Omgevingswet

Participeren kun je leren

Datum: 14 december 2021
Laatst bijgewerkt: 14 december 2021
Door: Tom Luttikhold
Zodra de Omgevingswet is ingegaan, moet je als bedrijf laten zien dat participatie is toegepast wanneer je een vergunning aanvraagt of een omgevingsplan wilt wijzigen. Participatie is daardoor een belangrijk aspect geworden. Hoe dit nu zit en hoe het participeren eruit moet zien, lichten we hier toe.

Participatie: ‘het hebben van aandeel in iets, deelname’. In de Omgevingswet is een participatieve aanpak nog wat ruimer omschreven en wel als volgt: “het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen) bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit.” 

Het idee achter de participatie is dat de omgeving in een vroeg stadium wordt betrokken bij een nieuwe ontwikkeling of een wijziging. Het geeft de mogelijkheid om meer informatie in te winnen, een reactie te geven of om voorstellen te doen waarbij het project en de omgeving beter op elkaar worden afgestemd. Dit contact met de omgeving kan leiden tot meer begrip tussen de initiatiefnemer en de omgeving en tot het creëren van draagvlak vóór het besluit kenbaar wordt gemaakt. Zo wordt voorkomen dat zienswijzen en bezwaar- en beroepsprocedures vertraging opleveren in het proces naar een besluit. 

Hoe dan? 

Voor het indienen van een aanvraag onder de Omgevingswet is het verplicht om aan te geven of aan participatie is gedaan en zo ja, op welke wijze en wat de uitkomsten zijn. Verder zijn er geen eisen opgenomen ten aanzien van de vorm, de omvang van de omgeving of de acties die na de participatie moet worden uitgevoerd. 

De mate van participatie hangt af van de invloed van het besluit of het project op de omgeving. Het kan zijn dat voor een wijziging die geen effect heeft op de omgeving geen participatie wordt gevolgd. Het is geen verplichting van de Omgevingswet. Wel kan de gemeenteraad in een omgevingsplan voorwaarden opnemen dat in bepaalde situaties (zogenaamde buiten omgevingsplanactiviteiten) participatie wél verplicht is. Ditzelfde wordt ook toegepast op een project. Als het breken van puin wordt toegevoegd, zal een ruimere omgeving bij de participatie worden betrokken dan bij het plaatsen van een nieuwe bedrijfshal. 

Ook de omgeving van het project speelt hierbij een rol. Zo kan de locatie gelegen zijn in het landelijke buitengebied, aan de rand van een dorpscentrum of nabij een school of een zorginstelling. Een goede afweging begint met beoordelen van wat het effect van het project kan zijn. In het contact met de omgeving is het goed om uit te leggen wat de reden is dat het project wordt uitgevoerd. Geef ook aan welke maatregelen of keuzes al zijn gemaakt om de effecten naar de omgeving tot een minimum te beperken. Eventuele opmerkingen kunnen worden verzameld en worden beoordeeld of deze toepasbaar zijn voor het project. Het is uiteindelijk niet verplicht om de bijdragen van de omgeving toe te passen. Wel moet uiteindelijk worden gemotiveerd wat met de uitkomsten van de participatie is gedaan. 

Tijdig in contact 

Je hoeft als initiatiefnemer niet te wachten tot de Omgevingswet in werking treedt. Ook in de huidige situatie kiezen onze leden ervoor om tijdig in contact met de omgeving te komen. Hierdoor ontstaat op zijn minst meer inzicht van beide kanten. De ondernemer leert hoe de omgeving naar het bedrijf kijkt en de omgeving krijgt meer informatie over waarom bepaalde wijzigingen worden aangevraagd.