“Ik hou er rekening mee dat er meer vraag naar dierlijke mest komt in reactie op de hogere prijzen voor kunstmest”, zegt Mostert. “Tegelijkertijd weten we dat de meeste ruimte al ingevuld wordt, waardoor ik verwacht dat er wat meer akkerbouwers zullen zijn die gaan vragen om meer mest. Ik denk niet dat het om een grote groep zal gaan.” Meer vraag betekent meer werk en Mostert signaleert nog een ander positief effect. “Ik denk dat akkerbouwers hierdoor misschien bereid zijn om wat langer op de mest te wachten. Dat betekent dat we meer tijd krijgen”, zegt Mostert.
Of die tijd nodig is hangt af van een andere belangrijke stemmingmaker in mest, namelijk het weer. Wordt het een lang koud voorjaar of een zacht voorjaar met een klein beetje regen? “Vooral de weerfactor maakt het heel lastig om nu al te zeggen wat er de komende tijd gaat gebeuren. Andere factoren die spelen zijn het wel of niet hebben van derogatie en de transportcapaciteit.”
Tijd geeft de doorslag
Afgaande op de geluiden uit het veld houdt Mostert er rekening mee dat veel veehouders er niet voor kiezen om extra mest af te gaan voeren, maar gaan bemesten zoals ze altijd deden. “Combineer dit met een aardig stabiele transportcapaciteit en meer vraag en dan kom je tot de slotsom dat we alle tijd die er is hard kunnen gebruiken.”
Door al deze ontwikkelingen rekent de voorzitter erop dat de prijzen voor de afzet richting landbouw en verwerking in beweging gaan komen. “De laatste jaren lagen die dicht bij elkaar, maar dat kan dit jaar weleens anders worden.”
