JannekevanDonkersgoed

‘We hadden meer moeten praten’

Datum: 9 juni 2023
Laatst bijgewerkt: 15 juni 2023
Janneke van Donkersgoed uit Voorthuizen nam in 2013 samen met haar twee jongere broers het familiebedrijf over. Toch liep het niet zoals gepland. “Gelukkig gingen we op goede voet uit elkaar, maar achteraf bezien hadden we meer moeten praten.”

Dit artikel in 1 minuut

Janneke van Donkersgoed nam in 2013 samen met haar twee jongere broers het familiebedrijf over, maar de overname verliep niet zoals gepland. Na een periode waarin ze steeds vaker botsten door een verschil in visie, besloten ze om het bedrijf te splitsen. Janneke zet het bedrijf nu alleen voort. Haar oudste broer nam twee graders mee, terwijl zij drie graders behield en haar jongste broer begon als zzp'er. Janneke erkent dat het runnen van een bedrijf met drie personen aantrekkelijk klinkt, maar de huidige tijden vereisen snelle besluitvorming, en dat kan worden vertraagd door overleg.  Om het proces van opsplitsing goed te laten verlopen heeft Janneke bewust een aantal adviseurs ingeschakeld. Hoewel het jammer is dat ze niet meer samenwerken, is ze tevreden met de beslissing en is ze blij dat ze op goede voet uit elkaar zijn gegaan. Ze hoopt zelf rond haar vijftigste te stoppen en staat open voor de mogelijkheid dat haar kinderen het bedrijf in de toekomst overnemen, op voorwaarde dat ze het willen en goed geïnformeerd zijn over de verantwoordelijkheden en uitdagingen die daarmee gepaard gaan.

Tijdens het gesprek belt haar oudste broer. Hij heeft een klus met de grader. Of die klus ook niet iets voor haar is? Janneke (38) lacht. “Zo vullen we elkaar toch nog aan”, zegt ze. Met haar jongste broer werkt ze sowieso vaak samen. Hij verhuurt zich als zzp’er aan het bedrijf. Dat ze elk een eigen richting op gingen, hadden ze tien jaar geleden niet gedacht. “De intentie was om met z’n drieën het bedrijf van onze vader en oom over te nemen, maar dat liep anders.”

De intentie was om met z’n drieën het bedrijf van onze vader en oom over te nemen

Janneke wist al heel jong dat ze verder wilde in het loonbedrijf van haar vader en oom. Niet zozeer als opvolger, maar wel als medewerker. “Het agrarisch loonwerk vind ik fascinerend. Hoe een plant groeit, van zaaien, poten tot oogsten, dat vind ik een mooi proces, maar ook de techniek eromheen; hoe je met een combine een plant bewerkt en er een gedorste korrel uitkomt. Het was logisch dat ik de loonwerkopleiding ging doen”, aldus Janneke. Ze liep stage bij een grote verscheidenheid aan bedrijven, van een bedrijf in de grond-, weg-, en waterbouw tot een biologische akkerbouwer. “Door die ervaringen ben ik breed opgeleid.”

Nadenken over overname

Ze begon in 1999-2000 buiten. Lichamelijk was het werk zwaar, dus toen haar neef in 2003 besloot uit het bedrijf te stappen, nam ze zijn taken op kantoor over. Daar deed ze zeven jaar voornamelijk de planning en een stuk boekhouding, totdat ze kinderen kreeg. Sindsdien neemt de bedrijfsleider de planning op zich en richt zij zich op het andere kantoorwerk, samen met enkele collega’s.

Op een bepaald moment begon ze toch na te denken over een bedrijfsovername. “Ik wist dat mijn vader en oom rond hun zestigste, vijfenzestigste wilden stoppen”, vertelt ze. Omdat haar oom geen kinderen had die het wilden overnemen, stapte hij er in 2010 als eerste uit. Vervolgens besloot haar vader in 2013 het rustiger aan te gaan doen. “Ik vond mijn plek in het bedrijf”, vertelt Janneke. “Langzaamaan kreeg ik ook al veel verantwoordelijkheden overgedragen. Mijn vader had niet zo’n moeite met loslaten, denk ik. Als ik iets moest regelen, pakte ik het op”, vertelt ze. “Ik ging en ga mijn eigen gang. Ik stel vragen, wil weten hoe het zit en pak door. Die manier van doen gaf mijn vader denk ik het vertrouwen dat ik het wel kon en hij er met een gerust hart uit kon stappen.”

Niet op één lijn

Zij en haar broers waren toentertijd allemaal nog jong. Haar broers werkten buiten mee en hadden geen zicht op wat er op kantoor gebeurde. “Financieel bekeken konden we beter allemaal op dat moment instromen in plaats van dat iemand zich later ging inkopen. We kozen er daarom voor om het bedrijf met z’n drieën over te nemen. Achteraf denk ik dat we er te snel instapten, zonder goed te weten wat er op ons bordje kwam te liggen. We voerden er te weinig gesprekken over.”

Ze legt uit dat haar broers anders keken naar het bedrijf. “Zij keken vanaf buiten naar het bedrijf, ik bekeek het vanuit binnen, de financiële kant. Daardoor verschilden onze visies. Daar kwam ook nog de coronatijd overheen en we kregen te maken met de stikstofcrisis. Het bedrijf had het sowieso zwaar. Dat hielp niet mee”, stelt ze vast. Ze keek het een paar jaar aan, maar een gezamenlijke visie kwam niet van de grond. “Ik werd steeds ongelukkiger. Het was óf het bedrijf, óf ik ten onder.”

Je moet zo snel schakelen en dan kun je niet wachten tot iedereen akkoord is

Adviseurs helpen

Ze besloot adviseurs om zich heen te verzamelen. “Ik wilde weten wat de opties waren, welke stappen we moesten zetten om hieruit te komen”, zegt ze. Ze voerden gesprekken met Cumela, de boekhouder en de bank, die het bedrijf doorlichtten. Ze gingen niet over een nacht ijs. “We voerden meerdere gesprekken en bekeken alle opties. Zelfs aan stoppen is gedacht. Toch geef je niet zomaar op, want het is een familiebedrijf. Daarnaast zag ik nog wel ergens een kans van slagen.”

Uiteindelijk besloten ze gezamenlijk dat Janneke het bedrijf alleen ging voortzetten. Haar oudste broer nam twee graders mee. Zelf hield ze nog drie graders en haar jongste broer begon als zzp’er. “Ik vind het ontzettend jammer, maar erop terugkijkend, is dit wel de juiste beslissing geweest”, zegt ze. “Met z’n drieën een bedrijf runnen klinkt hartstikke mooi, maar je moet in deze tijden zoveel sturen, er is zoveel aan de hand. Je moet zo snel schakelen en dan kun je niet wachten tot iedereen akkoord is. Dat duurt te lang.”

“Het ging zoals het ging. Mijn vader en mijn oom kregen het bedrijf ook van hun vaders van de ene op de andere dag in de schoot geworpen. Ze wisten niet beter. En mijn vader en oom waren ook niet zo van het overleggen. Gewoon doen, dan kom je vanzelf wel met vragen. Dat is misschien wel een familieding.”

Door adviseurs om zich heen te verzamelen, zijn ze op goede voet uit elkaar gegaan. “Ik wilde niet met ruzie uit elkaar, dat was het me niet waard. Uiteindelijk gunden we elkaar ook ieders nieuwe toekomst. Eigenlijk gaat het nu met iedereen beter dan verwacht.”

Eigenlijk gaat het nu met iedereen beter dan verwacht

Stoppen rond vijftigste

Zelf wil ze rond haar vijftigste stoppen. “Ik vind dat je niet te lang in dezelfde functie moet zitten, want je flexibiliteit neemt af. Je hebt op een gegeven moment iemand nodig met andere inzichten”, zegt ze daarover. Of haar drie kinderen het dan overnemen? “Zij zijn dan nog jong, maar ik zou het sowieso anders doen. Het hangt er heel erg van af hoe het bedrijf er dan financieel voor staat. Daarnaast moeten ze het echt willen en eerst van alle kanten weten wat het inhoudt. Ik ga ze ook nooit alle drie evenveel inspraak geven. Eén iemand moet de verantwoording dragen. Dat is beter voor de bedrijfsvoering. Er liggen zoveel uitdagingen in het verschiet. We leven met de dag en kijken wel wat er op ons pad komt.”

Van Donkersgoed BV

Volgend jaar bestaat Van Donkersgoed BV uit Voorthuizen honderd jaar. In 1924 begonnen Jannekes overgrootvader en zijn twee broers de eerste loonwerkzaamheden uit te voeren. Midden jaren zestig namen haar opa en zijn broer het over. Zij breidden de werkzaamheden uit met een trekker en een wegenschaaf. Zo konden ze ook in de grond-, weg- en waterbouw aan het werk. Vanaf 1991 zetten Jannekes vader, haar oom (in 2010 gestopt) en hun neef (in 2003 gestopt) het bedrijf voort. Omdat er in de buurt steeds meer campings kwamen, kregen ze ook steeds meer cultuurtechnisch werk erbij. Zo groeide het bedrijf langzaam uit. In 2013 stopte haar vader als laatste van de drie. Janneke nam het over met twee broers, die tot 2021 in het bedrijf zaten. Sinds vier jaar mag het bedrijf handelen in grond en partijen samenvoegen dankzij een BRL9335-1 certificaat. Sinds dit jaar heeft Donkersgoed ook het certificaat BRL 9335-4 om de grond te mogen mengen tot teelaarde of bomengrond of om andere samenstellingen te mogen maken. Het bedrijf heeft zo’n 30 tot 35 medewerkers in dienst. Velen werken er al tientallen jaren. Zonder hen had het bedrijf het honderdjarig bestaan niet gehaald, stelt Janneke. De werkzaamheden bevinden zich vooral in de GWW-sector en het cultuurtechnische werk. Het agrarisch loonwerk is een kleinere tak binnen het bedrijf. Donkersgoed teelt zelf ook nog tachtig hectare aardappels.

Grondig artikel Donkersgoed