:
1. Op de constructieplaat
Op de constructieplaat, ook wel het 'typeplaatje', staat meestal het VIN. je kunt de constructieplaat herkennen aan het soort gegevens dat daar vaak op staan. Bijvoorbeeld: maximale massa’s in kg, fabrikantnaam, type en motornummer.
Het VIN op deze constructieplaat wordt ook wel chassisnummer genoemd. Het kan ook andere namen hebben, zoals: productienummer, Schleppernummer, Fahrzeugnummer of serienummer.
2. Ingeslagen in het voertuig
Daarnaast hoort het VIN ook door de fabrikant te zijn ingeslagen in een vast voertuigdeel. In de meeste gevallen is dit rechtsvoor op het voertuig (niet te verwarren met het motor- of versnellingsbaknummer). Bij sommige merken staan in de buurt van het ingeslagen VIN in het voertuig nog andere tekens. Deze tekens horen niet bij het VIN.
Op bestaande landbouwaanhangwagens (categorie R) en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (categorie S) is er soms geen VIN ingeslagen door de fabrikant. Een ingeslagen VIN op getrokken landbouwmaterieel is in Nederland namelijk pas vanaf 1 april 2017 verplicht. Een constructieplaat met VIN volstaat ook voor de registratie van aanhangwagens.
Onvindbaar VIN
Wat te doen als je het VIN of de constructieplaat niet vinden? Neem dan eerst contact op met het landbouwmechanisatiebedrijf of de fabrikant. Zij kunnen je vaak vertellen waar de constructieplaat zit. Soms kun je de plek ook vinden in het instructieboekje van uw voertuig of op websites over dit onderwerp. Fabrikanten kunnen soms ook een nieuw constructieplaatje opsturen.
Geen VIN aanwezig
Is er geen VIN aanwezig of is dit onleesbaar? Dan moet er alsnog een VIN worden aangebracht door de RDW. Dit doe je door een aanvraag voor een identiteitsonderzoek te doen bij de RDW.
Dit zogenaamde identiteitsonderzoek kan worden aangevraagd via de website van RDW. Het identiteitsonderzoek wordt gedaan door een RDW-keuringstation. Het identiteitsonderzoek naar het VIN kost € 44,50 en het inslaan van het VIN ook nog eens € 44,50; in totaal € 89,00 per voertuig. Het is mogelijk dat de RDW dit ook bij je op het eigen bedrijf doet, maar dit is ter beoordeling aan het RDW-keuringsstation. Wel komen er dan nog voorrijkosten van € 114,00 bij.
