

Wie Ploeger kent en zeker wie ermee in gesprek is, zal dit niet als een verrassing in de oren klinken. Er werd al hardop over gepraat en nagedacht. Nu is de spreekwoordelijke kogel door de kerk: de vierwieler komt er, uiteraard met CVT en een volledig mechanische aandrijflijn voor efficiëntie en trekkracht. Dorus van Esch, productmarketing - manager voor de mestmachines, is hier helder in. “Er was vanuit de markt al vraag naar een opvolger voor de Challenger-vierwielers. Denk aan een wat grotere tank ten opzichte van de driewieler en - vooral in het buitenland - de geschiktheid voor rijencultuur en in bergachtige gebieden het punt van de stabiliteit. Ook wilden we de range mestmachines graag compleet hebben, zodat de klant elke gewenste grootte en uitvoering kan kopen, maar we konden als Ploeger niet alles tegelijk. Nu we de driewielige AT4103 en de vijfwielige AT5105 goed op de rit hebben, komt de vierwieler om de mestmachineserie compleet te maken.”
De machine staat al compleet op tekening. Hij zal nu worden gebouwd om hem het komend seizoen uitgebreid te testen. Op de Agritechnica zal hij officieel worden onthuld en dan zal de serieproductie worden opgestart om de eerste exemplaren voor het mestseizoen 2022 uit te kunnen leveren.
Van Esch geeft aan dat Ploeger daarmee de klant de keuze laat in het aantal wielen en de grootte. Ook benadrukt Van Esch dat ze bij Ploeger de nieuwkomer meer als een uitbreiding van de bestaande serie zien dan als een volledige nieuwkomer. “De hoofdcomponenten zijn allemaal bekend van de andere twee machines, zoals cabine, motor, transmissie, assen, hef en mestopbouw. We moeten er natuurlijk wel een nieuw frame bij maken.”

Er was natuurlijk de vraag of de machine knikbesturing zou krijgen, omdat Terragator-klanten daarmee vertrouwd zijn. Dorus geeft aan dat ook die keuze niet moeilijk was. “Onze assenleverancier kon op maat goede assen leveren die smal genoeg zijn om binnen drie meter breedte 1000-banden te monteren met voldoende wieluitslag en met dezelfde type zware klok en eindvertragingen als op de vijfwieler. De ZF-CVT die ook we gebruiken op de AT machines heeft al een aansluiting voor de voorasaandrijving. Een knikgestuurde versie maakt de aandrijving dan gecompliceerder, dus ligt deze vierwielbestuurde variant voor de hand.”
De 405 kW (550 pk) Scania-motor komt ook uit de vijfwieler. Hier is enige studie nodig voor de koeling, omdat die naar voor zal worden verplaatst. De assen die onder de vierwieler zitten, zijn door aangepast, zodat ze geschikt zijn voor de nieuwe hogere VF 1000/65R32-banden, en voor de 900/65R42- binnen de drie meter voertuigbreedte. Standaard wil Ploeger de hogere 1000/65R32-banden monteren, omdat die vijftien centimeter hoger zijn dan de bekende 1050-banden en vanwege de grotere luchtkamer meer draagkracht hebben. De vooras zal geveerd worden uitgevoerd.
De nieuwkomer krijgt standaard een 22-kuubs mestopbouw met wederom een polyester tank om gewicht te besparen. Van Esch geeft aan dat er al een lagere achttienkuubs variant is voorzien voor klanten die dat willen. Verder krijgt de machine de bekende Ploeger-mesttechniek met een Börger-mestpomp, een Vogelsang-snijkast en een handige laadarm met Superload die tot voor de machine kan zwenken. De cabine is dezelfde Claas-cabine als op de zestienkuubs AT4103 LNMS en de 26-kuubs AT AT5105 LNMS-vijfwieler. Ook de bediening is nagenoeg hetzelfde, met uiteraard de toevoeging van de hondengang. Van Esch verwacht dat het totaalgewicht vergelijkbaar zal zijn met dat van de bestaande vierwielige mestmachines. Reken dus op rond de 22 ton met lege tank, gelijkmatig verdeeld over de beide assen. De mestopbouw zal afneembaar worden gemonteerd om de zelfrijder desgewenst ook voor andere doeleinden te kunnen inzetten.