De drie ministeries die betrokken zijn bij het SEB-convenant zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De emissiereductiedoelstellingen komen voort uit het Klimaatakkoord, Schone Lucht Akkoord en Aanpak Stikstof.
Cumela heeft vanaf het begin gehamerd op de haalbaarheid en betaalbaarheid van de emissiereductiedoelstellingen en wij voeren al meer dan een jaar intensieve gesprekken met de drie ministeries. Deze ministeries willen afspraken maken met alle betrokkenen over ieders inzet om de gewenste emissiereductiedoelstellingen in 2030 te halen.
Wij hameren op de haalbaarheid en betaalbaarheid van de emissiereductiedoelstellingen
TNO bevestigt zorgen Cumela
Cumela betwijfelt of die doelen haalbaar zijn en heeft daarom op 5 mei jongstleden een brief gestuurd aan de SEB-projectleiding met acht kritische randvoorwaarden om de SEB-ingroeipaden te laten slagen. Deze ingroeipaden zijn meerdere keren aangepast op basis van TNO-onderzoek om ervoor te zorgen dat we de emissiereductiedoelstellingen gaan halen.
Pas recent heeft TNO onderzoek gedaan naar de kritische randvoorwaarden. Hoewel dit onderzoek nog niet openbaar is, zijn tijdens het SEB-sectoroverleg al een aantal zeer relevante uitkomsten gedeeld. TNO bevestigt daarin de zorgen van Cumela. Vooral de randvoorwaarde of er op tijd voldoende zero-emissiematerieel beschikbaar is, trekt TNO in twijfel.
Samen optrekken
Op het te ondertekenen SEB-convenant hebben Cumela en andere branches nog wel het een en ander op te merken. De sectiebestuurders van Cumela vinden dat je een convenant alleen moet ondertekenen als je ervan overtuigd bent dat je de doelstellingen kunt halen. Tegelijkertijd vinden zij ook dat de beoogde emissiereductiedoelstellingen behaald moeten worden. Cumela wil zich daarvoor inspannen en blijft tijdens de looptijd graag actief betrokken bij het SEB-programma.
Wij willen ons hiervoor inspannen en blijven tijdens de looptijd graag actief betrokken bij het SEB-programma.
Cumela heeft de krachten gebundeld met collega-branches. 16 brancheorganisaties hebben de conceptreactie van Cumela doorgenomen. De volgende organisaties onderschrijven de eindversie: AFNL, Cumela, Fedecom, MKB INFRA, NVAF, Koninklijke OnderhoudNL, RAI Vereniging, TLN, VERAS, Koninklijke VHG en Vereniging Verticaal Transport. Een aantal branches kiest ervoor een eigen reactie aan de SEB te sturen, zodat ze daar hun eigen nuances in kunnen verwerken.
Zes voorwaarden SEB-convenant
De onderschrijvende branches concluderen dat er zes voorwaarden zijn waar het SEB-convenant aan moet voldoen voordat zij het zullen ondertekenen:
1. Convenant met haalbare doelstellingen
Alleen als onafhankelijk is vastgesteld dat de te nemen maatregelen voor het behalen van de noodzakelijke doelstellingen realistisch en haalbaar zijn, willen de branches ondertekening overwegen.
2. Juridisch bindend?
Het convenant moet voorkomen dat wederpartijen naar de Raad van State of de civiele rechter stappen om maatregelen af te dwingen, die mogelijk weer vertraging of uitstel van bouwprojecten tot gevolg kunnen hebben. Het convenant mag daarom hooguit inspanningsverplichtend zijn.
3. Monitoring en administratieve last MKB
Branches willen meewerken aan informatievoorziening over de vorderingen die de sector maakt, mits dat niet leidt tot onnodige extra administratieve lastenverzwaring voor het mkb.
4. Borging meerkosten
De meerkosten van nieuwe zero-emissie technologie ten opzichte van gangbare machines zullen met name in het begin fors zijn. Daar hoort een gezond contract en/of uurtarief bij. Branches willen dat een financiële paragraaf in het SEB-convenant zo concreet mogelijk weergeeft waarop alle betrokken partijen zich financieel vastleggen.
5. Gelijk speelveld en subsidie voor beheer, onderhoud en groen
De focus van de SEB-ingroeipaden is nu sterk gericht op bouw- en sloopactiviteiten. Het is belangrijk dat het convenant voor een gelijk speelveld zorgt voor bouw en sloop versus beheer, onderhoud en groen en dat deze activiteiten in aanmerking komen voor SSEB-subsidie.
6. Focus SEB op emissiereductie materieel
Door de combinatie met circulariteitsprogramma’s dreigen SEB-doelstellingen die zich richten op machines te vertroebelen met maatregelen die zich richten op materialen en grondstoffen. Beide moeten daarom in afzonderlijke programma’s en afgestemd op elkaar vorm krijgen.