Beste Geralde,
Ik heb bij een maaibestek de opdracht gekregen om gras te maaien op kwaliteitsniveau A, volgens de KOR 2018. De ondergrond is alleen zo slecht (kwaliteitsniveau C) dat ik behoorlijk wat extra kosten moet maken om het gras op de gevraagde beeldkwaliteit te brengen. Heb ik recht op bijbetaling?
Mocht de ondergrond slecht zijn, dan moet de opdrachtgever dit vermelden in het bestek.
Beste aannemer,
Er is geen expliciete bepaling in de Standaard RAW-bepalingen dat de ondergrond hetzelfde kwaliteitsniveau moet hebben als de bestekspost. Wel gaat de Standaard ervan uit dat de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd met de te verwachten en/of gebruikelijke inzet en machines. Mocht de ondergrond dus slecht zijn, dan moet de opdrachtgever dit vermelden in het bestek. Het bestek dient immers alle relevante informatie te bevatten (artikel 01.24.02).
De opdrachtgever zou nog kunnen wijzen op artikel 51.24.02 en/of 01.24.05, waarin staat dat de aannemer vooraf de grasvelden en daarmee de ondergrond kan beoordelen. Met zo’n beoordeling kan de aannemer immers voorzien dat de ondergrond slecht is en daarop zijn inzet aanpassen. Toch is er geen verplichting om dit vooraf te controleren. Op basis van artikel 01.24.05, lid 2, heeft de aannemer namelijk de mogelijkheid om afwijkingen binnen vier weken of acht maanden na aanvang van het werk te melden wanneer vanwege de aard of omstandigheden van het werk de afwijkingen niet eerder konden worden beoordeeld (lid 7). Dit biedt dus mogelijkheden als aannemer. In overleg kan vervolgens worden bepaald hoe en welke aanvullende werkzaamheden moeten worden verricht (artikel 51.24.01).
Is de ondergrond van veel slechtere kwaliteit dan het vereiste beeldkwaliteit en staat dit niet vermeld in het bestek? Dan heeft heb je als aannemer recht op vergoeding van de aanvullende werkzaamheden (zie paragraaf 35, lid 1, sub a en paragraaf 36 UAV 2012).