Mestwagen

Nieuw mestbeleid: grondgebonden of verwerken

Datum: 9 september 2020
Laatst bijgewerkt: 11 september 2020
Door: Toon van der Stok
In de toekomst bestaan er als het aan minister Schouten ligt nog maar twee soorten veehouderijbedrijven. Grondgebonden of intensief, waarbij de laatste de mest verplicht moet laten verwerken. Met een opvallende opmerking in de brief waarin de minister de contouren van het nieuwe beleid schetst. Daarin stelt ze zelfs dat het denkbaar is dat publieke sturing of inmenging in de afvoer en verwerking noodzakelijk is.

In de brief aan de Tweede Kamer schetst minister Schouten de inzet van het ministerie richting een nieuw mestbeleid. De hoofdlijnen zijn eenvoudig; als het aan de minister ligt komen er twee typen bedrijven. Aan de ene kant de extensieve melkvee en andere rundveebedrijven die geheel grondgebonden zijn en daar tegenover de intensieve bedrijven. Deze laatsten mogen, ook al hebben ze eigen grond de mest alleen afvoeren naar een verwerker. Dat moet liefst zo snel mogelijk om uitstoot van stikstof op de bedrijven te minimaliseren.

Als een intensief bedrijf eigen grond heeft en toch mest wil ontvangen, dan moet de intensieve veehouder een contract sluiten met een rundveehouder voor afname van de mest. Onduidelijk is nog of hij dan ook zijn producten moet afvoeren naar de melkveehouder. In geen geval zal een intensief bedrijf dan nog eigen mest op eigen grond mogen toepassen. Voordeel hiervan is volgens minister Schouten dat wegen en monsteren wellicht niet meer nodig is of minder kans op fraude geeft.

Intensieve bedrijven mogen mest alleen nog afvoeren naar een verwerker

Voor de extensieve bedrijven is er de andere keus en dat is, zorgen dat er voldoende grond onder het bedrijf ligt om alle geproduceerde mest te kunnen verwerken. Hoe wordt bepaald hoeveel dieren een bedrijf dan nog mag houden laat de minister nog in het midden. Dat zou kunnen door een norm te stellen voor het aantal dieren per ha of door de hoeveelheid geproduceerde melk per ha te maximaliseren. De minister bekijkt daarbij nog of er ruimte komt voor bedrijven die met meer bedrijfseigen normen kunnen werken. Er klinkt huiver door in de brief aan de Tweede Kamer omdat ze bang is dat het systeem hierdoor weer fraudegevoeliger wordt. Bedrijven mogen wel contracten met akkerbouwers afsluiten om zo het areaal te vergroten. Dit is het zogenaamde regionale samenwerkingsverband.

Verdwijnen mesttransport
Voor de mesttransporteurs betekent dit dat als het aan de minister ligt het transport van drijfmest grotendeels verdwijnt. Het enige vervoer zal dan nog zijn van het bedrijf naar de mestverwerkingsinstallatie en wellicht voor extensieve veehouderijbedrijven naar akkerbouwbedrijven waarmee een contract is. Maar dan moet dit intensieve bedrijf wel voor alle mest een contract hebben met een akkerbouwer.  

Met de mestverwerkingsplicht wil de minister bereiken dat de mest beter wordt afgestemd op de behoefte van de akkerbouwer. Daarbij wil ze ook bereiken dat de bewerkte mest als kunstmestvervanger ingezet kan worden. Daarvoor gaat ze extra actie voeren in Brussel kondigt ze aan.

Minder aardappelen en prei
Ondanks al deze maatregelen vreest Schouten dat op de zand en lossgronden dit niet voldoende is om de waterkwaliteit op het gewenste niveau te brengen. Vooral in de gebieden met veel akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt is de uitspoeling nog te hoog. Vooral de teelt van aardappelen en prei zijn volgens haar uitspoelingsgevoelig. Ze wil daarom met de telers in gesprek om mogelijkheden te onderzoeken om de uitspoeling te verminderen. Bijvoorbeeld door in de teeltrotatie meer granen op te nemen. Blijkt dat niet voldoende dan sluit ze niet uit dat op termijn deze teelten in deze gebieden worden verboden. Al wil de minister daar nu nog niet vanuit gaan.

Traject tot 2030
Het zal overigens nog wel even duren voor het nieuwe beleid realiteit is. De minister heeft nu de denklijn geschetst en gaat het nu in overleg met de sectoren verder uitwerken in beleid. Dat zou onderdeel moeten zijn van het zevende en achtste actieprogramma voor het nitraatbeleid dat eind volgend jaar naar Brussel moet. Voor het hele traject is volgens de minister zeker de hele periode tot 2030 nodig.

Het commentaar van Cumela op de mestplannen

Kamerbrief nieuw mestbeleid