kraan in weiland

Agrarisch loonwerk en aanbestedingen. Wie pakt het werk nog op?

Datum: 2 februari 2024
Laatst bijgewerkt: 2 februari 2024
Door: Herma van den Pol
Maar één partij wilde de renovatie van de Van Brienenoordbrug gaan doen. Ergens anders vroeg een groep veehouders een agrarisch loonwerker om het werk voor hun te gaan doen. In het verleden was het zo dat waar er een stopte een andere het werk oppakte. Nu niet meer. Wat is er aan de hand?

'Als er één hakselaar stopt, dan komen er twee bij,' zo luidt het gezegde in Brabant. Ook in het noorden pakte altijd een andere loonwerker het werk wel weer op als er een stopte. Zo werkte het. Tenminste, totdat personeelstekort en hogere kosten het speelveld veranderden. "Met name door gebrek aan personeel kijken ondernemers steeds kritischer naar het werk wat ze gaan doen. En dat betekent dat ze steeds vaker besluiten bepaald werk niet meer te doen of een aanbesteding bewust te laten schieten", schetst André de Swart, bedrijfskundig adviseur bij Cumela Advies.  

Door samenwerking kan iedereen er op een goede manier nog een goede boterham aan verdienen

Verrast door nieuw speelveld

Een situatie die weinig ondernemers en opdrachtgevers, voordat de stikstofcrisis begon, zagen aankomen. Toen klonken er in de markt vooral zorgen over nieuwe werk. Dit kwam doordat de verlening van vergunningen steeds stroever ging. Sinds die tijd namen de vacatures een vlucht en zorgden de coronamaatregelen en de oorlog in Oekraïne voor een enorme verstoring van de markt. Daar bovenop kwam nog eens de veranderende wet- en regelgeving voor bijvoorbeeld bemesting, maar ook specifieke vragen rondom duurzaamheid. 

Het resultaat van deze optelsom begonnen ondernemers in de tweede helft van 2022 voorzichtig te merken. Er stopten diverse bedrijven op basis van de beschikbaarheid van personeel met agrarisch loonwerk. Die trend zette in 2023 verder door en maakte dat nog meer bedrijven in Groen, Grond en Infra afscheid namen van agrarisch loonwerk. De aanleiding om deze stap te zette verschillende vaak, maar het doel niet. Ze wilden een gezond winstgevend en qua werk behapbaar bedrijf overhouden.  

Het afstoten van agrarisch werk maakte veel indruk in de sector

Het afstoten van agrarisch werk maakte veel indruk in de sector, want ondanks alles ligt hier van oorsprong het hart van veel bedrijven. Bij aanbestedingen gebeurde hetzelfde. De animo hieraan om mee te doen nam steeds verder af. Het aantal biedingen begon terug te lopen tot het punt, zoals bij de Van Brienenoordbrug, waarop er nog maar één inschrijver over is.  

Blijf ik dit doen?

"Ik zie dat ondernemers steeds vroeger gaan nadenken over de vraag: Wil ik dit nog blijven doen?", zegt De Swart. De adviseur weet dat een goede ondernemer altijd kritisch kijkt naar wat voor werk ze wel of niet gaan doen. "Dit in combinatie met de kostprijs. Alleen zien we dat ze eerder beginnen te reageren op een lager rendement. Gedwongen door de uitdaging om voldoende personeel te vinden nemen ze eerder die lastige beslissingen die ze vroeger konden uitstellen. Zonder personeel heb je geen bedrijf, dus ze hebben ook geen keus."

In het agrarisch komt daar de strengere wet- en regelgeving bij en het verdwijnen van agrarische grond. "Een 53-jarige ondernemer gaf bij mij aan dat van de 500 hectare die hij vijf jaar geleden nog hakselde er nog maar 250 over zijn. Toen hij vervolgens moest investeren in een nieuwe hakselaar, de oude was tien jaar oud, besloot hij de keus te maken om dit niet meer te doen", schetst De Swart, Een lastige keuze, want veel ondernemers halen het plezier uit dit werk. "Voor het bedrijf was dat echter de beste keuze."

Samenwerken en communiceren

In Friesland stopte in korte tijd vijftien dienstverleners met het aanbieden van agrarisch loonwerk. "Dat zette de boel aardig op zijn kop. En er bleef een gebied over waar geen enkele dienstverlener het werk voor de veehouderij er meer bij wilde gaan doen", zegt de adviseur. Wat er toen gebeurde? "Uiteindelijk heeft een groep veehouders hun werk gebundeld, zodat een goede machinebezetting ontstond. Ze benaderden een ondernemer met de vraag om alsnog het werk voor deze groep uit te gaan voeren. Zo konden ze door samenwerking en samen in gesprek gaan het werk alsnog rondzetten." 

De Swart verwacht dat dit het begin is van een trend die op meer plaatsen gaat ontstaan. "Door samenwerking kan iedereen er op een goede manier nog een goede boterham aan verdienen." Hij raadt ondernemers echt aan om al voordat het zover komt als in Friesland dit gesprek met klanten te gaan voeren. "Agrarische klanten moeten zuinig zijn op hun loonwerker. Het helpt als er een goed klantencontact is, zodat er over en weer goed begrip is. Maar ga ook met je collega's in gesprek. Door het werk te verdelen, kun je de werkzaamheden die jij overhoudt misschien wel rendabel en behapbaar maken. Net zoals je collega dat dan kan met het werk waarin hij zich specialiseert." 

Partner van je klant

Volgens de adviseur moet je dit gesprek met alle soorten opdrachtgevers voeren. "De kosten stijgen en die moet je wel door kunnen vertalen in je prijzen. "Op jaarbasis zien we de kosten met 7 tot 10 procent toenemen", rekent De Swart voor. "Hier schrikken zelfs de ondernemers in onze sector van. Die geven aan dat er al drie jaar op rij forse kostenstijging te zien. Toch wil ik ondernemers echt meegeven die stijging door te belasten en niet als een soort schaamte naar de klant dit niet te doen. Zo voorkom je dat je zelf gaat interen en dat je later alsnog moet gaan inhalen. Bovendien accepteren klanten de hogere kosten als het verhaal klopt. dat zagen we ook met de brandstoftoeslag."

De Swart sluit af met de woorden dat je als dienstverlener jezelf als een partner van andere ondernemers kunt zien. "Jullie beschikken over gigantisch veel kapitaal en vakmanschap om de diverse sectoren ter zijde te staan. Dat moet je ook benutten."