“Mijn man Reender was kraanmachinist in loondienst. ’s Winters stuurde zijn baas hem vaak naar huis, omdat hij geen werk voor hem had. Reender kocht al in 1979 zelf een kraan om in zijn vrije tijd wat klussen te doen”, vertelt Henny Drenth (75). “Reender bouwde zijn bedrijf rustig op en besloot drie jaar later zijn baan op te zeggen. Dat was best spannend, want er was een hoge werkloosheid en we hadden een jong gezin.”
Als mijn vader de koppeling wilde intrappen, zat mijn klompje er wel eens onder
In 1982 schrijven Reender en Henny hun vennootschap onder firma in bij de Kamer van Koophandel. Vanaf het begin doet Reender het kraanwerk en Henny verzorgt alles eromheen, zoals de administratie, facturatie, telefoon en planning. Tussendoor haalt ze onderdelen, regelt ze hulpstoffen, zoals zand, en runt ze het gezin.
Klompje onder koppeling
Dochter Jacqueline zit als kind vaak bij haar vader in de cabine. “Als mijn vader de koppeling wilde intrappen, zat mijn klompje er wel eens onder”, zegt ze. Wanneer ze in 4 havo blijft zitten, omdat het te gezellig was in de klas, vertelt ze haar ouders dat ze in het nieuwe schooljaar de machinistenopleiding aan het Soma College in Ede wil volgen. Van haar ouders moet ze eerst de havo afmaken. Twee jaar later gaat ze alsnog naar Ede. Ze loopt stage in de Flevopolder. “Ik wilde daar nog wel een jaar blijven, maar mijn vader had veel werk en vroeg me bij hem in loondienst te komen”, vertelt ze. In de avonduren haalt ze haar uitvoerderspapieren en aannemersdiploma. In 2009 komt ze bij haar ouders in de vennootschap. Door een voedselvergiftiging krijgt haar vader een nierziekte en moet hij jarenlang dialyseren. “Gelukkig konden we de nierdialyse thuis doen”, vertelt Henny. “In 2018, na tien jaar ziekte, lag mijn man ’s ochtends plotseling dood in bed. Dat was een schok. Toch gunden we hem zo’n einde zonder lijden.”
Goede taakverdeling
Na het overlijden van Reender plaatsen Henny en Jacqueline een overlijdensadvertentie in twee lokale kranten, zodat iedereen in de omgeving weet wat er is gebeurd. Ze besluiten het bedrijf samen voort te zetten. ”We hadden elk onze eigen taken en dat ging eigenlijk gewoon door”, zegt Henny. “Een paar weken na de uitvaart heb ik alle vaste klanten bezocht”, vertelt Jacqueline. “Je moet er dan wel steeds over praten, maar dat hoort erbij. We zijn geen klanten kwijtgeraakt”, stelt ze vast. “Ik regel nog steeds de planning en de administratie en Jacqueline doet het uitvoerende werk”, vertelt Henny. “Mensen vragen wel eens: ‘Is de baas er ook?’ ‘Die heeft u aan de lijn’, zeg ik dan.”
Mijn moeder is de zeef. Dankzij haar kan ik mij op mijn werk richten
“Zij is de zeef”, zegt Jacqueline met een knipoog. “Dankzij haar kan ik me op mijn werk richten”, legt ze uit. “Toen ze als jonge meid met lang blond haar voor ons werkte, ging ik wel eens mee naar nieuwe opdrachtgevers om vertrouwen te wekken”, vertelt Henny. “Ze moest zich toen echt bewijzen, maar als ze eenmaal aan het werk was, was het altijd goed.”
Het vrouw-zijn speelt inmiddels nauwelijks nog een rol. “We hebben veel vaste klanten en die weten wat ze kan”, vertelt Henny. “Bij nieuwe opdrachtgevers zeg ik vaak wel dat er een vrouw komt”, zegt ze. “Het grootste verschil tussen een mannelijke machinist en mij is dat ik regelmatig aanbel als ik moet plassen”, lacht Jacqueline.
Alles is leuk
Grondverzet R. Drenth VOF werkt in het buitengebied in een straal van zo’n twintig kilometer rond Warffum. Het machinepark is veelzijdig: graafmachines, een dumper, een kipper, een rupsdumpertje en een trilplaat. “Eigenlijk hebben we te veel machines, maar ik vind bijna alles in het grondverzet leuk”, vertelt Jacqueline. “Het onderhoud doe ik voor de helft zelf. We zouden machines kunnen verhuren, maar dat is verzekeringstechnisch lastig.”
Als er op zaterdag wat kapot gaat, is het op maandag weer gemaakt
De werkzaamheden zijn breed: van riolering leggen, beschoeiing plaatsen en sloten schoonmaken tot tuinwerk, funderingen uitgraven en mechanisch hagen snoeien. “We doen eigenlijk alles waar een kraan aan te pas komt”, zegt Jacqueline. “We werken voor particulieren, agrariërs en de gemeente. Bij hoveniers en stratenmakers zorg ik dat alles klaar ligt, zodat zij verder kunnen. Bij opdrachten die ik niet alleen kan doen, huren we iemand in.”
Hollen of stilstaan
Nieuwe klanten komen meestal via mond-tot-mondreclame. “We doen niet aan social media”, zegt Henny. “Vroeger adverteerden we in de Ommelander. Nu sponsoren we de dorpskrant en de voetbalvereniging en zetten we onze kraan soms gratis in voor activiteiten in de regio, zoals de autocross.”
In het grondverzetbedrijf is het hollen of stilstaan, ervaren Henny en Jacqueline. “In de winter is het rustiger”, vertelt Henny. “Dan laden we weer op en voert Jacqueline onderhoud uit. In het najaar is het druk met slootschonen. Dan maakt Jacqueline per week gerust zes dagen van tien uur”, aldus Henny. “Dit werk is niet van acht tot vier”, vult Jacqueline aan. “En als er op zaterdag wat kapot gaat, is het op maandag weer gemaakt.”