Het wrange van deze uitspraak is dat dit naast het Porthos-project (een project van de Rotterdamse haven om CO2 op te slaan in lege gasvelden onder de zeebodem) ook gevolgen kan hebben voor woningbouwprojecten en bijvoorbeeld de aanleg van wind- en zonneparken.
De bouwvrijstelling bood vooral voor bouwprojecten waar met name tijdens de bouwfase stikstof vrij komt uitkomst. De gedachte hierachter was dat dit vaak betrekkelijk lage, pleksgewijze en tijdelijke emissies zijn. Denk aan de NOx-emissies van gebruikte machines en transportmiddelen. De vrijstelling ontsloeg de sector er niet van om maatregelen te treffen om die stikstofemissies te reduceren. Maar deze inspanning werd verlangd van de sector als geheel en niet projectspecifiek. Door deze uitspraak is nu voor elk project een AERIUS berekening van de stikstofemissie noodzakelijk. Gezien de tijdrovende procedures en gebrek aan voldoende deskundigen zal dit vertragend werken op bestaande en nieuwe projecten.
Hogere drempelwaarde kan en mag wél!
Volgens de huidige Aerius rekenmethodiek mag er in een Natura-2000 gebied als gevolg van extra activiteiten niet meer dan 0,005 mol stikstof neerdalen per hectare per jaar. Uit een gevoeligheidsanalyse, met het STACKS-model, heeft TNO aangetoond dat met deze extreem lage drempelwaarde eigenlijk niet is hard te maken dat dit één op één is te koppelen aan een specifiek project. Deze hoeveelheid is zelfs minder dan een hondendrol per jaar per ha. Desondanks houdt minister van der Wal (Natuur en Stikstof) vast aan deze rekenmethodiek. Onder andere onze buurlanden Duitsland en België hanteren daarom hogere drempelwaarden, gecombineerd met een pakket van wettelijk geborgde maatregelen om emissie te verminderen. Dit kan én mag ook in Nederland. Het zou Minister van der Wal sieren als zij terug komt op haar besluit en zich laat inspireren door haar Duitse en Belgische collega’s.
Extra subsidie SEB versneld beschikbaar maken
Een tweede oplossing is volgens Cumela om versneld 500 miljoen extra ter beschikking te stellen voor het project Schoon en Emissieloos Bouwen om laag- en zero-emissietechnologie te stimuleren. Hiermee kan versneld de stikstofemissie van mobiele machines en transportmiddelen worden gereduceerd.
Opdrachtgevers financieel aan zet
Nu ook de emissies van materieel, ingezet tijdens de bouwfase, omlaag moet is het van groot belang dat opdrachtgevers dit ook financieel mogelijk maken. Partijen als Rijkswaterstaat, Prorail, maar ook waterschappen, provincies en grotere gemeenten hebben zeer hoge ambities. Niet alleen voor stikstof, maar ook voor CO2 en fijnstof. Cumela voert al geruime tijd gesprekken met deze partijen in het project Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). De sector staat hiermee voor één van de grootste transities ooit die, vooral in de eerste jaren, gepaard gaat met forse meerkosten. Op projectniveau levert dit voor opdrachtgevers enkele procenten meerkosten op die vooralsnog slechts beperkt worden begroot. Machine-eigenaren hebben echter, als gevolg van de hogere aanschafkosten en versnelde afschrijving, te maken met kostenverhoging tot wel 40% per uur of meer. Dit moet uit de lengte of uit de breedte komen. Opdrachtgevers zullen dit daarom ook financieel moeten begroten en belonen in de hele keten. De sector kan én wil hier werk van maken. Maar alleen als het werkt én loont, dan kunnen we ook echt toe naar schoon en emissieloos bouwen.