betere resultaten

Betere resultaten bij 62 procent van de bedrijven in 2020

Datum: 26 oktober 2021
Laatst bijgewerkt: 27 oktober 2021
Door: Toon van der Stok
Ondanks de coronacrisis steeg de omzet en verbeterde het resultaat in de cumelasector in 2020. Dat blijkt uit de resultaten van de eerste 97 deelnemers aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. De omzetstijging werd vooral behaald door de grondverzetbedrijven. De agrarische loonbedrijven halen voor het derde opeenvolgende jaar een negatief bedrijfseconomisch resultaat.

Toen Nederland in maart 2020 te maken kreeg met Covid-19 was het de vraag wat dit voor de cumelasector zou betekenen. “Tegen de eerste verwachtingen in mogen we concluderen dat de financiële gevolgen voor een gemiddeld cumelabedrijf beperkt zijn gebleven”, stelt adviseur Financiën & Bedrijfsontwikkeling Dieuwer Heins vast. “Hoewel bepaalde projecten voor overheden vertraging opliepen, was er voldoende werkaanbod. Particulieren konden niet op vakantie en besteedden het geld aan tuinrenovatie en de overspannen huizenmarkt leidde er toe dat er volop werd gebouwd.”  

De financiële gevolgen van corona zijn voor een gemiddeld cumelabedrijf beperkt gebleven

Gemiddeld steeg de omzet in de cumelasector vorig jaar met 3,2 procent. Binnen Cumela Kompas wordt dit gerelateerd aan de bruto marge. Dit is de omzet na aftrek van werk door derden en inkoop van hulp- en grondstoffen. Bij de grondverzetbedrijven is de bruto marge met 4,8 procent duidelijk meer gestegen dan bij de gemengde bedrijven, waar de stijging uitkomt op 2,2 procent. Opvallend is dat de bruto marge voor de agrarische loonbedrijven zelfs met 0,4 procent is gedaald. Deze bedrijven profiteerden duidelijk niet van het goede werkaanbod buiten de landbouw. Voor het derde opeenvolgende jaar hadden zij te maken met een relatief droge zomer, met als gevolg minder inkuilwerk. Ook de onzekerheden in de landbouw hebben een negatief effect, hoort Heins van zijn klanten. “Agrariërs zijn terughoudend met investeringen en extra uitgaven voor bijvoorbeeld graslandvernieuwing worden niet gedaan. Ook stoppende boeren en het jaarlijks met 7000 hectare afnemende landbouwareaal als gevolg van de aanleg van industrieterreinen, stadsuitbreiding en natuur leiden tot een verlies aan werk.” 

€ 84.000,- meer omzet 

Om een goed beeld te geven van de ontwikkelingen in 2019 en 2020 is in de tabel de winst- en verliesrekening weergeven van een gemiddeld cumelabedrijf, gebaseerd op de eerste 97 deelnemende bedrijven aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Deze bedrijven deden mee voor de jaren 2018, 2019 en 2020. Ten opzichte van een grotere groep deelnemers zijn deze bedrijven vrij goed te vergelijken. Wel zijn de grondverzetbedrijven in deze groep wat kleiner en de agrarische loonbedrijven juist wat groter dan gemiddeld in de sector. 

Winst- en verliesrekening gemiddeld cumelabedrijf 2019 en 2020

De omzet van een gemiddeld cumelabedrijf steeg met € 84.000,-, van € 2.646.000,- in 2019 naar € 2.730.000,- in 2020. De bruto marge steeg met € 38.934,- minder hard (2,1 procent), wat betekent dat de extra behaalde omzet ook werd behaald door andere bedrijven in te schakelen. De stijging is net wat meer dan de gemiddelde inflatie in Nederland van 1,1 procent. 

Arbeidsbenutting verbeterd 

Een min of meer positief effect van de coronacrisis was de daling van de brandstofprijzen. Als gevolg daarvan waren de machinekosten duidelijk lager, omdat de brandstofkosten met twee procent afnamen. “Dat is inmiddels al ruim verleden tijd”, constateert Heins. “Dit jaar zullen die kosten dus zeker weer twee procent hoger liggen.” 

Opvallend vindt hij dat de arbeidsbenutting duidelijk is verbeterd. “De arbeidsbenutting drukken we uit in de arbeidskosten in verhouding tot de bruto marge. We zien een daling van € 42,80 in 2019 naar € 42,- per € 100,- bruto marge in 2020. De verklaring voor de verbetering is heel eenvoudig. Het personeelsbestand bleef met 16,4 fte aan arbeidskrachten vrijwel gelijk. Hetzelfde geldt voor de totale arbeidskosten van € 800.863,- per bedrijf. Bij een stijgende bruto marge betekent dit dat je meer omzet per werknemer maakt en de kosten relatief wat dalen.” 

In 2021 is de dieselolieprijs tot augustus gemiddeld 12,7 procent hoger dan in heel 2020 

Opmerkelijk is ook dat hoewel de lonen voor de meeste cao’s stegen, de arbeidskosten per fte met € 48.799,- min of meer gelijk bleven. Heins vermoedt dat dit is te danken aan een goede spreiding van de werkzaamheden, waardoor het aantal gemaakte overuren beperkt is gebleven. “Daarmee hou je de kosten dus in de hand, ondanks een groot tekort aan goede arbeidskrachten. Voor veel ondernemers is dat de grootste uitdaging voor de komende jaren.” 

Stijgende dieselolieprijs 

Kijken we naar de cijfers, dan is Dieuwer Heins kritisch. “Het bedrijfseconomisch rendement is weliswaar verbeterd van 0,7 procent in 2019 naar 2,7 procent in 2020, maar kijk je verder, dan valt op dat deze resultaatsverbetering naast de positieve omzetontwikkeling een gevolg is van de lagere brandstofkosten. Door gunstige omstandigheden werd mogelijk minder diesel gebruikt. Daarnaast was er sprake van een lagere dieselolieprijs. 

Heins sluit niet uit dat de resultaten over 2021 voor veel cumelabedrijven zullen tegenvallen. “De dieselolieprijs ligt al heel 2021 fors hoger dan in de voorgaande jaren. In 2021 is de dieselolieprijs tot augustus gemiddeld 12,7 procent hoger dan in heel 2020. Het is de vraag of bedrijven deze kostenverhoging voldoende hebben doorbelast. 

Machinekosten stijgen licht 

De andere machinekosten, zoals afschrijvingen, reparatie en onderhoud en verzekeringen, stijgen allemaal een fractie. Tellen we deze kostenstijgingen bij elkaar op, dan kom je uit op een bedrag van € 21.578,- voor een gemiddeld cumelabedrijf. Dit komt dit neer op een stijging van € 29,70 per € 100,- bruto marge in 2019 naar € 30,30 in 2020. Heins vindt het daarom belangrijk dat ondernemers alert blijven op deze kostenstijgingen. Drie posten waarvan de kosten licht stijgen, vallen minder op dan één kostenpost - zoals de brandstof - die flink is gedaald. Uiteindelijk daalden de totale machinekosten van € 45,40 per € 100,- bruto marge in 2019 naar € 43,80 in 2020. Dat is puur het gevolg van de lage dieselolieprijs. 

Al met al kunnen de cumelabedrijven terugkijken op een financieel gezien goed 2020 

De afschrijvingen zijn gestegen, doordat de investeringen in zowel 2018, 2019 als 2020 relatief hoog waren. Er wordt duidelijk meer geïnvesteerd dan er wordt afgeschreven, waardoor het machinepark wordt uitgebreid dan wel wordt verjongd. 

Zestig procent presteert beter 

Het bedrijfseconomisch resultaat van een gemiddeld cumelabedrijf komt in 2020 uit op € 50.787,-. Dit is een resultaatsverbetering van € 38.267,-. Dit geldt zowel voor de grondverzetbedrijven, de gemengde bedrijven als de agrarische loonbedrijven. Wat Heins opvalt, is dat de agrarische loonbedrijven, in tegenstelling tot de andere typen bedrijven, nog steeds uitkomen op een negatief rendement van € 16.256. Bij dit negatieve bedrijfseconomisch rendement plaatst hij wel een kanttekening. “Het gaat hier om een bedrijfseconomische beoordeling, waarmee we de benutting van met name arbeid en machines inzichtelijk willen maken. Hiervoor rekenen we incidentele baten en lasten, overige opbrengsten en het saldo van een nevenbedrijf niet mee. Deze hebben immers niet direct te maken met de operationele activiteiten in een lopend jaar. Tevens rekenen we met een berekende arbeidsvergoeding voor de ondernemer en gezinsleden en een rentevergoeding voor het eigen vermogen.” 

De negatieve bedrijfseconomische cijfers betekenen niet dat deze bedrijven niet levensvatbaar zijn. Integendeel, benadrukt Heins. “Uit de cijfers blijkt juist dat de liquiditeitspositie en de eigen-vermogenspositie goed zijn. Ook de mutaties ervan in 2020 waren positief. Wel laten de cijfers zien dat het lastig is om het ingezette kapitaal rendabel te maken, helemaal in een situatie waarbij dit kapitaal extern moet worden gefinancierd.” 

Kort samengevat is het rendement voor veel ondernemers ruim voldoende als vergoeding voor het ingezette eigen kapitaal. Alleen bij een volledige financiering via de bank of leasemaatschappijen is het resultaat onvoldoende. 

Tot slot waarschuwt Heins dat lang niet alle bedrijven te maken hadden met een verbeterd resultaat: “Bij 37 van de 97 deelnemers daalde het resultaat, wat neerkomt op 38 procent van de deelnemende bedrijven. Dit percentage ligt met 47 procent nog wat hoger bij de agrarische loonbedrijven.” 

Positieve ontwikkeling 

Al met al kunnen de cumelabedrijven terugkijken op een financieel gezien goed 2020, helemaal als je bedenkt dat andere sectoren flink hinder hebben van de gevolgen van de coronacrisis. Dit is de cumelasector bespaard gebleven. Ondanks de veranderingen en de onzekerheid die Covid-19 teweegbrengt, profiteert de cumelasector van de economie die op volle toeren draait. Geen financiële uitdagingen, maar juist andere uitdagingen, zoals het vinden en behouden van goede arbeidskrachten. 

De agrarische bedrijven hebben voor het derde jaar op rij een duidelijk lager bedrijfseconomisch resultaat 

Voor de agrarische bedrijven concluderen we dat er voor het derde opeenvolgende jaar sprake is van gemiddeld een duidelijk lager bedrijfseconomisch resultaat. Ook de lage dieselolieprijs heeft hier geen verandering in gebracht. De relatief natte zomer van 2021 brengt hier dit jaar mogelijk verandering in. Tegelijkertijd zorgen de ontwikkelingen in de agrarische sector voor een uitdaging voor veel agrarische loonbedrijven.