
De extra belangstelling voor kruidenrijk grasland laat zien dat veehouders inmiddels wel bezig zijn met het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Daarin kunnen veehouders extra hectaretoeslag krijgen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. De teelt van kruidenrijk grasland of eiwitgewassen vormen daarvan een belangrijk onderdeel.
Op de mais- en gras manifestatie werd er daarom uitgebreid bij stilgestaan. Met informatie over de teelt, de verschillende gewassen en de economische resultaten. Op de proefboerderij stonden alle gewassen er uitstekend bij, dankzij de mogelijkheid die ze hadden om vier keer te beregenen. Dat leverde in elk geval een aantal mooie percelen met deze gewassen op. Dat bereik je niet zomaar vertelde onderzoeker Pedro Janssen van het Louis Bolk Instituut. “Wil je een goed gewas telen, dan moet je eigenlijk nu gaan zaaien, zeker als het wat geregend heeft. Want dit zaad heeft niet alleen een goed zaaibed nodig, er moet ook voldoende vocht zijn om alles te laten kiemen.”
Janssen liet de resultaten zien van driejarig onderzoek van het Louis Bolk instituut naar kruidenrijk grasland. Daaruit blijkt dat een kruidenrijk grasland bestaande uit Engels raai met daarbij witte en rode klaver, smalle weegbree en cichorei in droge jaren beter presteert dan gewoon grasland en in andere jaren een vergelijkbare opbrengst geeft. “Maar wel duidelijk lagere kosten, want op de kruidenrijke graslanden hebben we alleen dierlijke mest als startgift gegeven. Daarna vormt de klaver voldoende stikstof om het gras aan de groei te houden. Bij de huidige kunstmestprijzen bespaar je dus zo een paar honderd euro, terwijl de kwaliteit in de kuil minimaal gelijkwaardig is. Dankzij de kruiden is er zelfs duidelijk sprake van een meerwaarde vanwege een hoger gehalte mineralen.”
1 zak tegelijk
Loonwerkers die deze gewassen inzaaien adviseert Janssen om telkens maar 1 zak zaad in de zaadtank te doen. “Doe je meerdere zakken tegelijk, dan krijg je te veel ontmenging door het trillen van de machine. Daarom kun je het beste iets vaker afstappen en telkens opnieuw vullen.”
Kruidenrijk grasland is wel gevoelig voor berijding, daarom moet je deze percelen het liefst maaien als het goed afgedroogd is. Het gebruik van een kneuzer bij het maaien wordt afgeraden en ook schudden moet met beleid en liefst met een zo laag mogelijk toerental om te voorkomen dat het blad van de klaver verloren gaat. Doe je dat allemaal goed, dan kun je volgens Janssen wel tot vijf jaar de kruiden in het gras houden. Daarna zal opnieuw inzaaien nodig zijn, al dan niet in een vruchtwisseling met mais.
Doorzaaien
Janssen is geen fan van het doorzaaien van kruiden in bestaand grasland. “Het is heel moeilijk om dat succesvol te doen. Het probleem is dat het gras veel harder groeit dan de kiemplantjes, ook al maai je het eerst kort af. De enige manier waarop je nog een kans van slagen hebt, is als je het kort na het zaaien, als de plantjes gekiemd zijn nog een keer maait of weidt. Maar dan nog valt het niet mee is onze ervaring.”
Inmiddels zijn ook alle zaaizaadleveranciers op de nieuwe markt ingesprongen. Zij hadden op de Proefboerderij ook een aantal demovelden liggen met hun kruidenmengsel. Barenbrug kiest daarbij voor een mengsel met daarin een zachtbladige rietzwenk om deze ook goed droogteresistent te maken. De open stand geeft ook ruimte voor de kruiden.
DSV heeft twee eigen mengsels waarbij er een is afgestemd op het meerdere keren maaien, terwijl het tweede mengsel bedoeld is voor percelen waar ook regelmatig de koeien de boel kort grazen. Het advies is dan om te werken met het Nieuw Nederlands weiden, dat wil zeggen telkens de koeien 1 dag op een perceel om het kort te grazen.
DLF toonde naast het eigen kruidenmengsel ook een interessant alternatief voor bedrijven die wat aan eiwitteelt willen doen. Ze hebben een speciaal mengsel met daarin Lucerne, rode klaver en nog dertig procent gras. Door deze combinatie heb je in het voorjaar een goede bedekking en een goede eerste snee van het gras, terwijl daarna de lucerne en klaver zich ontwikkelen. Volgens DLF voldoet dit mengsel aan de eisen voor de eiwitteelt in het nieuwe GLB.
Wie nog met een mengsel met klaver aan de gang wil moet ook opschieten vertelde Mark Vink van Barenbrug. “We merken dat de belangstelling erg groot is. Zeker nu de kunstmest zo duur is. Voor ons begint de voorraad op te raken.
Nu nog experimenteel
Tijdens de rondgang konden de bezoekers ook meekijken bij verschillende experimenten om te voldoen aan nieuwe milieunormen. Zo wordt er geexperimenteerd met de mengteelt van mais en bonen, wordt er gekeken hoe je met minder gewasbescherming de mais schoon kunt houden en of andere voedergewassen mogelijk een alternatief zijn voor gras en mais. Allemaal goed voor het scherpen van de gedachten, maar ook met een duidelijke boodschap, een echt alternatief is het allemaal nog niet. Daarvoor is nog meer onderzoek nodig.
Wel een duidelijke boodschap was er bij de profielkuil en het bemestingsonderzoek. Daar benadrukte Brigitte Kroonen, onderzoekster van de Proefboerderij de noodzaak om bij de bemesting rekening te houden met alle stikstof die er is en ook te werken aan bijvoorbeeld een goede organische stofvoorziening. “Het onderzoek dat we doen laat duidelijk zien, dat we de normen kunnen halen en de uitspoeling kunnen beperken. Maar dan moet je wel je best doen en goed rekenen. Dus de nalevering uit een vanggewas meereken en zorgen dat je weet hoeveel stikstof er in de drijfmest zit. Alleen dan kun je echt sturen. Dat kan ook een voordeel zijn, want als je bij de mais kunt besparen heb je meer voor je grasland. Dan werk je echt aan een optimale bemesting.”