vaste mest

Nieuwe regels voor wegen mesttransport

Datum: 21 maart 2019
Laatst bijgewerkt: 18 maart 2020
Na de inwerkingtreding van de onafhankelijk monsternemer constateerde de NVWA al snel een verschuiving van de fraude van het beïnvloeden van mestmonsters naar de beïnvloeding van het gewicht van een vracht mest. Hoewel natuurlijk maar een zeer klein deel van de bedrijven zich hieraan schuldig maakt, leidt het tot aanpassing van de algemene regels voor iedereen.

Minder kans op fraude 
Het doel van de nieuwe voorschriften is om manipulatie van het gewicht verder in te perken. Tevens is ervoor gekozen de regels in alle gevallen op dezelfde wijze te laten werken, dus zonder uitzonderingen, zodat de handhaving eenvoudiger wordt. Het wegen van een vracht mest wordt daardoor eenduidiger, waarbij de regels over de volgorde van wegen per 1 april 2019 in werking zijn getreden en de regels over de aanvullende informatie op de weegbriefjes of het weegbewijs per 1 oktober 2019 van kracht worden.

Allereerst zijn de regels met betrekking tot de weeginstallatie per 1 februari 2019 veranderd. De weeginstallatie die wordt gebruikt, moet voldoen aan de eisen die het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers stelt aan niet automatische weegwerktuigen. Dit houdt in dat het aanboord-weegsysteem dan wel de weegbrug moeten zijn geijkt. Wegen met een niet geijkt, niet ijkwaardig of kapot weegwerktuig is niet toegestaan en kan worden bestraft.

Weegvolgorde
De regels rond de nieuwe weegvolgorde, zoals die per 1 april 2019 van kracht zijn geworden, schrijven voor dat voor het laden van een vracht mest het leeggewicht moet zijn vastgesteld door het lege vervoermiddel te wegen. Na het laden moet de vracht ‘onverwijld’ worden gewogen. Hierdoor is al kort na het vertrek van de vracht het nettogewicht bekend en dient dat direct na de volweging al op het VDM te zijn opgenomen. Bij aanboord-weeginstallaties dient het nettogewicht dus al bij vertrek te zijn ingevuld of geprint op het VDM. Bij weging op weegbruggen geldt dat de spreiding van de weegbruggen in Nederland varieert. In het belang van een vrij verkeer van diensten kan daarom geen maximale afstand worden bepaald waarbinnen moet zijn gewogen. Bovendien laten lang niet alle weegbruggen extra weegverkeer toe en weren uitbaters soms zelfs mestvoertuigen. Vervoerders houden daarom in beperkte mate keuzevrijheid bij de keuze voor een weegbrug. In de toelichting op de regels geeft de overheid echter aan dat in de praktijk “zal worden bezien of de vervoerder, gelet op de beschikbare weegstations en de route naar de bestemming, in redelijkheid heeft voldaan aan de eis van onverwijld wegen”. Duidelijk is hieruit in elk geval wel dat van de vervoerder niet mag worden verwacht dat hij de verkeerde kant op gaat rijden om op de dichtstbijzijnde weegbrug te gaan wegen. Wel wordt verwacht dat de vervoerder zo nodig enkele kilometers omrijdt.

Wordt de vracht geëxporteerd, dan is het verplicht de weging in Nederland uit te voeren, ook als de dichtstbijzijnde weegbrug in het buitenland ligt. Wordt een vracht geïmporteerd, dan is het ook toegestaan om al in het buitenland te wegen. Het netto gewicht moet in ieder geval ‘onverwijld’ na het binnen Nederland komen beschikbaar zijn en op het VDM zijn opgenomen.

Weegbriefje
Per 1 oktober 2019 treden ook nieuwe regels over het weegbewijs of weegbriefje in werking. Die verplichten de vervoerder om het bewijs van wegen te hebben en dit ook bij de vracht in het voertuig te hebben gedurende het vervoer van de vracht. Het bewijs mag zowel op papier of elektronisch zijn en moet na afloop van het vervoer in de mestadministratie van de vervoerder worden opgenomen. Het bewijs van het wegen van een vracht kan uit meerdere elementen bestaan, zoals een bewijs van de leegweging en een bewijs van de volweging. Steeds moet uit de gezamenlijke bewijzen het netto gewicht van de vracht blijken.

Op een weegbewijs van een aanboord-weegsysteem dienen de volgende gegevens te staan:

  • Gewicht
  • Datum en tijdstip wegen
  • Identificatie weeginstallatie. Dit kan bestaan uit het kenteken van het voertuig waarin de mest wordt geladen, het combinatienummer of het unieke registratienummer van de weeginstallatie.

Op een weegbewijs van een weegbrug dienen de volgende gegevens te staan:

  • Gewicht
  • Datum en tijdstip wegen
  • Identificatie weeginstallatie
  • Kenteken van het transportmiddel waarin de vracht wordt of is geladen

Praktische consequentie voor aanboord-weegsystemen is dat in een deel van de gevallen de software in de weegcomputer moet worden aangepast. Afhankelijk van de weegcomputer kan het zo zijn dat het weegsysteem opnieuw moet worden geijkt. Daarom gaat deze wijziging ook pas per 1 oktober 2019 in, zodat vervoerders nog de tijd hebben om hun aanboord-weegsystemen te laten aanpassen en zo nodig opnieuw te laten ijken. Let daarbij wel op, want de leveranciers van deze weegsystemen hebben het druk! Kijk op de website van uw leverancier (zie kader) voor meer informatie over het wel of niet moeten laten aanpassen en herijken van uw systeem. Meld u zo spoedig mogelijk bij de leverancier om uw aanboord-weegsysteem te laten aanpassen. Dit moet voor 1 oktober 2019 zijn gedaan.

Niet alle weegsystemen kunnen nog aan deze nieuwe eisen worden aangepast. Daarom is voorgeschreven dat de leverancier publiek aangeeft voor welke weegsystemen de software niet meer kan worden geüpdatet. In die gevallen kan worden gewerkt met uniek genummerde weegbriefjes waarop het unieke keuringsnummer en het adres van de weeginstallatie is voorgedrukt. Dit zorgt ervoor dat altijd herleidbaar is met welk weegwerktuig de weging heeft plaatsgevonden.

Containers
Als mest in een container wordt vervoerd, mag het netto gewicht van de container zelf eenmalig worden vastgesteld en onuitwisbaar op de container worden aangebracht. Daardoor kan ook in de situatie met containers het nettogewicht eenvoudig worden uitgerekend op basis van weegbriefjes en het vastgestelde nettogewicht van de container.