Klaus Pentzlin

‘Loonwerkers verdienen meer waardering’

Datum: 7 juni 2024
Laatst bijgewerkt: 7 juni 2024
Door: Herma van den Pol
Nationale overheden praten amper met loonwerkers. Op Europees niveau komen loonwerkers wel steeds vaker aan tafel. Dat bewijst dat samenwerken loont, stelt de Europese belangenbehartiger van loonwerkers, Ceettar. Een goede ontwikkeling, omdat de Europese Commissie steeds belangrijker wordt, zegt Klaus Pentzlin, voorzitter van Ceettar. “Loonwerkers beschikken over innovatieve machines en technieken en zijn echte specialisten, die meer waardering verdienen.”

Dat Klaus Pentzlin als voorzitter van de Europese loonwerkersorganisatie Ceettar een goede band heeft met Cumela blijkt wel als hij aanwezig is op de afscheidsbijeenkomst van Wim van Mourik. Vol enthousiasme wordt hij begroet door oude en zittende bestuursleden. Niet voor niets is hij al zeventien jaar de frontman van de Europese loonwerkers. Europa heeft op dat moment net een roerige februarimaand met boerenprotesten achter de rug. In reactie daarop kwam de Europese Commissie de boeren iets tegemoet. Ook gaat de Europese Commissie werk maken van renure, kunstmestvervangers die worden gemaakt van dierlijke mest. Het illustreert het belang van Europa.

De Europese belangenbehartiger van loonwerkers ziet de groeiende invloed van Europa en wat dat betekent voor zijn werk. “De Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn en de Natuurherstelwet, het komt allemaal vanuit Europa”, zegt hij. “Wat ik zie, is dat nationale politici steeds meer bezig zijn met hun eigen populariteit. Daar passen grote beslissingen niet bij, wat betekent dat ze bijvoorbeeld het klimaatbeleid steeds meer aan Europa overlaten. Het maakt de lobby die we via Ceettar voeren belangrijker. We vertegenwoordigen op politiek vlak de Europese loonwerksector.”

Wat ik zie is dat nationale politici steeds meer bezig zijn met hun eigen populariteit

Klaus zelf runt een loonbedrijf in het noorden van Duitsland, JPentzlin Landwirtschaftliches Lohnunternehmen in Schönweide. Dat doet het werk over de volle breedte, van agrarisch loonwerk tot en met grondverzet. Hij weet daardoor goed wat er in de praktijk speelt en kan dat meenemen in zijn lobbywerk. “Voor mij is het zelfs een vereiste dat degene die onze belangen behartigt nog actief is in de sector.”

Loonwerker speelt belangrijke rol

Nu komen er Europese verkiezingen aan, die van 6 tot en met 9 juni plaatsvinden. Als voorbereiding daarop heeft de Ceettar een acht-puntenplan opgesteld. “Het eerste en belangrijkste punt is voor ons het versterken van het imago van loonwerkers, of aannemers, als grote speler in de agrarische sector en bosbouw”, vertelt Klaus. “We moeten laten zien dat we specialisten zijn in het buitengebied en de groene ruimte. We doen meer dan alleen het werk voor de agrarisch sector. We doen wat we zeggen en we willen laten zien dat we op veel onderwerpen kunnen meepraten. We kunnen de wereld beter maken en moeten dat zien te verkopen in Europa.”

Met het ondersteunen van investeringen door een loonwerker krijg je meer waar voor je geld

Klaus is ervan overtuigd dat Ceettar en dus de hele sector kan helpen bij het zoeken naar andere oplossingen dan nog meer regels. “Kijk bijvoorbeeld naar wat in het veld gebeurt”, zegt hij. “We hebben in Duitsland gebruiksnormen voor het toepassen van mest. Gemiddeld mag je bijvoorbeeld een bepaald aantal kilogrammen fosfaat toepassen. Wat gebeurt er vervolgens? De boer past alles toe in een beperkte straal rondom zijn bedrijf, wat inhoudt dat je dichtbij te veel toedient en verder weg niets. Op papier klopt het, want je houdt je aan het gemiddelde. In de praktijk werkt het misschien wel averechts. In plaats van het doel halen dat je met de regel wilde bereiken - een betere waterkwaliteit - neemt de overlast door te veel fosfaat toe”, aldus Klaus. Hij ziet goede mogelijkheden om dit beter te doen met behulp van de innovatieve technieken die de sector gebruikt. “Wij kunnen laten zien waar we wat doen. Hoe meer bekendheid, hoe beter we ze als oplossingen kunnen aandragen.”

Andere manier van denken

“Wat we niet willen, is nog meer regels, want dat is nu de oplossing vanuit Europa als iets niet goed gaat”, zegt Klaus. Hij denkt dan meer aan monitoring van wat er op het veld gebeurt en preciezer werken via taakkaarten en precisietechnieken. “We leven en werken in de natuur en weten wat we nodig hebben”, zegt hij. “Geen extra bureaucratie, maar verandering. Als Ceettar geven we een stem aan onze ondernemers. Door in Brussel aanwezig te zijn en met de juiste personen te praten, oefenen we invloed uit. Dat is nodig, want we willen als sector innovatief blijven. Dat betekent ook dat we moeten kunnen investeren in steeds duurdere technieken. Het helpt ons wanneer we vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid steun krijgen voor deze investeringen. We bereiken met onze machines veel hectares grond en boerenbedrijven. Ondersteuning van een investering in een loonbedrijf loont daardoor meer dan het ondersteunen van een machine op het boerenerf”, aldus de Ceettar-voorzitter. Daarmee doelt hij op de subsidies voor plattelandsontwikkeling (POP), die alleen voor boeren beschikbaar zijn.

Beloon het doel

Hij zegt dit niet om de subsidies bij boeren weg te halen. Europa kan die volgens hem ook ondersteunen, maar op een andere manier dan wat nu gebeurt. “Wat Europa beter kan doen, is het doel dat het wil bereiken ondersteunen”, weet Klaus. “De ondernemer kan dan zelf bepalen hoe hij het gaat doen. Indirect stimuleer je dan alsnog de inzet van precisielandbouw, maar nu bepaalt de ondernemer zelf hoe hij het gaat doen. Wil je bijvoorbeeld schoon water, dan beloon je schoon water, niet de aankoop van een machine die dat eventueel kan doen. Zo voorkom je een ongelijk speelveld.”

Niet alleen het profileren van de loonwerksector staat op de actielijst. “De andere zeven punten die we aandragen voor de Europese verkiezingen hebben betrekking op het werk”, vertelt de Ceettar-voorzitter. “In het kort gaat het dan om voorzien in een veilige en efficiënte omgang met agrarische en bosbouwmachines, het trainen van goede vakmensen, het faciliteren van het CO2-vrij maken van werkzaamheden van loonwerkers, duurzaam management van Europese bossen, extra geld om boeren te ondersteunen in het gebruik van precisietechnieken, een betaaltermijn van maximaal dertig dagen voor klanten en een duurzame en verantwoorde voedsel- en houtketen.”

Betaalbare arbeid

Andere belangrijke thema’s waar Klaus aandacht voor vraagt, zijn het vinden van personeel en betaalbare arbeid. “In mijn omgeving, in Nederland en op steeds meer plaatsen in Europa zien we het lastiger worden om aan genoeg werknemers te komen. Eerst konden we nog een beroep doen op seizoenarbeiders, maar zelfs dat is niet meer vanzelfsprekend”, stelt hij vast. De concurrentie op het platteland tussen de partijen die werknemers zoeken, neemt toe. “Wat we dan liever zien, is dat een vakman via een loonbedrijf meer werk doet voor verschillende klanten. Ook daarvoor is het nodig om de sector goed neer te zetten.”

Wat de puzzel extra lastig maakt, is dat Klaus ziet dat bedrijven aan de ene kant worstelen met het vinden van voldoende personeel en dat aan de andere kant de personeelskosten oplopen. “Die stijgende prijzen voor arbeid kunnen niet goed gaan. Als Europa moeten we gaan regelen dat arbeid betaalbaar blijft, ook om ons werk betaalbaar te houden. Zo voorkomen we ook dat de industrie de keuze maakt om uit Europa weg te gaan. We hebben al veel bedrijven vanwege deze reden zien vertrekken naar landen met goedkopere arbeid”, stelt hij vast. Een risico, zegt de voorzitter, want voor alles afhankelijk worden van Azië is niet verstandig. “We moeten ook een eigen productie van machines en materialen houden.”

Samenvattend hebben we volgens Klaus goedkopere arbeid nodig om de eigen bedrijven gezond te houden en te voorkomen dat we nog afhankelijker worden van het buitenland voor de machines en onderdelen. De Ceettar-voorzitter ziet een goede oplossing. “Slimmer is het om de import van spullen te gaan belasten en arbeid goedkoper te maken. Dat moeten we als Europa gaan regelen.”

Kies slim

Klaus raadt ondernemers aan om van 6 tot en met 9 juni te gaan stemmen op politici die Europa sterker maken. “We hebben goede politici nodig”, stelt hij. “De kwaliteit daarvan moet echt beter. Kies niet voor ultralinks of ultrarechts. Zelf denk ik dat we daarmee alleen maar slechter af zijn. Weggaan uit Europa is geen oplossing. Als concreet voorbeeld kijk ik dan naar het Verenigd Koninkrijk. Hoe is het met dat land gegaan sinds het uit de EU stapte? Het doet niet meer mee. China, Amerika, Rusland, het zijn landen die wel met Europa praten, maar niet met afzonderlijke lidstaten. Samen zijn we een partij om rekening mee te houden, ook omdat er een oorlog aan de gang is in Oekraïne. Laat je niet verleiden door populisme.”

De boeren zijn wel in beeld, maar wij als loonwerkers niet

Samenwerken loont

“Dat samenwerken loont, zien we bij Ceettar. Samen krijgen we dingen gedaan die een Nederlandse brancheorganisatie niet voor elkaar krijgt. Zo mogen we bijvoorbeeld mee gaan praten in de strategische dialoog over de toekomst van het landbouw- en voedselsysteem van Europa. In Duitsland praat de overheid niet met loonwerkers, alleen met boeren”, aldus Klaus. Een succes dat Ceettar boekte in reactie op het onderzoek naar glyfosaat.

Binnen Ceettar valt Cumela op omdat er door de leden veel meer cultuurtechnisch werk wordt gedaan dan bij andere organisaties. “Ik zie Nederland als een vooruitlopend land, met Cumela als een sterke organisatie binnen Ceettar. Ook Duitsland en vooral Denemarken hebben een behoorlijk grote organisatie”, stelt Klaas Pentzlin vast. Het zijn allemaal mogelijke kandidaten om de volgende Ceettar-voorzitter af te leveren.