De Vries opening

Vooruitkijken na een moeilijk seizoen

Datum: 6 februari 2024
Laatst bijgewerkt: 6 februari 2024
Het rooiseizoen 2023 was een slijtageslag voor mens en machine. Ook Anne de Vries en zijn medewerkers likken de wonden. Creativiteit, liefde voor het vak en de goede samenwerking met vaste klanten houden de specialistische loonwerker in het Friese Westhoek overeind. “Als het eenmaal weer lekker loopt, is dit het mooiste werk dat er is.”

Aan het einde van een lange dijk, met het veelzeggende huisnummer 1185, ligt het loonbedrijf van Anne de Vries. We staan in Noordwest-Friesland, op een steenworp afstand van de Waddenzee, waar keurig geploegde percelen en percelen die glimmen van het vele water elkaar afwisselen. Op de zavel- en kleigronden in het gebied zie je in de zomer vooral pootaardappelen, suikerbieten, granen en uien. De focus van de akkerbouwers ligt bij de pootaardappelen en de meeste klanten van De Vries zijn daarin qua mechanisatie zelfvoorzienend. De Vries richt zich vooral op specialistisch werk in de overige teelten, zoals het zaaien en rooien van uien en bieten. Ook staan er op het erf twee strooiers voor vaste mest. “Typisch een klus die telers uitbesteden en we krijgen daar steeds meer werk mee”, vertelt De Vries. “We draaien met twee machines in compost, mest en gips. Veel telers zijn bezig met bodemverbetering. Ook kunnen we voor wie dat wil plaatsspecifiek strooien.”

De Vries had vlak voor de kerst nog enkele tientallen van de in totaal 300 hectare suikerbieten voor de boeg

Strijden

Eind 2023 moesten de akkerbouwers in het gebied helaas de nodige concessies doen aan de bodemkwaliteit. Niet alle aardappelen konden worden gerooid. Ook De Vries had vlak voor de kerst nog enkele tientallen van de in totaal 300 hectare suikerbieten voor de boeg. Sinds eind oktober was het stelen tussen de buien door. De Vries is blij met zijn Holmer-rooier, die hij prijst om de goede gewichtsverdeling en het rijden in hondengang. Geen enkele keer heeft de machine vastgezeten. De afgelopen dagen heeft hij er in ploegendienst met vaste medewerker Piet Muller in vijf dagen tijd weer zeventig hectare bieten uit kunnen halen. Een succesje, want regelmatig zakte de capaciteit afgelopen herfst terug naar een halve hectare per uur. “Af en toe werd je echt moedeloos”, vertelt De Vries. “We komen net van een perceel van 23 hectare. Op zich een mooi blok, maar alles moest door dezelfde dam van het land. In zo’n jaar is dat een gemartel van niks. We zijn na tien hectare rooien eerst weer naar huis gegaan”, aldus de ondernemer. In overleg met de eigenaar besloten ze om een rupskraan en vrachten met zand te laten komen om voor de uitgang een zandbaan te maken. Dat bleek een goede oplossing. “Als het dan eenmaal weer loopt en je maakt je rondjes midden in de nacht, dan is dat ook weer mooi. Je doet het toch maar weer samen.”

Extra rekening

Voor een paar nachten doorhalen draaien De Vries en zijn medewerkers hun hand niet om. Waar de loonwerker wel tegen aanloopt, is dat de standaardtarieven de kosten in dit soort jaren niet dekken. Het rooien van een hectare bieten kost regelmatig de dubbele hoeveelheid tijd én brandstof dan normaal. Wat doe je met die rekening? De tarieven zijn volgens De Vries vrij scherp en er wordt in het gebied van oudsher per hectare afgerekend. “Ik heb er al wel een urencomponent in zitten. Een grote teler, met tientallen hectares aan één blok, betaalt bij mij minder dan een teler die een perceel van enkele hectares met een geer te rooien heeft. Dat is wel zo eerlijk, maar in zo’n jaar als dit kom ik in beide gevallen niet uit”, stelt hij vast. Uiteindelijk besloot De Vries om de telers bij wie hij sinds de regenperiode heeft gerooid een toeslag van 65 euro per hectare te rekenen. “Dat dekt nog niet alles, maar op die manier vind ik het goed te verantwoorden en ik verwacht dat de klanten dit zullen begrijpen. Ik heb gelukkig ook klanten die van zichzelf al zeiden: ‘Je rekent toch wel wat extra, hè, want dit komt niet goed zo.’ Dat waardeer ik, want dat past bij de manier waarop ik wil werken.”

Waar de loonwerker tegen aanloopt, is dat de standaardtarieven de kosten in dit soort jaren niet dekken

Hoewel de mentaliteit zakelijker is geworden, vindt hij het in de regel nog altijd goed zaken doen met de jonge generatie akkerbouwers. “Die jongens zijn tweehonderd procent boer en daar doe je het voor. Dat houdt me ook gemotiveerd. Van de bank hoef ik het niet meer te hebben. Die begrijpt niet hoe het werkt en financiert geen machines meer”, zegt hij. Dan geïrriteerd: “Nee, je maakt geen dikke winsten in dit werk. Dan had ik wel een ander beroep gekozen.”

Het klopt niet dat we dit seizoen maar met moeite 300 hectare uit de grond krijgen

Rooicollectief

Meedenken met de klant, machines op meerdere spoorbreedtes zetten, machines aanpassen naar wens, niets is te gek voor De Vries. Ook bewerkt hij nog 25 hectare eigen grond. “Je moet feeling hebben met dit werk en goed inspelen op de omstandigheden”, weet hij. De stijgende kosten baren hem zorgen. Volgens hem is er een efficiëntieslag nodig en valt dat bijvoorbeeld te halen uit een betere planning van de bietenoogst. “Het klopt niet dat we dit seizoen maar met moeite 300 hectare uit de grond krijgen. We hebben te veel stilgestaan op droge dagen. Ik kijk wel eens met een schuin oog naar Duitsland, waar ze werken met Reugenossenschaften, een soort werktuigencoöperaties, waar rooiers gemakkelijk 600 hectare per seizoen draaien. Eentje doet de planning, laden doe je met de bietenmuis. Op die manier krijgt de fabriek zo min mogelijk tarra. Een planner erop en klaar. Je moet alle rooibare dagen benutten.”