Met het onderzoek wil de NBBU, de brancheorganisatie voor uitzendbureaus en andere arbeidsmarktbemiddelaars, het beeld bestrijden dat zzp’ers gedwongen zijn om als zelfstandige te werken en dat hun financiële situatie slecht is. Uit het onderzoek blijkt dat 82 procent van deze ondernemers financieel onafhankelijk is. Dertig procent van de zzp’ers verdient jaarlijks zelfs meer dan 50.000 euro. Het grootste deel van de financieel onafhankelijke groep heeft ook voldoende middelen gereserveerd om een periode van zes maanden zonder inkomen te overbruggen. Wanneer daarbij naar het gezinsinkomen wordt gekeken, heeft 80 procent voldoende vermogen om drie maanden zonder inkomsten te overbruggen.
Het is een beeld dat aansluit bij de positie van de zzp’er in de cumelasector, denkt beleidsmedewerker sociale zaken Jacqueline Tuinenga. “We zien ook in onze sector een grote groep zzp’ers die dankzij hun flexibiliteit de gaten in de arbeidsmarkt vullen, maar daarvoor ook een passende beloning ontvangen. Zij zijn de flexibele schil die ervoor zorgt dat ook op piekmomenten zoals tijdens de grasoogst, het maïshakselen of het nachtelijk uitvoeren van grote infraprojecten voldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn.”
In contacten met ondernemers merkt Tuinenga ook dat deze zzp’ers inmiddels onmisbaar zijn. “We kunnen nu eenmaal geen mensen in dienst nemen waarvoor niet jaarrond werk is. Daarvoor zijn arbeidskrachten nu te duur. Juist de flexibiliteit van deze groep zorgt ervoor dat we feitelijk dag en nacht voor de klanten klaar kunnen staan.”
Net als de NBBU roept Tuinenga de politiek daarom op om anders naar de zzp’er te kijken. “Het is goed dat er regels komen voor mensen die verplicht worden om als zzp’er aan de slag te gaan, maar die regels moeten de echte zelfstandige niet in de weg staan. Dat is wel wat nu dreigt omdat de voorgestelde regels geen rekening houden met de situatie in sectoren als de onze. Daar moet je soms mee in het werk dat je als een team uitvoert.”
Tuinenga hoopt daarom dat de nieuwe coalitie de door demissionair minister Van Gennip bedachte regels nog eens kritisch bekijkt. “Daar heeft de overheid ook alle belang bij, want zij is zelf een van de grootste opdrachtgevers van zzp’ers, waarbij mensen soms al jaren voor dezelfde opdrachtgever werken. Terwijl ze bij ons in elk geval nog regelmatig van opdrachtgever wisselen.”
De NBBU vindt net als Cumela dat het debat daarom gevoerd moet worden met heel andere uitgangspunten. Namelijk niet die van een zielige zzp’er die voor een hongerloontje moet werken, maar vanuit de positie die deze ondernemers nu op de arbeidsmarkt innemen.