zowerkthetniet

Enquête ondernemers: maatregelen tijdelijk werk zijn duur en missen doel

Datum: 30 januari 2019
Laatst bijgewerkt: 14 februari 2020
Medewerkers krijgen niet eerder en vaker een vast contract aangeboden als de plannen van minister Koolmees (SZW) met betrekking tot tijdelijk werk doorgaan. Dat zegt 91 procent van de werkgevers voor wie de inzet van tijdelijke krachten geen keuze is, maar verband houdt met de aard van het werk. Bijna 70 procent vreest dat het juist alleen maar banen gaat kosten. Dat blijkt uit een enquête onder ondernemers* over de maatregelen die zijn aangekondigd in de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), die de Tweede Kamer aanstaande donderdag behandelt. De enquête is gehouden in het kader van de campagne ‘Zo werkt het niet!’ die in december door VNO-NCW, MKB-Nederland en een aantal brancheorganisaties, waaronder Cumela, is gelanceerd.

“In de WAB wordt ‘vergeten’ dat veel tijdelijke krachten die pieken opvangen, scholieren en studenten zijn”, zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland. “Die willen gewoon een centje bijverdienen, meer niet. Ik gun iedereen die dat ambieert een vast contract en zekerheid. Maar feit is ook dat veel mensen bewust kiezen voor een wat vrijer bestaan.”
Het kabinet wil met het duurder maken van tijdelijk werk – tijdelijke contracten, seizoenswerk, oproepcontracten en contracten voor onbepaalde tijd zonder vaste uren – afdwingen dat werkgevers eerder en vaker een ‘vast contract’ aanbieden, dus een contract voor onbepaalde tijd met een vast aantal uren. Onderdeel van het wetsvoorstel is dat de premie voor de werkloosheidswet (WW) voor tijdelijk werk 5%-punt hoger wordt dan voor vaste contracten en dat een werkgever direct bij afloop van een contract een transitievergoeding vanaf dag 1 moet betalen van ongeveer 3 procent van het tot dan toe verdiende salaris.

Tijdelijk werk noodzakelijk in diverse branches
Werkgevers in detailhandel, horeca, grondverzet, recreatie, evenementenbeveiliging en land- en tuinbouw zien helemaal niets in deze plannen: ruim 90 procent wijst ze volledig af. Bijna 30 procent steunt weliswaar het streven van het kabinet naar meer vaste banen, maar wijst erop dat de inzet van tijdelijk werk in hun branche geen keuze is, maar verband houdt met de aard van het werk. Voor 94 procent is tijdelijke arbeid onmisbaar vanwege pieken en seizoenen.
Vonhof: “Aardbeien worden niet geoogst in december. En geen mens gaat kamperen of een cursus kitesurfen volgen in de herfst. En dan heb je nog sectoren die te maken hebben met enorme pieken in het werk, zoals horeca en detailhandel. De detailhandel bijvoorbeeld moet het vooral hebben van de decembermaand. Die kan dan niet zonder oproepkrachten.”
Meer dan tweederde van de werkgevers denkt dat het duurder maken van tijdelijk werk juist alleen maar banen kost. En 89 procent geeft aan dat consumenten uiteindelijk de rekening gaan betalen, omdat werkgevers de hogere kosten aan hen zullen doorberekenen. Zachtfruitteler Robert van de Meer heeft berekend dat de maatregelen in de WAB in zijn bedrijf leiden tot een kostenverhoging van dik 6 procent. En campingeigenaar Willemieke de Waal gaat alleen aan WW-premie al 68.000 euro meer betalen voor de 220 tijdelijke krachten die zij in het kampeerseizoen aan het werk heeft. “Wij kunnen die mensen helaas niet het hele jaar aan de slag houden en daar heeft iedereen begrip voor. De WAB gaat dat niet veranderen. Wij worden als seizoenbedrijf onevenredig gestraft.”

Campagne Zo werkt het niet!
De brancheorganisaties Detailhandel Nederland, Inretail, KHN, Cumela, Nederlandse Veiligheidsbranche, RECRON en LTO Nederland lanceerden samen met VNO-NCW en MKB-Nederland in december al de campagne Zo werkt het niet!, waarmee ze duidelijk maken dat seizoensarbeid of het opvangen van pieken zich niet laten vangen in een vast contract. Het is daarom niet logisch en niet eerlijk om dat te bestraffen. Bovendien wordt niemand daar beter van. De werkgevers willen geen WAB die ervoor zorgt dat tijdelijke krachten hun baan kunnen verliezen of die tot prijsverhogingen leidt, zonder dat de mensen om wie het gaat daar zelf beter van worden.

Wetsvoorstel aanpassen
De ondernemersorganisaties bepleiten een aanpassing van het wetsvoorstel. Dit kan bijvoorbeeld door het verschil tussen de hoge en de lage WW-premie kleiner te maken en de definitie van vast en tijdelijk aan te passen, zodat minder contracten onder de hoge premie vallen. Voor seizoenswerk en bijbanen van scholieren en studenten zou een uitzondering op de hoge WW-premie en op de transitievergoeding vanaf dag 1 moeten gelden. Die oproep doen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland vandaag ook in een brief aan de Tweede Kamer.

*De enquête is ingevuld door circa 500 werkgevers in genoemde branches