wim van Mourik 2021

Column - "Constructief kritisch in de transitie"

Datum: 1 november 2023
Laatst bijgewerkt: 1 november 2023
Ongemerkt zijn we bijna allemaal wel bezig met de energietransitie, om zo invulling te geven aan diverse akkoorden of gewoon omdat het economisch interessant is. Zelf ben ik daarom zowel zakelijk als privé overgeschakeld van gas naar warmtepompen en zonnepanelen. Ook rij ik niet langer een zescilinder-bi-turbodiesel, maar zoef ik over de wegen in een volledig elektrische versie.

Bij ons machinepark gaat dat een stuk minder snel en zijn we nog lang niet klaar voor de toekomst. Dat dit het lastigste stuk is, hoef ik je niet te vertellen, want waarschijnlijk worstelen we allemaal met de vraag: hoe en wanneer investeer ik in emissiearm materieel. Gelukkig zijn de koplopers al vooruit om de weg te verkennen en dat verdient in mijn ogen respect. Zij investeren enorm en lopen tegen alle kinderziekten aan, waar wij als peloton waarschijnlijk van verstoken blijven. 

Het programma blijft zeer ambitieus, maar het begint wat comfortabeler te voelen om mee te doen

In Grondig 3 schreef ik al over het programma SEB (Schoon en Emissieloos Bouwen) waar alle overheidsopdrachtgevers en opdrachtnemers werken aan het plan om in 2035 emissieloos te werken. Dat gaat in stappen, waarbij al het materieel tot 56 kW in 2030 emissieloos moet zijn en al het andere vanaf 2035. Deze doelstellingen en de weg daar naar toe zijn vastgelegd in een convenant. De eerste versie deed nogal wat stof opwaaien bij de uitvoerende kant en zoals ik het toen omschreef, was het Haags wensdenken versus poten in de klei.

De eerste versie was een zeer ambitieus plan, waarbij het realisme ver te zoeken was en de grootste resultaatsverplichting inclusief de bijbehorende financiering bij ons als aannemers kwam te liggen. We stonden destijds dus ook niet te popelen om te ondertekenen. Die opstelling heeft geholpen, want door het constructief kritisch optreden van Cumela, natuurlijk samen met andere infra-branches, zijn de inzichten van de opdrachtgevers veranderd en zijn er voor ons belangrijke uitgangspunten aangepast. 

De eerste wijziging is dat we in het convenant nu spreken over een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatsverplichting. De tweede is dat de opdrachtgever zich realiseert dat emissieloos werken meerkosten met zich meebrengt en bereid is om die te betalen en de budgetten zal verhogen. De derde is dat er een taskforce wordt ingericht met daarin vertegenwoordigers van drie branches om het programma tot 2035 te bewaken, te evalueren en indien nodig bij te stellen. De vierde reden om van mening te veranderen en toch te tekenen, is dat aan tafel altijd beter is dan van tafel. Ik ben ervan overtuigd dat het programma ook doorgaat zonder de handtekening van Cumela en aangezien wij in gezamenlijkheid goed zijn voor zeventig procent van al die machines waar we over praten, is het volgens ons noodzakelijk om aan tafel te blijven. Zeker, alle zorgen zijn nog lang niet weggenomen, want het programma blijft zeer ambitieus, maar het begint wat comfortabeler te voelen om mee te doen. En als we in deze transitie zo constructief kritisch blijven, heb ik er vertrouwen in dat we met z’n allen aankomen in de elektrische toekomst. Maar of dat precies in 2035 zal zijn?

Wim van Mourik,
Voorzitter Cumela