De problemen met het zaaien van de maïs zijn het grootst onder de lijn Venlo Rotterdam, weet Marcel Arts van KWS. Hij schat dat in deze regio nog zeker zestig procent van de maïs moet worden gezaaid, iets wat wordt onderschreven door Wouter Wijnhout van Syngenta. “Er zijn gebieden waar maar tien procent is gezaaid. Jos Groot Koerkamp van Limagrain komt met vergelijkbare getallen. Op basis van informatie uit de markt vermoedt hij dat nog 25 procent van de maïs als zaaizaad in de schuur ligt. “Met name in Limburg en West-Brabant is de achterstand groot, maar ook in het westen van het land moet nog veel worden gezaaid.”
Heel anders is de situatie in het oostelijke deel van het land en meer noordelijk. Die gebieden hebben veel minder regen gehad en daardoor staat hier al veel maïs boven de grond. Toch zijn ook daar de natte stukken nog steeds onbegaanbaar, zeker nadat er later ook daar veel buien overtrokken.
Minder zaaizaad
Wie nu nog moet zaaien, moet wel even sleutelen aan de instellingen van de zaaimachine, adviseren de zaaizaadleveranciers. Waar normaal het advies is om 90.000 tot 100.000 zaden per hectare te gebruiken, moet dat nu omlaag naar 80.000 tot 85.000. Een iets lagere plantdichtheid zorgt namelijk voor een betere kolfzetting en beperkt de lengtegroei. Dat zorgt ook voor een steviger gewas, wat belangrijk is bij deze late zaai, weet Wouter Wijnhout van Syngenta. “Door de lange dagen bij de aanvang van de groei groeit de plant zeer snel in de lengte en mist dan stevigheid. Met een grotere plantafstand voorkom je lichtconcurrentie en de neiging om snel in de lengte te groeien.”
In dit advies zijn alle leveranciers zeer eenduidig. Allemaal geven ze nu 80.000 tot 85.000 planten als optimum aan. “De grond is al warm, dus de kieming gaat zeer snel en als het maar voldoende droog is, gaat er ook weinig verloren”, zegt Arts. Groot Koerkamp adviseert wel om in gebieden met kans op vogelvraat voldoende diep te zaaien. “Leg het zaad zeker acht centimeter diep weg, want dan staat de plant veel steviger als hij boven de grond komt. Controleer wel of de grond op die diepte goed droog is, want maïs kiemt in principe binnen 24 uur en moet dan wel zuurstof hebben.”
Niet wisselen
De vraag is nu of telers met het zaad dat in de schuur ligt nog een succesvol gewas kunnen telen. Groot Koerkamp ziet nog geen reden om te gaan wisselen. “De zeer vroege en vroege rassen kunnen zeker tot half juni worden gezaaid. Vorig jaar waren er ook telers die laat konden zaaien en die hebben met het veel gezaaide 31.205 bij 35 procent droge stof een mooie voederwaardeopbrengst kunnen oogsten. Toen hadden we alleen wel een mooie zomer en een fantastisch najaar. Krijgen we die weer, dan komt het wel goed, maar garanties geef ik niet. Daarbij is het wel verstandig om te kiezen voor onderzaai van een vanggewas, want dan kun je maximaal profiteren van de groeidagen tot 10 oktober.”
Ook Arts ziet nog geen reden om te wisselen. “Maar als een handelaar in overleg met een teler wat wil doen, dan kan dat natuurlijk altijd”, zegt hij. Hij voorspelt wel dat de opbrengst lager zal zijn. “We missen gewoon een hele maand aan groeidagen. Zonnepanelenbezitters weten dat je in april en mei de meeste opbrengst hebt. Dat geldt dus ook voor de fotosynthese. Nu profiteert alleen het onkruid, dat je zelfs op de modder ziet groeien.”
Vroege rassen
De telers die elk jaar tot het eind wachten met het kiezen van een ras lijken dit jaar de juiste kaart te hebben getrokken. Deze telers adviseert Wouter Wijnhout van Syngenta om in elk geval voor een zeer vroeg ras te kiezen. “Daarvan is nog zaad op voorraad en dan heb je het voordeel dat zo’n ras is geselecteerd op een kort groeiseizoen. Daarmee loop je nu minder risico”, aldus Wijnhout. Hij stelt dat je nu moet kijken naar de FAO (een maat voor de vroegheid) van rassen. “Die moet bij zaaien na 10 juni onder de 210 tot 220 liggen. Bij ons kun je dan denken aan SY Cosmos, SY Calo, SY Vitamin of - nog vroeger - SY Silverbull of SY Brenton.”
Ook Arts van KWS merkt dat er nog veel vraag komt naar vroege rassen. “Daarvan hebben we nog voldoende voorraad”, vertelt hij. “Rassen als KWS Curacao, KWS Nevo en Papageno hebben een FAO onder de 220 en dat geeft nu de meeste kans op succes. Telers die nu nog voor maïs kiezen omdat het voor andere gewassen te laat is, adviseren we zeker naar deze rassen te gaan.”
Bij Limagrain is er nu nogvoldoende zaaizaad beschikbaar. Dit kun je van dag tot dag checken op www.lgseeds.nl/beschikbaarheid.
Licht groeiend areaal
Ondanks het moeilijke zaaiseizoen zien de zaaizaadleveranciers niet dat er veel meer maïs wordt gezaaid. Arts vertelt dat hij rekening hield met een kleine krimp en dat het areaal nu gelijk blijft of licht groeit. “Veel zal ook afhangen van de komende weken. Vooral voor aardappelen wordt het laat. Kun je die niet meer poten, dan is maïs een van de weinige alternatieven.”
Groot Koerkamp heeft daarvan al wat extreme voorbeelden gehad. “Pas belde een aardappelteler die normaal 350 hectare aardappelen teelt. Die verwachtte 200 hectare niet meer te kunnen poten. Hij kwam dus met een flinke aanvullende bestelling van maïszaaizaad. Gelukkig is dat nog een uitzondering.”
Voor loonwerkers dreigt in elk geval weer een hectische tijd nu het volgende week eindelijk wat langer droog lijkt te worden. Dan moet in sommige gebieden namelijk nog het restant van de eerste snede worden ingekuild, terwijl er dan ook land moet worden klaargemaakt, mest worden uitgereden en maïs worden gezaaid. Ook is de onkruidbestrijding op vroeg gezaaide percelen hard nodig. En dan dient ook de tweede snede zich nog aan. Sterkte!