Het is echter maar hoe je het bekijkt. Voor Cumela is de stad zeker sexy, want daar moeten we onze relaties hebben, liefst zo vriendschappelijk mogelijk.
Steekschop aanbieden
Een van onze belangrijkste missies is belangenbehartiging. We zijn bezig om die verder te versterken en werken we aan onze zichtbaarheid, standpunten en proberen soms op een creatieve manier op te vallen. Zo boden we Tweede Kamerlid Arend Kisteman In Den Haag een steekschop aan met ons rapport over de te grote regeldruk.
Brussel bepaalt
Maar eigenlijk moet je tweehonderd kilometer verderop beginnen, in Brussel. Zestig procent van de Nederlandse regels komt namelijk uit Brussel. Ze zijn daar vijf, zes jaar eerder al gemaakt. De Brusselse regels hebben een grote invloed op onze sector: denk aan de nitraatrichtlijn, de derogatie, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, richtlijnen over bodem en waterkwaliteit, de inrichting van onze Natura 2000-gebieden, stikstof, et cetera, et cetera.
Wanneer iemand achter een Brussels bureau begint na te denken, wil je daar zo vroeg mogelijk bij zijn. Met het bestuur van Cumela gingen we daarom naar Brussel. We lieten ons bijpraten en maakten kennis met de mensen die daar het werk doen.
Samenwerkingen aangaan
Zo bezochten we het kantoor van VNO-NCW in Brussel. Gingen we langs bij onze eigen Europese club Ceettar die daar werkt en hadden we een ontmoeting met Europarlementariër Bert-Jan Ruissen. We sloten af bij het Brusselse kantoor van LTO, belangrijk omdat we ook met deze organisatie een samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend om zo onze lobby in Brussel te versterken. We zetten stappen.
Wat valt op als je daar bent? Er loopt meer dan je denkt. Zo komt er een Circular Economy Act, met nieuwe regels over wanneer iets nog afval is of (nieuwe) grondstof. Voor leden in het grondverzet en het agrarisch loonwerk is dat belangrijk.
Duizenden mensen werken daar aan wetten en regelgeving. Die mensen zijn best benaderbaar, mits je tijdig, op het goede moment bij de juiste personen de goede boodschap weet te brengen. Dat vraagt veel, zo leert de ervaring. Je doet dit er niet even in een uurtje per week bij. Er zijn alleen al meer dan 700 Europarlementariërs en meer dan twintig directoraten-generaal (ministeries), die allemaal werken aan hun eigen dossiers. Het is wel de kant die we op moeten.
Weten ze wie wij zijn?
Daarbij helpt het als Brussel snapt wat een loonwerker of Cumela-lid is. Dat is nu niet zo. Ook dat moet dus veranderen. Daar gaat onze eigen Europese koepel Ceettar, waar vanuit Nederland Guus Altena in het bestuur zit, stevig mee aan de slag. Ceettar gaat nog harder werken om de zichtbaarheid van onze branche in Brussel te versterken.
Het bezoek leerde in elk geval dat Brussel sexyer is dan gedacht, maar laat Brussel dat ook maar over de cumelasector denken. Daarom begint belangenbehartiging in Brussel.
