1. Wat is het doel van het Colland Arbeidsmarktfonds?
Het Colland Arbeidsmarktfonds is een opleidings- en ontwikkelingsfonds voor de agrarische en groene sectoren. Het fonds stimuleert het vergroten van vakkennis en vaardigheden van werknemers en werkt aan duurzame inzetbaarheid door steeds betere arbeidsomstandigheden en een goed functionerend arbeidsmarktbeleid.
2. Wat doet Colland Arbeidsmarkt?
Colland Arbeidsmarkt is verantwoordelijk voor diverse subsidies. Deze zijn te verdelen in subsidies voor individuele werkgevers en werknemers én subsidies voor werkgevers- en werknemersorganisaties. Gesubsidieerde activiteiten vanuit Colland Arbeidsmarkt richten zich op het bevorderen van:
- goede arbeidsverhoudingen;
- goede arbeidsomstandigheden;
- een juiste toepassing van de arbeidsvoorwaarden als overeengekomen in de cao’s;
- een optimale werking van de arbeidsmarkt;
- scholing en kennis.
De voorwaarden staan in een reglement, onderdeel van de cao Colland. Meer informatie over individuele regelingen is te vinden op www.collandarbeidsmarkt.nl.
3. Wie kan gebruik maken van het fonds?
Werkgevers en werknemers die actief zijn in de agrarische en groene sectoren en die premie afdragen aan het fonds Colland Arbeidsmarkt. De specifieke mogelijkheden en vergoedingen kunnen variëren per sector en cao-afspraak.
4. Hoe vraag je subsidie aan?
Dat kan via de website van Colland Arbeidsmarkt. Een subsidiecheck laat zien of je in aanmerking komt voor een regeling. De website geeft ook informatie over de verschillende sectoren, subsidieregelingen en declaraties. Er is een hulppagina om te helpen bij een subsidieaanvraag.
5. Wat is de cao Colland?
De cao Colland is een collectieve arbeidsovereenkomst voor de agrarische en groene sectoren in Nederland. Dit is de basis voor de oprichting en financiering van het Colland Arbeidsmarktfonds. Werkgevers en werknemers in de sectoren die vallen onder de cao dragen premies af aan het fonds.
De sociale partners, bestaande uit vakbonden en werkgeversorganisaties, sluiten samen de cao Colland af. Deze heeft een looptijd van vijf jaar. De huidige cao geldt van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2029.
6. Hoe zit het met de premie?
De premie wordt betaald over de loonsom van alle werknemers die in dienst zijn bij de werkgever, uitgezonderd piekarbeiders. Die premie bestaat uit een A- en een B-deel.
7. Wat is deel A?
Bijna alle sectoren betalen voor deel A 0,24 procent. Alleen de groenvoederdrogerijen, bos en natuur dragen 0,20 procent af. Deze premie wordt door Colland grofweg gebruikt voor drie soorten kosten: de subsidiëring van activiteitenplannen van organisaties, de subsidiëring van incidentele activiteitenplannen (zoals Groenpact) en administratiekosten.
8. Wat is deel B?
De hoogte van het B-deel is per sector anders en hangt af van het aantal activiteiten. De reden hiervoor is dat geen enkele werkgeversorganisatie de hele sector agrarisch en groen vertegenwoordigt. Daarom financiert Colland die activiteiten altijd vanuit het B-deel. Bij de B-delen voor hoveniers en groen, grond en infrastructuur hebben de werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties een eigen subbudget. Dit is een overblijfsel van de afspraken met Stosas en het Stosas-Arbvo-Comité (ook opgegaan in het fonds Colland Arbeidsmarkt). De premie voor groen, grond en infrastructuur is voor het B-deel in 2025 0,52 procent en in 2026 0,72 procent.
9. Premie A-deel en Stivos?
Alle sociale fondsen, waaronder Stivos, zijn opgegaan in Colland Arbeidsmarkt. Vanuit dit fonds vond de financiering plaats van allerlei activiteiten van de werknemersorganisaties, zoals cursussen medezeggenschap, kadercursussen en voorlichting vanuit de werknemersorganisaties. Het opleggen en innen van de premies ging via het Landbouwschap en de cao Sofas/Stivos in 2005 naar de cao Colland.
Voor Stivos gold een premie van 0,22 procent. Je kunt het zien als de institutionalisering van het vakbondstientje. Op een gelijke wijze (Landbouwschap-Sofas-Colland) is ook de premie voor Stigas (0,09 procent) in de A-premie terecht gekomen (zie hieronder).
10. Subsidiëring activiteitenplannen van organisaties - werknemersorganisaties?
Bij de vorming van het fonds Colland Arbeidsmarkt is afgesproken dat de premie van 0,22 procent van Stivos zou worden verdeeld over het A-deel (0,11 procent) en de B-delen (0,11 procent). De 0,11 procent in het A-deel is onderverdeeld tussen FNV en CNV. De budgetten die voortvloeien uit de premie zijn ‘exclusief’ voor de werknemersorganisaties en bedoeld voor activiteiten die ten goede komen aan alle deelsectoren binnen de sectoren agrarisch en groen. Dat is het algemene uitgangspunt voor financiering vanuit het A-deel. Voor werkgeversorganisaties geldt dat hun activiteiten per definitie niet aan alle deelsectoren ten goede komen. Er is immers geen werkgeversorganisatie die de gehele sector agrarisch en groen vertegenwoordigt. Daarom worden die activiteiten altijd vanuit de B-delen gefinancierd. Omdat de werknemersorganisaties ook activiteiten
uitvoeren die niet ten goede komen aan alle deelsectoren, maar aan één specifieke sector, mogen zij ook activiteitenplannen indienen bij de B-delen.
11. Subsidiëring activiteitenplannen van organisaties - Stigas?
Stigas is de arbospecialist binnen de agrarische en groene sector. Bedrijven die premie afdragen aan Colland Arbeidsmarkt kunnen vaak kosteloos of tegen sterk gereduceerde tarieven gebruik maken van de dienstverlening. Aansluiting bij Stigas betekent dat het bedrijf direct voldoet aan de verplichte aansluiting bij een arbodienst. Ook worden er projecten van Stigas vanuit Colland Arbeidsmarkt gefinancierd. Zo ook het project ‘Werken aan morgen’, waarvoor ook ESF-subsidie is verkregen. Aan dit project heeft de sector groen, grond en infrastructuur ook deelgenomen.
12 Administratiekosten - bestuursbureau?
Daarnaast hebben de sociale partners afgesproken om premie te heffen voor de kosten van het bestuursbureau (0,04 procent). Vanuit de post bestuursbureau worden de werkzaamheden van het Colland-bestuursbureau gefinancierd en worden overkoepelende activiteiten voor de sectoren agrarisch en groen georganiseerd. De administratiekosten worden verdeeld over het A-deel en de B-delen. De verdeling is afgesproken in het bestuur. Van de totale administratiekosten wordt tien procent ten laste gebracht van het A-deel. Uitgezonderd de kosten van de werkgeversadministratie, want daar is de verhouding tussen de premieopbrengsten in het A-deel en de B-delen bepalend. Voor 2020 is 31 procent van deze kosten begroot voor het A-deel. Denk hierbij aan kosten met betrekking tot TKP, Gilde-BT en het bestuursbureau. Daarnaast worden communicatiemiddelen vanuit het A-deel gefinancierd, zoals de VanColland en de nieuwsbrief. Vanuit het A-deel wordt ook het tweejaarlijkse arbeidsmarktonderzoek bekostigd.
Premie B-deel
Voor werkgeversorganisaties geldt dat hun activiteiten per definitie niet aan alle deelsectoren ten goede komen. Er is immers geen werkgeversorganisatie die de gehele sector agrarisch en groen vertegenwoordigt. Deze activiteiten worden dus altijd vanuit de B-delen gefinancierd. De hoogte van het B-deel varieert per sector en is afhankelijk van het aantal activiteiten dat een sector wenst te (laten) ontplooien. Bij de B-delen voor hoveniers en voor groen, grond en infra hebben de werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties een eigen subbudget. Dit is een overblijfsel van de afspraken die die sectoren al hadden bij Stosas en het Stosas-Arbvo-Comité (ook opgegaan in het fonds Colland Arbeidsmarkt). Bij andere sectoren (onder meer alle LTO-sectoren) wordt er enkel gekeken naar het activiteitenplan dat wordt ingediend en gaat het vanuit één budget.
13. Activiteitenplannen?
Werkgevers- en werknemersorganisaties kunnen subsidie voor activiteitenplannen ontvangen. Dit gebeurt via de regeling activiteitenplannen. Voorwaarde is dat het activiteitenplan voldoet aan een doelstelling van het fonds. De sectorcommissie besluit of er subsidie aan het plan wordt toegekend. Na akkoord van het bestuur van het fonds wordt een beschikking opgesteld, waarbij de aanvrager voorschotten kan vragen. Na afronding van het activiteitenplan moet de aanvrager een inhoudelijke en financiële verantwoording (inclusief controleverklaring van de accountant) bij het fonds indienen.
De sector groen, grond en infrastructuur kent de volgende activiteitenplannen:
- ‘Mooi Vak Man!’: dit project is een initiatief van de sociale partners in de sector groen, grond en infrastructuur. Sociale partners waren destijds Cumela, CNV, HZC en FNV Agrarisch en Groen. Het doel is om het imago van de sector te verbeteren, jongeren te enthousiasmeren voor een carrière in de sector groen, grond en infrastructuur en de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te bevorderen.
- ‘Kennis en Kracht’: deze campagne is gericht op het enthousiasmeren van jongeren voor de sector groen, grond en infrastructuur. Deze campagne maakt gebruik van interactieve lesprogramma’s voor vmbo-leerlingen, waarin zij kennismaken met de veelzijdigheid en maatschappelijke betekenis van het werk in de sector.
- Verbeterplan Veiligheid: stimuleren van het verbeteren van de veiligheid in de sector groen, grond en infrastructuur door middel van toolboxvideo’s, instructie en begeleiding van leerlingen, stagiairs en jonge werknemers, het leren van (bijna-)ongevallen en opleiding.
14. Regelingen?
Als een sector gebruik wenst te maken van een van de subsidieregelingen, wordt dit gefinancierd vanuit het zogenaamde B-deel (dit is het budget van de sector). Indien er interesse is voor het gebruiken of toepassen van een van de individuele regelingen, dan moet de sectorcommissie hiertoe besluiten. Na akkoord van het bestuur van het fonds wordt dit in de cao Colland vastgelegd.
Voor het aanvragen van een individuele regeling wordt gebruik gemaakt van een digitale portal, het Colland-administratiesysteem. Hierin kunnen werkgevers en werkgevers op een gemakkelijke manier een aanvraag of declaratie indienen en gevraagde documenten uploaden. Een aantal regelingen zijn hieronder uitgelicht.
15. Welke regelingen kent de sector groen, grond en infrastructuur?
- Seniorenregeling: met deze regeling kan een oudere werknemer twintig procent (één dag per week) minder werken met behoud van negentig procent van het bruto loon. De werkgever ontvangt hiervoor een vergoeding. De sectorcommissie stelt jaarlijks een subsidiebedrag per seniorendag vast.
- Uitgebreide seniorenregeling: met deze regeling kan een oudere werknemer zestig procent werken met behoud van 85 procent van het (oorspronkelijke) brutoloon.
- Subsidieregeling BBL-opleiding: voor bedrijven die de cao Groen, Grond en Infrastructuur toepassen, zijn er twee subsidies waarop ze aanspraak kunnen maken. De eerste subsidie is voor noodzakelijke praktijktrainingen voor BBL’ers in de sector. Doet een werknemer een BBL-opleiding op niveau 2 of 3 én volgt hij of zij hiervoor een noodzakelijke extra praktijktraining? Dan kan de werkgever een bijdrage van vijftig procent van de kosten krijgen, met een maximum van € 1500,- per werknemer per jaar. Er is nog een tweede subsidie. Volgt een werknemer in de cumelasector de BBL-opleiding Machinist Grondverzet bij het Soma College, dan kun je daarvoor een extra subsidie krijgen van € 1200,- per jaar. Je kunt gebruik maken van beide subsidies. Dit betekent dat je maximaal € 2700,- aan subsidie ontvangt als je de factuur voor de extra praktijktrainingen bij het Soma College hebt betaald en aan de voorwaarden voldoet.
- Subsidieregeling T-rijbewijs: voor het besturen van landbouwtrekkers, grondverzetmachines en zelfrijdende werktuigen is een T-rijbewijs wettelijk verplicht. De sociale partners in de agrarische en groene sectoren vinden het belangrijk dat de veiligheid op bedrijven wordt ondersteund.