Thijs Flikweert

Zo veilig mogelijk gewassen beschermen

Datum: 26 april 2024
Laatst bijgewerkt: 26 april 2024
Door: Herma van den Pol
Zo veilig mogelijk gewassen beschermen en tegelijk de meest effectieve methode gebruiken, dat is het streven van de landbouwwerktuigencoöperatie CVEL Schouwen-Duiveland in de gewasverzorging. Dat was de reden dat Thijs Flikweert en zijn collega’s voorstelden om te investeren in een EcoRobotix ARA-spotsprayer. Dit seizoen gaan ze er voor het eerst mee aan de slag. Ook kijken ze uit naar een gesloten vulsysteem, “maar dat moet wel een systeem zijn dat goed werkt”.

Het nieuwe seizoen staat voor de deur. Toch zitten op sommige plaatsen op het Zeeuwse Schouwen-Duiveland de aardappelen nog in de grond. Door alle nattigheid lukte het niet om ze te rooien. Door de vorst zijn Thijs Flikweert en zijn collega Chris Baan niet bang voor de nadelige effecten daarvan. Meer zorgen maken ze zich over de ziektedruk van het vorige seizoen. Dat betekent extra werk in het komende teeltseizoen.

Wat we zien, is dat met elk middel dat verdwijnt er meer bespuitingen nodig zijn om dat gat te dichten

Les 1

Wees zuinig op wat je hebt
“Seizoen 2023 was geen gemakkelijk seizoen. We begonnen met droogte en daarna kregen we veel regen te verwerken. In de uien en aardappelen zagen we daardoor een hoge ziektedruk. Ik denk dat we wel vijftien keer met de veldspuit door de aardappelen zijn gegaan. Van die rondes waren er tien met plantvoeding erbij. Hou je rekening met de hoeveelheid werkzame stof per liter, dan valt de hoeveelheid chemie die we toepassen heel erg mee. Bovendien zorgen we er door het magnetisch maken van water voor dat er zo min mogelijk drift plaatsvindt. Elke ronde was nodig om de aardappelen tegen onder andere phytophthora te beschermen. Bij de biologische telers zagen we wat er gebeurt als je dat niet doet. Dan kost dat je veel gewasopbrengst en daarmee voedsel. Het is belangrijk dat we zuinig zijn op wat we hebben.”

Les 2

Elk middel dat verdwijnt, betekent meer bespuitingen
“Wat we zien, is dat met elk middel dat verdwijnt er meer bespuitingen nodig zijn om dat gat te dichten. Een voorbeeld: we mogen geen Gaucho meer gebruiken bij bietenzaad. Door het verdwijnen van dit middel nam de druk door bladluizen flink toe. Om de bieten gezond te houden, moesten we daarom vanaf dat de planten boven komen al met de veldspuit het veld in. Eerder hoefde je pas veel later met de veldspuit aan de slag te gaan. Wat is dan de milieuwinst? Het levert nog een nadeel op, want de omgeving ziet je daardoor vaker met de veldspuit rijden. Dat is niet goed voor het imago. Ik heb toch het idee dat ze kritisch naar je kijken als je bezig bent. Ook nemen de kosten voor de productie van voedsel er door toe. Elke toepassing moet worden betaald. Als we maar één of twee keer door het gewas hoeven te rijden, kost dat minder dan vijftien keer. Het gaat dan over werkuren en het middel.”

Les 3

Kies voor het beste alternatief
“Wij investeren in de EcoRobotix ARA-spotsprayer. In onze ogen is dat het beste wat we op dit moment voorhanden hebben. Kijken we naar andere methodes, dan zien we overal wel nadelen die we hier niet zien. Neem bijvoorbeeld het laseren van onkruid. Dat kost heel veel stroom. Het kan nog niet in dit gebied, want waar moeten we die stroom vandaan halen? Branden vinden wij ook geen goede optie, omdat dat nadelige effecten heeft in de vorm van rook en gasverbruik. Dat is slecht voor het milieu. Wij kiezen voor de beste en meest efficiënte methode. Zo konden we met de introductie van GPS al veel netter gaan werken. Voor die tijd zetten we zelf de piketpaaltjes. Met behulp van AI maken we weer een slag. Of er op termijn een robot komt? Tja, je ziet dat de ontwikkeling steeds verder gaat. In 1960 had vast niemand je geloofd als je zei dat de trekker zelf recht naar de overkant rijdt, en nu…”

Les 4

Investeer wanneer dat nodig is
“Wij willen bekend staan als de beste loonspuiters op het eiland. De aanschaf van de EcoRobotix ARA-spotsprayer paste daarin. De machine is zes meter breed, telt zes camera’s en heeft 156 doppen. Hij kijkt echt welke plantjes er staan. Alles wat geen gewas is, bespuit hij vervolgens. Ook kunnen we instellen welke marge de machine moet aanhouden vanaf de plant. Zo weet je precies waar wat terechtkomt. Met de aanschaf van de machine hebben we weer de beste manier om met zo min mogelijk middel planten te beschermen. Hiermee kunnen we waarschijnlijk tot tachtig procent besparen op de inzet van chemische middelen. Dat scheelt de klant geld.”

Les 5

Bestaande techniek is ook prima
“Gaat het over de omgeving, dan is de grote machine net zo goed. Wij combineren de inzet van de veldspuit alweer een paar jaar met het gebruik van magnetisch water. Door het water magnetisch te maken, hecht dat zich als het ware aan een plant. Zo gaan we drift zoveel mogelijk tegen. Het resultaat is een gezond gewas en daarmee gezond eten voor de mensen. Dan is de veldspuit toch net zo goed voor de omgeving als de nieuwe machines?”

Les 6

Aanpakken wat je kunt aanpakken
“Een apart onderdeel in de gewasverzorging is de aanpak van onkruid. Wat we zien, is dat er vaak te gemakkelijk wordt gedacht over het tegengaan van onkruid. Kijk, een jaar zonder chemie gaat wel goed, maar als er meer tijd gaat verstrijken, neemt de onkruiddruk toe. Je komt dan steeds lastiger van het onkruid af. Of de maatregelen om minder chemie te gebruiken tegen die achtergrond wel zo verstandig zijn, weet ik niet. Ook maak ik me zorgen om het behoud van Roundup. Verdwijnt dat middel, dan komt de niet-kerende grondbewerking in gevaar. Die is juist goed voor de ontwatering. Met ploegen raak je veel kwijt, maar neemt de bodemverdichting toe. Ook de schoffel heeft nadelen. Daarmee kun je niet altijd op het land. Is het droog en trek je de grond open, dan droogt die weer eerder uit. Ook hier is de vraag wat het betekent voor de langere termijn, mocht het middel verdwijnen. Overigens zie ik hier dat de bijen meer last hebben van mijten dan van ons werk.”

In 1960 had vast niemand je geloofd als je zei dat de trekker zelf recht naar de overkant rijdt, en nu…

Les 7

Teelten passen zich aan
“Het veranderende weer en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen hebben hun weerslag op de teelten in deze regio. Zo zien we de uienteelt langzaam verdwijnen. We hebben hier niet zoveel zoet water en door het toenemen van de ziektedruk is de teelt niet meer rendabel. Ook de droge periodes in de zomer hielpen niet mee, want daardoor gingen de kilo’s achteruit. Je ziet dan dat ergens anders in Nederland de teelt wel weer wordt opgepakt. Voor de uien in de plaats komen veldbonen, graan en een beetje aardappelen terug. Jammer, want dit was traditioneel een uiengebied.”

Les 8

Alles wat het werk veiliger maakt, is goed
“Vanaf 1 januari 2025 geeft de overheid aan dat we moeten gaan werken met gesloten vulsystemen. Als er een goede methode was geweest, hadden we die al gehad. Ook wij hebben er belang bij om veilig te werken. De uitdaging zit hem erin dat je soms maar een klein beetje gebruikt. Dat betekent dat je eerst flink moet schudden om het middel goed te verdelen, want anders heb je onder in de bus een heel andere dosering dan bovenin. Ook de granulaten leveren een uitdaging op. Ik denk dat we wel honderd verschillende middelen en twintig verschillende producten voor bemestingen hebben staan, waarvan een aantal in dezelfde soort verpakkingen zitten. Daar zouden ze ook wat aan moeten doen om vergissingen tegen te gaan. Naar voorbeeld van de fustreiniger weten we dat wanneer iets goed werkt niemand hem meer wil missen. Nu hebben we een heel goede machine, maar je bent hem nog steeds zelf aan het vullen. Als het goed is uitgewerkt, willen wij hem graag.”

Een jaar zonder chemie gaat wel goed, maar als er meer tijd gaat verstrijken, neemt de onkruiddruk toe

Les 9

Emissie is meer dan erfemissie
“Het grootste deel van de afspoeling en emissie komt volgens de omgeving van erfemissie, maar wij vangen alles op. Vroeger spoelden we de machines af, maar nu niet meer. Er gaat bijna niets meer het milieu in en daarom ben ik kritisch over de aanpak van erfemissie. Waar ze naar moeten gaan kijken, is wat er in het water zit en wat er uit de bewaring komt, bijvoorbeeld de middelen die vanuit de gewassen in de kisten achterblijven. Wij moeten veel kosten maken, maar wat vanuit ons het milieu in gaat, is maar vijf procent. Wat ik kan doen, dat doe ik. Vandaar ook die spotsprayer. Wat je niet kunt voorkomen, is wat er van het land af komt en via de drainagebuizen. Denk er daarbij ook aan dat we netjes moeten werken, want als het gaat om een gevoelig gewas heb je zo duizenden euro’s aan schade.”

Het grootste deel van de afspoeling en emissie komt volgens de omgeving van erfemissie, maar wij vangen alles op

Les 10

Blijf doen waar je goed in bent
“Wij zijn goed in de suikerbietenteelt en in loonspuiten. Dat blijven we doen. Het spuiten is ook specialistisch werk. Ik doe dat en mijn neef zit ook op de spuit. Nieuw werk dat erbij komt, zoals bloemenranden, laten we graag aan andere bedrijven over. Elk heeft zijn specialisme.”