De akkerbouwdag was dit jaar op het terrein van PPO in Lelystad. Daar waren vooral de wiedrobots de publiekstrekkers. Onder de bezoekers waren, zo te horen, veel telers van bijzondere gewassen. Zij ervaren dan ook als eerste het ontbreken van chemische middelen om onkruid te bestrijden, vooral doordat er weinig middelen beschikbaar zijn of omdat fabrikanten geen toelating aanvragen vanwege de hoge kosten. Of het interessant gaat worden voor loonwerkers, is nog de vraag. Veel machines hebben namelijk nog een relatief lage capaciteit en kunnen daarom slechts op een beperkt aantal hectares worden ingezet. Dat betekent dat veel telers de machine zelf kunnen exploiteren. Voor loonwerkers lijkt er pas plaats te zijn als er machines met een grotere capaciteit zijn of als telers maar beperkte arealen hebben van een gewas dat met een robot bewerkt moet worden.

Hagelnieuw op de demonstratie was de Escarda laserwieder van Homburg. Helaas kon deze machine nog niet demonstreren vanwege de veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van een laser. De bouw van de machine is eenvoudig: in een frame hang je een laserbox, die je boven de rij kunt plaatsen. Een camera zoekt vervolgens naar het onkruid, waarna de laser automatisch op het onkruidplantje wordt gericht. Tijdens het rijden past de laser zich aan, zodat deze gericht blijft op het onkruid, zelfs als het maar om delen van een seconde gaat. Verwacht geen hoge snelheden, want de rijsnelheid is 1 tot 1,5 km per uur.

De meest verkochte robotwieder in Nederland is momenteel de Farmdroid van Abemec. Hiervan zouden er al 24 draaien in Nederland. Dit is niet alleen een wieder, maar ook een zaaimachine. Bij het zaaien wordt de positie van elk zaadje precies vastgelegd, waardoor je ook in de rij kunt schoffelen en zelfs al kunt starten voor opkomst. Uitgerust met een zonnepaneel kan deze machine lange dagen maken. De praktijk is dan ook enthousiast.

De Odd.bott Maverick zou je een echte robot kunnen noemen. Dit Nederlands fabricaat werkt met robotarmen die het onkruid plukken en bootsen dus echt een armbeweging na. Zelfs onkruid van 2 mm groot wordt al uit de grond geplukt. De machine kan tot 2,25 meter breed werken en werkt volledig autonoom. De capaciteit is maximaal 2 ha per dag.

Een ander Nederlands fabricaat is de Ekobot. Deze wordt gebouwd en verkocht door Homburg. Ze hebben de tweede generatie voorzien van een hogere bodemvrijheid om ook op hogere bedden of diepere rijsporen te kunnen werken. De machine is uitgerust met 9 camera's en daarachter een aantal schoffelmessen. Als de camera's een onkruidje detecteren, slaat de schoffel met een zijwaartse beweging het onkruid uit de bodem. Het voordeel is dat deze machine relatief eenvoudig gebouwd en licht is, en ook autonoom kan werken.

Meer op loonwerk gericht waren de eggen die werden getoond. Hierbij gaat het om bekende techniek, waarbij je ziet dat fabrikanten weer flink aan het ontwikkelen zijn. Bijvoorbeeld Lemken en Zolcon werken met een hydraulische tanddrukverstelling. Bij Lemken varieert dit van 100 gram tot 5 kg, terwijl Zolcon een systeem heeft van 500 gram tot 3,5 kg.

Een bijzondere schoffel die nog te zien was, komt van Uhlmana. Deze werkt camera gestuurd en is speciaal gebouwd voor het schoffelen in de rij. Hij is opgebouwd uit losse elementen en kan dus over een flinke breedte werken. De machine werkt op luchtdruk, daarom zijn op het schoffelelement extra luchttanks gemonteerd. De machine werkt alleen in de rij; voor tussen de rijen moet je een apart schoffelelement gebruiken.
Helaas was bij alle demonstraties de werking nauwelijks te beoordelen. De machines reden slechts een klein stukje op lage snelheid, soms zelfs met zeer weinig onkruid. Daarmee bood de dag vooral een mooie gelegenheid om te kijken welke technieken er beschikbaar zijn.