DSC06463

Goede bodemvruchtbaarheid brengt altijd meer op

Datum: 19 april 2023
Laatst bijgewerkt: 31 juli 2023
Door: Toon van der Stok
De afgelopen jaren zijn een aantal kleinere agrarische laboratoria, zoals Normec Robalab, Normec Dumea en Normec Groen Agro Control, gaan samenwerken binnen Normec Foodcare. Niet alleen om kennis en onderzoekscapaciteit te bundelen, maar ook om in samenwerking met bijvoorbeeld loonwerkers de advisering te verbeteren. Het belangrijkste doel is volgens Normec zorgen dat de bodemvruchtbaarheid altijd optimaal is, want dan hoef je ook niet plaatsspecifiek te bemesten.

Normec Dumea en Normec Robalab staan nu bij veel bedrijven vooral bekend als de adressen waar de mestmonsters worden geanalyseerd. Ondernemers kunnen er echter ook terecht voor onderzoek naar water, gewassen of grond. Aaltjesonderzoek is bijvoorbeeld een belangrijke dienst. Mario Willems, commercieel manager bij beide laboratoria, vindt het jammer dat dit onderzoek vaak beperkt blijft tot de drie bekende elementen stikstof, fosfaat en kali. “Terwijl er nog zoveel andere waardevolle elementen in zitten.”

Er zitten nog zoveel andere waardevolle elementen in mest

Dat laatste wordt benadrukt door Joke de Geus, die binnen Normec Groen Agro Control vooral aandacht heeft voor de akkerbouwmatige kant van het bedrijf. In 2021 heeft zij haar eigen bedrijf Groen Agro Control ondergebracht in Normec Foodcare. Dit bedrijf is opgericht in 1994 en heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot een internationale groep van laboratoria met vestigingen in Nederland en Peru. Normec Groen Agro Control richt zich op het ontwikkelen en toepassen van innovatieve meetmethoden in akkerbouw, landbouw en tuinbouw en de voedingssector. Volgens De Geus heeft het zich zo ontwikkeld tot een internationaal toonaangevend bedrijf. “Voor klanten zijn we een belangrijke kennispartner en adviseur op het gebied van productie, kwaliteit en voedselveiligheid.”

Nat-chemische analyse

Vanuit haar akkerbouwachtergrond heeft De Geus altijd met de nat-chemische analyse gewerkt. “Wij werken niet met NIRS, omdat we overtuigd zijn van de nauwkeurigheid van de traditionele onderzoeksmethode. Bij NIRS ben je afhankelijk van de goede ijklijnen en ben je vaak ook beperkt in het aantal te onderzoeken elementen.”

De Geus is ervan overtuigd dat er nog steeds veel te verbeteren is op het gebied van bodemvruchtbaarheid. “Stikstof, fosfaat en kalium houdt iedereen nog wel in de gaten, maar magnesium, zwavel, pH en organische stof zijn net zulke belangrijke parameters, evenals de sporenelementen. Daarnaast geeft de Cation Exchange Capacity, of CEC-complex, belangrijke informatie over de bodemvruchtbaarheid. Vroeger kon je met een overmaat aan stikstof nog veel verbloemen, maar nu zie je dat als de stikstof op is, een ander element bepalend wordt. Daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn.”

Nauwelijks bekeken

Het probleem waar Willems en De Geus tegenaan lopen, is dat in dierlijke mest juist die elementen nauwelijks worden bekeken. “Uit onderzoeken weten we dat sommige elementen, zoals koper, mangaan en borium, nu soms de beperkende factor worden. Daar zou je met mest bijvoorbeeld wat aan kunnen doen, maar dan moet je dat wel laten onderzoeken”, stelt Willems. “Als je dat soort zaken weet, kun je ook gerichter de mest kiezen die past bij de behoefte van het perceel waar die wordt uitgereden.”

Dat soort zaken vraagt ook een andere rol van de loonwerker, vinden De Geus en Willems. “Daar is ook zeker behoefte aan”, weet Willems. “Op graslandbedrijven zijn de meeste boeren volledig afhankelijk van hun voerleverancier, die zich een paar dagen per jaar met bemesting bezig houdt. Het voordeel van ons als onafhankelijk lab is dat we geen producten verkopen, maar alleen adviseren wat je moet doen om de bodemvruchtbaarheid te optimaliseren. We kunnen de klant dus de meest efficiënte en meest economische oplossing adviseren.”

Adviseur met kennis

In dat speelveld zou de loonwerker volgens De Geus en Willems een veel belangrijker rol moeten spelen. “We merken dat er behoefte is aan een adviseur die ook vanuit kennis mee kan denken en die ook de combinatie kan maken met de meststoffen die in de grond beschikbaar zijn. Daar liggen ook mogelijkheden door de juiste soorten mest te combineren.”

Een combinatie die zij voor zich zien, is die van monsternemer en adviseur. “Wij kunnen op veel plaatsen nog monsternemers gebruiken en dat zou een loonwerker of personeelslid goed kunnen doen in de rustige wintertijd. Wij zorgen daarbij voor de opleiding tot geaccrediteerd monsternemer en zorgen voor een programma dat aangeeft op welke plaatsen je op een perceel een monster moet nemen. Dat betekent dat je over een perceel loopt en dat nog beter leert kennen. Combineer je dat met de ervaringen in het veld tijdens het zaaien en de oogst, dan heb je heel waardevolle kennis, zeker als je die daarna combineert met een rol als adviseur om de uitslagen te bespreken en om te zetten in een bemestingsplan.”

Kennisinstelling

In een volgende fase zouden ze ook graag meer onderzoek doen in samenwerking met bijvoorbeeld mestdistributeurs en afnemers van de mest. “We zijn een officiële kennisinstelling en kunnen daarmee Europese subsidies aanvragen voor onderzoek. Die zouden we graag willen gebruiken om veel meer onderzoek te doen naar sporenelementen in de mest. Met bedrijven die daarin willen investeren, kijken we dan naar verschillen tussen mestsoorten. Samen kunnen we dan een grote databank opbouwen en goed onderzoek doen. Zo kunnen bedrijven daarna met de keuze van de juiste meststoffen veel meer inspelen op de behoefte van de grond. Belangstellenden kunnen zich uiteraard melden om zo te kijken of we een onderzoeksgroep kunnen opzetten”, aldus een enthousiaste De Geus.

We willen samen Europees gefinancierd onderzoek doen naar sporenelementen in de mest

Het uiteindelijke doel is zorgen dat de bodemkwaliteit perceelsbreed beter wordt. “Je kunt wel in kaart brengen waar een perceel minder presteert en daar proberen de bemesting op af te stemmen, maar vaak is het lastig om de echte oorzaak vast te stellen, omdat er zoveel variabelen zijn. Beter kun je zorgen voor een goede organische-stofvoorziening en aandacht voor alle elementen. Als dat in orde is, heb je altijd een optimaal presterende bodem.”

Over Normec Foodcare

Normec Foodcare noemt zichzelf specialist en kennispartner in voedselveiligheid, productkwaliteit en smaak. Het bedrijf is ontstaan vanuit een samenwerking tussen expertise- en adviesbureaus, inspectie- en trainingsorganisaties en laboratoria, waaronder Normec Dumea, Normec Robalab en Normec Groen Agro Control. Vanuit deze drie laboratoria worden bedrijven in de agrosector geholpen om inzicht te krijgen in de kwaliteit van grondstoffen, producten en processen, met als doel dat agrarische bedrijven een kwalitatief hoogstaand product kunnen leveren aan afnemers in de keten. De drie laboratoria beschikken over jarenlange ervaring en inzichten op het gebied van mest-, grond-, gewas- en wateronderzoek.

Meer informatie