In een toelichting op zijn voorstellen geeft minister Asscher aan dat hij blij is met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid, maar dat hij onderkent dat er knelpunten zijn. Door nu een aanpassing door te voeren, wil hij voorkomen dat er komend seizoen al problemen ontstaan met de seizoensarbeid. In zijn voorstel geeft hij cao-partijen de mogelijkheid om binnen de cao afspraken te maken over een kortere periode tussen twee contracten voordat werkgevers verplicht zijn een vast contract te moeten aanbieden. De periode wordt weer teruggebracht naar de oude situatie van 3 maanden tussen twee opvolgende contracten. Deze wijziging moet al per 1 juli 2016 ingaan.
Een andere belangrijke aanpassing is de mogelijkheid om in de cao afspraken te maken over de zogenaamde transitiefondsen. Nu mochten er wel afspraken gemaakt worden, maar moesten die dezelfde waarde hebben als de wettelijke transitievergoeding. Het gaat dan om transitiefondsen met scholingsfaciliteiten en outplacement. Het voorschrift vervalt dat op het niveau van de individuele werknemer sprake moet zijn van een gelijkwaardige voorziening.
De ontslagprocedure UWV wordt verbeterd en vereenvoudigd.
Bij noodgedwongen bedrijfsbeëindiging kan de transitievergoeding zwaar drukken op de in de onderneming opgebouwde pensioenvoorziening. Er is afgesproken om hiervoor een regeling te maken onder nader te onderzoeken condities. De afgesproken overbruggingsregeling voor werkgevers met minder dan 25 personeelsleden in slechte bedrijfseconomische situaties is te strikt geformuleerd. De criteria zullen worden aangepast passend bij de intentie en het doel van de regeling.
De Stichting van de Arbeid pleit er opnieuw voor dat ondernemingen een fiscaal vrijgestelde voorziening kunnen treffen voor transitievergoedingen.
De loonsanctie vervalt bij wel of niet of het te laat of te vroeg inzetten van een tweede spoortraject. Ook kan de werkgever straks een vervroegde IVA-keuring aanvragen als duidelijk is dat de werknemer niet meer kan werken. Dat kan al na drie maanden.
Er komen twee uitzonderingen op inhoudingen op het minimumloon: een werkgever mag inhoudingen doen op het loon van de werknemer voor huisvestingskosten en voor de nominale premie Zorgverzekeringswet.
De laatste aanpassing in de Wet Werk en Zekerheid gaat over de verplichte betaling van een transitievergoeding bij ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid. De vergoeding voor de werknemer blijft, maar werkgevers kunnen het uit te betalen bedrag claimen bij het UWV. Het UWV zal de vergoeding uit het Algemene Werkloosheidsfonds halen. De minister verwacht dat de premies hierdoor licht zullen stijgen, maar geeft aan dat dit eerlijk is, omdat daarmee iedereen een bijdrage levert. Hij kondigt ook aan nog te bekijken of het mogelijk is om deze regeling met terugwerkende kracht in te voeren.
De verwachting is dat de wijzigingen (behalve voor wat betreft de ketenregeling) per 1 januari 2018 zullen ingaan.