Een akkerbouwer heeft nog wat ruimte om mest te plaatsen. Goed nieuws, want alle beetjes plaatsingsruimte zijn welkom. Een mooie oplossing, toch? Ja, zolang de toepassing op een goede manier gebeurt.
Door een emissiearme methode kan het gewas de stikstof beter uit de mest halen
Waarom emissiearm?
De inzet van een emissiearme techniek heeft drie voordelen:
1. Betere benutting:
Door een emissiearme methode kan het gewas de stikstof beter uit de mest halen. Uiteindelijk gebruikt het gewas de ammoniak als die niet vervluchtigt. Dat is belangrijk vanuit het oogpunt van precisiebemesting en het bemesten op het scherp van de snede.
2. Goed voor de natuur en het goedkoopst
Ammoniak die in het land blijft, komt niet in de natuur terecht. Gebeurt dat wel, dan zorgt het daar voor een overmaat aan stikstof. Nederland moet zich houden aan Europese afspraken over de vermindering van de emissie van ammoniak. Uit berekeningen blijkt dat het verminderen van de emissie bij het aanwenden van mest altijd het meest kosteneffectief is. Dat betekent de laagste kosten per vermeden kilogram ammoniakemissie.
3. Minder stankoverlast
Er komen minder geuren vrij. Dat betekent naast een daling van de ammoniakuitstoot een vermindering van de geurhinder. In een dichtbevolkt land als Nederland een goede reden om mest emissiearm toe te passen.
Hoe werkt het?
Werk zorgvuldig met dierlijke (drijf)mest. Zo daalt de ammoniakemissie en krijg je een emissiearme toepassing. Het gaat daarbij om de combinatie machine, techniek, grondsoort en omstandigheden. Klopt dat plaatje, dan daalt de emissie. In het kader staan vijf praktische tips om dit nog beter te kunnen doen.
Onthoud dat zorgvuldig werken dit oplevert:
- Hogere gewasopbrengsten.
- Minder geurhinder.
- Lagere kosten.
- Geen gedoe met de NVWA.
Wanneer de NVWA vaststelt dat dierlijke mest niet emissiearm is aangewend, kan zij een boete geven en een korting op de GLB-subsidie.
Regels voor bouwland
Wat zegt de wetgever over de emissiearme toepassing van mest op bouwland? In de wettelijke voorschriften staat dat mest toepassen op of in bouwland alleen mag via een gesloten systeem. Dat betekent een verbod op het gebruik van apparatuur die de mest van (enige) hoogte op de grond sproeit. Dat is ook zo voor apparatuur waarin de mest in een onafgesloten systeem naar de grond vloeit.
Vaste mest
Vaste mest uitrijden op bouwland moet emissiearm gebeuren. Het uitrijden mag in twee direct opeenvolgende werkgangen. Het mag bovengronds wanneer de mest in de werkgang daarna wordt ondergewerkt. Er mag na bewerking geen mest meer te zien zijn. Dat gebeurt door de mest met voldoende grond te bedekken of door die intensief door de grond te mengen. Er blijft een mestvrij grondoppervlak over. In deze situatie moeten er het grootste deel van de tijd twee machines op het perceel aan het werk zijn.
Hoe hoger de luchtvochtigheid en hoe lager de temperatuur, hoe kleiner de ammoniakemissie
Drijfmest
Drijfmest uitrijden in of op bouwland of niet-beteelde grond mag in één werkgang met dezelfde machine en met een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is.
Als de NVWA vaststelt dat dierlijke mest toepassen niet emissiearm gebeurt, volgt een proces-verbaal.
Dit zijn de mogelijkheden:
- De drijfmest gaat via sleufjes de grond in, de sleufjes zijn maximaal vijf centimeter breed en op niet-beteeld bouwland zijn de sleufjes minimaal vijf centimeter diep.
- De mest gaat de grond in om daarna zodanig met de grond te worden vermengd dat de mest niet meer zichtbaar is.
- De mest gaat op de grond om daarna te worden bedekt met grond of intensief door de grond te worden gemengd, zodat de mest niet meer zichtbaar is.